Terug in de
tijd.
Zaterdag 11
juni 2016 zijn we, in het kader van het Brederode jaar, met de groep van de
NGV-afd. Haarlem op bezoek in en bij de ruïne van Brederode in Santpoort.
Deze dag is
mede uitgekozen omdat op zaterdag
11 en zondag 12 juni de re-enactment groep ‘De Compagnie van Brederode’ de
ruïne weer laten leven.
- Op het kasteelterrein staan middeleeuwse tenten.
- Er wordt middeleeuws gekookt op de plek waar vroeger de keuken was.
- Ambachtslieden laten hun vaardigheden zien.
- Marktlui prijzen hun waren aan.
- De kruidenvrouw heeft van alles voor uw kwalen.
- De viltster zorgt voor bescherming van uw lichaam tegen de kilte.
- De touwslager, volgens hemzelf de belangrijkste man van de middeleeuwen, vertelt u over zijn vak en zet de kinderen aan het werk.
- Soldaten lopen rond en trainen voor de naderende strijd.
- Er wordt op de boogbaan geoefend door de longbow- en kruisboogschutters (ook u mag dit proberen).
- In de verhaaltent zal worden verteld over de geschiedenis van de Brederodes.
- De wapenkamer wordt weer gevuld, en hier zal de wapenmeester u wegwijs maken in de krijgskunst.
- In de Donjon zal de adel u ontvangen en vertellen over de gebruiken uit deze roerige tijd.
Terug in de
tijd betekend dat de omgeving van de ruïne de sfeer ademt zoals deze rond 1500
bestond.
Hierna volgt een beschrijving van de Ruïne van
Brederode:
Vanaf de weg loopt de bezoeker door de houten poort (H) en ziet dan
links in de slotgracht (S) een ronde muur (D). Deze muur is niet,
zoals vaak gedacht, het restant van een dertiende-eeuwse of nog vroegere
voorganger van het huidige kasteel maar vermoed wordt dat het hier gaat om een
grondkeringsmuur, waartegen het puin van het kasteelterrein, dat in 1464 werd
opgeruimd, gestort kon worden. Daarna komt men langs de zuidzijde van het
kasteel en bereikt men uiteindelijk op het terrein van de buitenburcht (F).
De weg buigt dan om en via de
oostzijde van het kasteel bereikt men de brug, (E) die het buitenterrein
met de voorburcht verbindt en betreedt deze via een poortgebouw (12).
Aan de rechterkant van de poort bevindt zich de tegenwoordige beheerders-woning
(13).
Aan de overzijde van de volgende brug is de
binnenpoort (1) met rechts daarvan de middentoren (2) en
daarachter, op de noordoostelijke hoek, een grote en sterk uitspringende toren
(3) met een traptoren in de zuidwest hoek. Het is de meest prominente
toren van het kasteel en daarom wordt deze ook wel de donjon genoemd.
Aan de noordzijde sluit op de
middentoren een keldervertrek aan dat aan de zuidzijde twee ovens (O)
heeft. Het gaat hier dus stellig om de voormalige keukens (4).
De ruimte hierboven, 6,5 meter hoog, was wellicht de
kapel vanwege de hooggeplaatste vensters, de hooggeplaatste kaarsnissen en de
vrijwel blinde oostmuur, later zou de ruimte verbouwd zijn tot grote zaal. De
kapel zou, na 1464, zijn verhuisd naar de zuidwestelijke toren (6). Veel
zekerheid omtrent dit alles bestaat er echter niet.
Aan de westzijde van het keuken- en
zaalblok sloot een rechthoekig vertrek (5) aan dat, samen met de
langgerekte ruimte (7) langs de westzijde van de binnenhof,
waarschijnlijk als grote zaal moet worden geïnterpreteerd aangezien een
dergelijke indeling vrij kenmerkend is voor kastelen.
De zuidwestelijke toren staat bekend als de
Thetburga-toren (9). De tegenhanger van de Thetburga-toren in de
zuiddoostelijke hoek heette de Sivaertstoren (10).
Het kleine vertrek was dat van de heer, de grote zaal
had verschillende functies. Hier werd bezoek ontvangen, werden bestuurlijke en
juridische zaken afgehandeld en werd gegeten, geslapen en gewoond. Hoe de
vierkante ruimte in de zuidoosthoek (8) werd gebruikt is onbekend. In de
negentiende eeuw zag men hierin een ‘kemenade’, een verwarmd vertrek dat
voor de vrouwen bedoeld zou zijn geweest; de mannen verbleven in de killere
grote zaal. Dit idee berust echter op een romantische fictie en heeft met de
historische realiteit weinig van doen.
Deze namen komen voor het eerst voor
op een pseudo-middeleeuwse plattegrond van kasteel Brederode, die volgens het
uitgebreide bijschrift gemaakt zou zijn op instigatie van Yolande de Lalaing.
Dat is niet zo, want de kaart is duidelijk rond 1800 tot stand gekomen en hoe
onbetrouwbaar deze is, blijkt wel uit het feit dat de Thetburga-toren rond
wordt weergegeven terwijl de plattegrond vierkant is.
Thetburga was, volgens
Brederode-kroniek die Jan van Leyden in opdracht van Yolande de Lalaing
schreef, de echtgenote van Syfridus of Sicco, de tweede zoon van graaf Arnold,
die de stamvader van de heren van Teylingen en Brederode zou zijn geweest.
Tot slot is er het binnenplein (11)
dat aan de noord- en westzijde omsloten wordt door woonvleugels.
(ontleend aan
de website http://www.ruinevanbrederode.nl/kasteelbrederode.nl/Ruine/index.htm)
Het lag in de bedoeling om, vooraf gaande het bezoek dat
de voorzitter van de NGV-afd. Haarlem een inleiding zou houden over de
geschiedenis van de Brederodes. Echter vanwege beperkte ruimte in de ruïne en
het feit dat men op zaterdag en zondag een speciaal weekend met ridders e.d.
had georganiseerd, zal deze inleiding op een later tijdstip worden gehouden.
En op die
manier konden we het slot op eigen wijze bekijken en meemaken wat men voor de
bezoekers in petto hebben.
Op het voorhof waren er enkele kraampjes geplaatst waar
met hun waren te koop konden aanbieden. Tevens was daar ook het kampement op
gesteld van de ridders.
Een gedeelte
was ingeruimd voor het houden van een ridder gevecht.
Dit alles met medewerking
van de Compagnie van Brederode. Zij vertolken de rol van ridders,
jonkvrouwen en het volk dat dagelijks de
nederzettingen van de kastelen vulden.
Een stempel maker, zoals deze vroeger de zegelring maakte.
Een
ridder gevecht, het verdedigen van de eer van de heer van Brederode, staat ook
het programma. Het “aankleden” van de ridders vergen nogal wat voorbereidingen.
Het gewicht van het harnas is rond de 35 kilo. Veiligheid staat daarom dan ook
voorop. Het is niet de bedoeling om elkaar de hersens in te slaan.
Er is van
alles te beleven. Op het binnenplein kunnen de aspirant schutters hun kunsten
vertonen met boogschieten. Sommige kunnen zelfs de pijl in de roos raken.
In een van de kamers staat een “gedekte” tafel met
daarachter een jonkvrouw die o.m. uitleg geeft over de eetgewoontes in de tijd
van de Brederodes. Men at met een mes en een lepel. De vork in de huidige vorm
was uit de boze. Men voerde aan dat de vork verwant zou zijn aan de drietand
van de duivel.
Om de zoveel
tijd werden de bezoekers opgeschrikt door een hevig geknal. Bij de ruïne stond
een kanonnier opgesteld met een meer-kanonloop en werd het buskruit tot
ontploffing gebracht.
Naast de
boogschutterij was een tent neergezet, waar een verhaal werd verteld over de
Brederode familie. Het verhaal wat verteld wordt is terug
te vinden in de folder die de Stichting Heerlijkheid Brederode uitgeeft.
Over de Ruïne van Brederode.
De Ruïne van Brederode is het allereerste Rijks-monument
(1862) van Nederland en heeft een historie van ruim 730 jaar.
In 1282 wordt de Hoge Heerlijkheid van
Brederode in het leven geroepen en het eerste kasteel gebouwd.
Het kasteel wordt tijdens de Hoekse en
Kabeljauwse twisten tweemaal belegerd, in 1351 en in 1426. Na het beleg van
1351 wordt het kasteel volledig gesloopt, maar vanaf 1354 ook weer volledig op
de bestaande fundamenten herbouwd. Het kasteel wordt gedurende het beleg van
1426 gedeeltelijk verwoest, het resterende noordelijke deel wordt vanaf 1464
weer bewoonbaar gemaakt.
Tijdens de opstand van het Kaas- en
Broodvolk in 1492 wordt het kasteel geplunderd door Duitse soldaten. Vanaf circa
1511 is het kasteel niet meer bewoond, al verblijft er wel een rentmeester op het
terrein.
Na het kinderloos overlijden van
Hendrik ll van Brederode – de eerste leider van de Nederlandse Opstand tegen
Philips ll - in 1568, vervalt de Heerlijkheid van Brederode aan de Staten van
Holland.
In 1573 verliezen de Watergeuzen de
Slag op het Haarlemmermeer en moet Haarlem zich na een beleg overgeven aan het
Spaanse lager, waarna Lancelot van Brederode - een halfbroer van Hendrik lll en
één van de leiders van Haarlem - door hen wordt onthoofd en
het kasteel geplunderd en in brand gestoken.
Vervolgens valt de Ruïne gedeeltelijk ten prooi aan het oprukkende stuifzand
van de duinen.
In 1579 krijgt een zijtak van de
Brederodes de Heerlijkheid weer van de Staten van Holland in leen, totdat in
1679 Wolfert van Brederode zonder nakomelingen overlijdt en de familie daardoor
in mannelijke lijn uitsterft, waarbij de heerlijkheid definitief vervalt aan de
Staten van Holland. Van 1795, bij de vorming van de Bataafse Republiek, tot 15
januari 2016 was ook de Ruïne eigendom van de Staat.
Hierna volgt
een impressie van de activiteiten in en rondom de Ruïne van Brederode.
De maquette van kasteel van Brederode.
Van
eigen brouwerij.
De Jonkvrouwe van Brederode.
De Weersteen met de gebruiksaanwijzing.
De moderne keuken anno 1450. Met behulp van penningen kon
men de nodige versnaperingen kopen.
Het houtvuur voor de soep, die nooit zo heet wordt gegeten als zij wordt opgediend.
Zo te zien een prachtige dag en een mooi verslag
BeantwoordenVerwijderen