donderdag 22 september 2011

Camping de Berken - Donderdag 22 september 2011

De temperatuur is:



Vandaag zijn we naar Rolde geweest. In Rolde is het streekmuseum "Dorp van Bartje" gevestigd.


Het dorp van Bartje



Het streekmuseum het Dorp van Bartje is leuke plek om even uit te rusten van uw auto of fietsreis. Het museum bestaat uit een aantal gezellige oude gebouwen. Het Anne de Vries museum is gevestigd in een apart gebouwtje. Anne de Vries was de schrijver van de "Bartje" boeken. In het museum vindt u afbeeldingen en spullen van deze schrijver. In het Theehuis, Bartjes Hoes, kunt u terecht voor een kopje koffie. U kunt hier ook eten. Bij slecht weer is er binnen voldoende plaats bij de open haard en bij mooi weer is het ruime terras een aangename plek om van een drankje te genieten. In het Theehuis is een oudheidskamer van een doorsnee Drentse boerderij anno 1920 aanwezig met mooie zandtapijten. Verder vindt u hier wisselende exposities, waaronder 100 antieke strijkijzers. In een ander gebouw is een schooltje gevestigd zoals dat er in 1930 uitzag. Een plaggen hut is eveneens op het terrein aanwezig.

Anne de Vries werd op 22 mei 1904 geboren, niet ver van de Drentse hoofdstad Assen. In die plaats bezoekt hij de Rijksnormaalschool, een opleidingsinstituut voor onderwijzer.
Van 1923 tot 1936 is hij onderwijzer aan het blindeninstituut BartimeĆ¼s in Zeist. Daarna geeft hij les aan een school voor buitengewoon onderwijs te Ermelo.
Tijdens de oorlog is hij actief in het verzet.

Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag wordt hem door het Drents Genootschap een beeldje aangeboden van Bartje, de held van zijn meestgelezen boek en krijgt hij het ereburgerschap van de stad Assen.

Dit beeldje stond aanvankelijk op het marktplein in Assen. Nadat het diverse keren beschadigd was, is het origineel overgeplaatst naar de hal van het gemeentehuis en siert een replica het marktplein.



Bartje Bartels is de hoofdfiguur uit de boeken van Anne de Vries. Het is een jongetje dat opgroeit in een arm Drents landarbeidersgezin en dat zich allengs steeds minder wil schikken naar zijn lot. Bartje's beroemd geworden uitroep als moeder bruine bonen opschept, en vader oproept tot gebed: "Ik bid nie veur bruune boon'n" is exemplarisch.
De Vries slaagt er in de onbekommerdheid van de jeugd helder neer te zetten: ondanks de armoe en sores van het arbeidersgezin onderneemt hij gebruikelijke kwajongensstreken. Tot nog diepere armoe vervalt het gezin wanneer vader Bartels, in opstand gekomen tegen zijn boer, zijn werk verliest nadat Bartje en diens broer Arie een streek hebben uitgehaald met boerenzoon Sikko. Het vervolg op het boek Bartje is Bartje zoekt het geluk.
Bartje werd vertaald in het Duits, Zweeds, Fins, Deens, Noors, Tsjechisch en Hongaars.


Een impressie van hetgeen in het museum aanwezig is.

In het Huisje van Anne de Vries zijn  afbeeldingen en spullen ondergebracht. Of de collectie naaimachines daar ook bij horen? Wel leuk, naaimachines uit de vroegere tijd.


Schoolbanken en schoolmeester horen bij elkaar. In het midden de inktpot en op tafeltjes de inktlap.






Werking van een harmonium

Het geluid wordt geproduceerd doordat lucht uit de balg langs metalen tongetjes geleid wordt (drukwind = bovendruk), of door een balg langs dergelijke tongetjes gezogen wordt (zuigwind = onderdruk). De luchttoevoer wordt in gang gezet bij het indrukken van een toets op een klavier. De balg wordt gewoonlijk voorzien van lucht door een tweetal pedalen. Veelal zijn net als bij een orgel registers aanwezig waarmee de lucht naar verschillende groepen van tongetjes geleid kan worden, ten behoeve van de klankkleur en het volume. Harmoniums kunnen meerdere manualen en registers bevatten

Verder op het terrein is een klein gebouwtje waarin een schoolklas en een schoenenmaker zijn ondergebracht. de inrichting dateert uit de jaren 1930.









De werkplaats van de schoenlapper.






Een oude boerderij uit de tijd van Bartje.Eind 1800 waren in Drenthe plaggenhutten te vinden, dit waren eenvoudige met heide-plaggen bedekte hutten. Plaggenhutten waren te vinden in de armste gebieden van Nederland, vooral in Drenthe, Friesland en Overijssel. Ze werden bewoond door de allerarmste arbeiders, niet zelden met grote gezinnen.
Een plaggenhut was een zeer eenvoudig bouwwerk. Meestal gedeeltelijk uitgegraven in de grond en zonder zijmuren zodat het dak op grondhoogte begon. Het dak was bekleed met plaggen die uit het omliggende land werden gehaald.
Plaggenhutten stonden vaak in veenontginningsgebieden. Daar gold de ongeschreven regel dat een nieuw huis mocht blijven staan als deze tussen zonsondergang en zonsopgang was gebouwd en de schoorsteen 's ochtends rookte.
De leefomstandigheden waren erbarmelijk. Door de bouwwijze was het vertrek slecht te verwarmen, vochtige en krioelde van ongedierte. Bewoners van plaggenhutten werden dan ook niet erg oud.
In 1901 kwam de woningwet, die bepaalde dat niemand meer in een plaggenhut mocht wonen. Hiermee was de plaggenhut echter niet direct verdwenen. Zelfs vlak na de Tweede Wereldoorlog waren er nog plaggenhutten te vinden.

 


 Een bedstee in de kamer mocht niet ontbreken. Aan de muur een blaasbalg voor het vuur.






En op de vloer een zandtapijt

 


Het kookhoekje waar je de keuken zou verwachten. Alles gebeurde in de huiskamer.



 
Een miniatuur van een melkfabriek.

De rest van de expositie vindt plaats in het hoofdgebouw wat tevens als restaurant is ingericht.






Nog een zandtapijt.








Een Clivia die vroeger niet mocht ontbreken in iedere kamer. En helemaal als de plant op een hoge plantentafel stond.




Een hoekje voor de kapper. Een houten scheerbox met spiegel. Zo een had mijn vader ook.



Transportfietsen waren in die tijd de goedkoopste manier om spullen weg te brengen.

Of dit ook van de jaren dertig is, weet ik niet, maar het is erg mooi.



Een expositie van kleine olielampjes.

Deze uil kan een licht in het duister zijn.







Wat artikelen van de kruidenier.


Een blik stroop van de Wester Suiker Fabrieken uit Amsterdam
Tussen de spulletjes ook een zeepklopper.
En een blok Sunlightzeep.
Sunlight speelde daarop in door hun zeep in blokken te verkopen.

Sunlight is een merk van huishoudelijke zeep oorspronkelijk geproduceerd door het Britse bedrijf Lever Brothers in 1884. Het was 's werelds eerste verpakt, merk wasmiddel. [1] is ontworpen voor het wassen van kleding en algemeen huishoudelijk gebruik, het succes van het product heeft geleid tot de naam voor het dorp van de onderneming voor haar werknemers, Port Sunlight . De zeep-formule werd uitgevonden door een Bolton chemicus William Hough Watson, die ook werd een begin van de zakenpartner. Watson's proces een nieuwe soap, met behulp van glycerine en plantaardige oliƫn zoals palmolie plaats van talg (dierlijke vetten). [2] William Lever en zijn broer James Darcy Lever investeerde in de soap Watson's uitvinding en zijn eerste succes kwam van het aanbieden van bars van de snede, verpakt, en gebrandmerkt zeep in kruidenierswinkel van zijn vader winkel. Daarvoor was commercieel gemaakt zeep gekocht in lange bars, een vroege arbeidsbesparende apparaat voor de huisvrouw. Sunlight werd uiteindelijk verdrongen door moderne producten vervaardigd uit synthetisch geproduceerde wasmiddelen in plaats van natuurlijk verkregen zeep.

Na dit alles bekeken te hebben, zochten we het centrum van Rolde op. De eerste stop is bij de Jacobskerk.




























De restauratie is mogelijk gemaakt door o.a. het Prins Bernard Fonds. Een ander object, wat de aandacht trok, is de rechter foto. Wat daar de betekenis van is, is mij niet duidelijk. Ik, via internet, een mailtje gestuurd naar de Rolder Historische Kring. Ik wacht op antwoord. Misschien kan ik er in de tussentijd achter komen wat het is.

Van de Rolder Historische vereniging kreeg ik het volgende mailtje:

Hierbij een aantwoord op uw vraag over het ornament in de toren van Rolde.
De toren van de NH-kerk in Rolde maakt onderdeel uit van enkele officiƫle meetnetten.
1.     NAP-hoogtemetingen
De 1e NAP-bout dateert uit 1935 en zit achter de door u gefotografeerde bronzen plaat. Dit meetpunt komt overeen met 18,921 m + NAP.
De 2e meting dateert uit 1990. Deze bout is bevestigd op ca. 0,60 m boven maaveld en komt overeen met 17,307 m + NAP.
2.     Driehoeksmetingen
De Rolder toren maakt onderdeel uit van het netwerk van Rijks driehoeksmetingen. De metingen zijn afgerond tussen 1895-1905. Deze functie van de toren is vastgelegd door een bout in de westelijke muur van de toren. Zo is uit deze metingen bekend, dat de afstand tussen de spits van de Rolder toren en die van de 'Lange Jan' in Amersfoort exact 126.029,62 m bedraagt.
 

Vlakbij de kerk staat het oorlogsmonument.



Het dorp zelf is kenmerkend voor de nieuwbouw. Er zijn wel wat oude gebouwen. Zoals het oude Gemeentehuis.


Daar vlakbij staat het beeld van de Hoornblazer. Dit beeld van de boerhoornblazer werd aangeboden
door het gemeentebestuur van Rolde aan de Boermarke Rolde ter gelegenheid van het 200-jarig
bestaan van de Rolder Markt - 10 september 1985.
Het werd vervaardigd door E.H. v. Dulmen Krumpelman te Rolde.


Met deze hoornblazer, blazen wij de aftocht naar de camping.

Via een omweg kwamen we ook bij een landwinkel.

Het was een kleine landwinkel met een groot aanbod van wat oudere klanten met rollators en rolstoelen. Eigenlijk teveel van het goede, maar ja Gea heeft kunnen kopen wat ze nodig had. Het grote probleem was om de zaak te verlaten.