donderdag 28 april 2022

Een paar dagen Ootmarsum

 

Er een paar dagen tussenuit.

Dinsdag 19 april 2022, in de ochtend zijn we naar Ootmarsum vertrokken. Ootmarsum is een klein stadje in Twente.

Rond 770 werd in Ootmarsum een van de eerste kerkjes in Twente gebouwd. In november 917 stierf Radboud, bisschop van Utrecht, in Ootmarsum. Ootmarsum was rond het jaar 1000 een van de grootste parochies in Twente, westwaarts strekte het zich oorspronkelijk tot en met Almelo uit.

In de middeleeuwen floreerde de handel in Ootmarsum, vanwege de gunstige ligging; zowel aan een belangrijke noord-zuid route als aan de route West Nederland - Noord-Duitsland. Rond 1300 werden aan Ootmarsum stadsrechten verleend. Vervolgens werd Ootmarsum, met de aanleg van een dubbele rij grachten en aarden wallen, een vestingstad. In het kader van de Tachtigjarige Oorlog vestigden Spanjaarden zich in Ootmarsum. Zij werden in 1597 door legers van Prins Maurits uit Ootmarsum verdreven, waarna de vesting ontmanteld werd. Een kogel in de kerk herinnert nog aan dit beleg.

Ten zuiden van het stadje lag een commanderij van de Duitse Orde. Later werd dit de havezate Huis Ootmarsum. Zowel stad als Huis zijn vereeuwigd door Jacob van Ruisdael (circa 1628-1682).

De opkomst van de industrie in Twente ging aan Ootmarsum voorbij; het bleef een akkerbouwstadje. Hierdoor stokte de ontwikkeling van Ootmarsum, wat in de tweede helft van de 20e eeuw een gunstig effect had op de toeristenindustrie: het nostalgische stadscentrum doet oude tijden herleven. 

Vandaag aangekomen in het Stadshotel van Ootmarsum. Nadat we de kamer geregeld hebben, zijn we op verkenning gegaan in het stadje. Het kent een openluchtmuseum, een schoolmuseum, het Drostehuis.

De lunch was in het restaurant niet ver van het hotel.

Na de lunch zijn we de grote kerk wezen bekijken en daarna het schoolmuseum.

De oorsprong van de kerk dateert uit de 917 na Christus. Van oorsprong een houten kerk die in de 11e eeuw vervangen wordt door een stenen kerk. In 1196 is men begonnen met het bouwen van de huidige kerk. Bij de wijding van het altaar op 28 oktober 1406, krijgt de kerk de naam Kerk van Simon en Judas.

Gedurende de tachtigjarige oorlog was Ootmarsum in handen van de Spanjaarden. Zo kwam Maurits van Oranje in oktober 1597 bij Ootmarsum. De Spanjaarden die hier waren, hadden het leger van Maurits zien aankomen en de stadspoorten gesloten. Daarop stelde Maurits zijn soldaten rond de stad op. Ook werden een paar kanonnen klaargezet. Maurits liet drie keer schieten en dat was voor de Spanjaarden al genoeg. Zij staken de witte vlag uit en gaven zich over. Ootmarsum was bevrijd. Een van de kogels is te vinden in de muur van de kerk.


In november en december 1813 werd de kerk gevorderd als onderkomen voor de Kozakken uit Rusland en Polen. Gedurende de bezetting hield men schietoefeningen met musketten tegen de kerkmuur.





Op het kerkplein, voor de kerk, is een waterpartij te zien met otters.


In Ootmarsum staan op verschillende plaatsen beelden.

Zo ook van de “Poaskearls” (Paaskerels), deze zijn katholieke vrijgezelle mannen van rond twintig jaar. Op de eerste zondag van de Vasten beginnen zij met het voorbereidingen van het paasfeest. Zij zijn herkenbaar aan hun lange beige regenjas, zwarte broek en hoed. Op de eerste paasdag rond 17.00 uur komen de Poaskearls om hand in hand rondom de Boaken, het paasvuur, lopen.

 

 

 

Ons volgende bezoek is het Schoolmuseum van Ootmarsum. Het museum is sinds 1994 gevestigd in het uit de 17e eeuw daterende vakwerkgebouw “het Ambachtshuis”. In de diverse vertrekken is de ontwikkeling van het onderwijs door de eeuwen heen te zien.

Bij het Schoolmuseum staat een beeld van een hoornblazer.

Een stap terug in de tijd, In het museum kun je de ontwikkeling van het onderwijs van rond 1600 tot heden beleven. Ons werd verteld dat de kinderen van nu zich niet konden voorstellen dat er onderwijs werd gegeven zonder computers.

 


 


We hoefden niet na te blijven, we hadden voldoende ons best gedaan. 


 

 

 

 

 

 

 

 

Terug naar het hotel voor het diner. Bij het Stadshotel kent men maar één menu en dat is het menu van de dag. Keurig verzorgt en zeer smakelijk.

Woensdag 20 april 2022 willen we eerst het openluchtmuseum bezoeken. Het is ongeveer 10 minuten lopen vanuit het centrum. Het openluchtmuseum Ootmarsum kent authentieke gebouwen uit vroegere jaren. Het geeft een beeld van het boerenleven op het  platteland in Twente van zo’n 100 jaar geleden. Het is het land van Heeren en boeren.

Op het terrein wordt, middels pijlen aangegeven hoe de route is, zodat je alle gebouwen kunt bekijken.










Naast het openluchtmuseum is een restaurant annex bierbrouwerij. In het kasteelachtige setting, op het Commanderieplein midden in het centrum van Ootmarsum, bevindt zich de Othmar Bierbrouwerij waar op ambachtelijke wijze Othmar bier gebrouwen wordt. In de koperen ketels, die zich in het midden van Gasterij Oatmössche bevinden, worden de bieren op ambachtelijke wijze gebrouwen. Volgens de oeroude brouwwijze, het Duitse ‘Reinheitsgebot’, brouwen ze het bier met slechts de vier basis ingrediënten, water, hop, mout en gist. Hierdoor ontstaat een natuurlijk bier vol van smaak en zonder toevoegingen. In de moderne brouwerij staat duurzaamheid voorop en worden zoveel mogelijk lokale producten gebruikt.

 

Tussen de middag hebben we de lunch gebruikt in het restaurant op het Kerkplein.

Het toegangsbewijs van het openluchtmuseum geeft tevens toegang tot het Drostehuis. De Drost, aangesteld door de stadhouder, was verantwoordelijk voor de openbare rust en spreekt ook recht.

Het bezoek aan het Drostehuis, niet te verwarren met de Droste chocolaatjes, geeft het verschil aan tussen de Heeren en de Boeren.

Een landdrost, drost of drossaard was in de late middeleeuwen, vooral in noordwestelijk Duitsland (aan de Nederrijn, in Westfalen en Oost-Friesland) maar ook in Mecklenburg, Sleeswijk-Holstein en in de Nederlanden, een functionaris die voor een bepaald gebied de landsheer vertegenwoordigde met als taken handhaving openbare orde, wetgeving, rechtspraak en verdediging van het toegewezen territorium. In de Franse tijd werd de term landdrost ingevoerd voor een Nederlands bestuursambtenaar die een bepaald gebied bestuurde.

Hendrik Knijpinga Cramer was drost van Twente en had een relatie met Judith Waanders (1771-1848), maar zij waren niet officieel getrouwd. Hun zoon Herman Cramer (1804-1868) is in Weerselo geboren als Herman Borgert en gedoopt als zoon van Judith Waanders, er werd geen vader genoemd! Bij zijn testament benoemt Hendrik Knijpinga Cramer de zoon van Judith tot universeel erfgenaam onder voorwaarde dat hij de naam Cramer zou voeren. Herman is 10 jaar oud als zijn "vader" overlijdt. Bij Koninklijk Besluit van 9 augustus 1815 werd de naamswijziging bekrachtigd.

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De rode salon met o.a. de open haard straalt een statige provinciale deftigheid uit.



 

De haardkamer met de grote schouw die op de eerste indruk maakt van marmer te zijn vervaardigd. Het is echter een van hout beschildert met een marmer print.


De opkamer. Deze werd ook wel gebruikt voor de rechtspraak. De opkamer valt op door het zwartgelakte kabinet, verrijkt met Chinese voorstellingen, en de bijzondere plafondpanelen uitgevoerd in achttiende-eeuws goudleer. De panelen zijn zeer donker en bevatten afbeeldingen van tropische vogels.


Voor een patriciërs huis is de bestaande keuken sober uitgevoerd.


 

 

 

De hele keuken is betegeld met de witte tegels en enkele tegeltableaus.

De tuin van het Drostehuis is een typische Franse Empire tuin strak van een symmetrische vorm. Perken worden omzoomd door buxus of taxus en in de vakken worden in het voorjaar eenjarige geplant. In de tuin bevindt zich in het middenpad een zonnewijzer op een molensteen.

“Je stond gewoon voor paal.”

Op de binnenplaats in de tuin staat een massief eiken schandpaal met hand- en hoofdklembord en polsbanden met hangsloten.


 

De zonnewijzer is een replica van de zonnewijzer, van hout, die in de kelder van het Drostehuis is gevonden.

 

 

 

 

 

Daarna nog wat gewandeld door Ootmarsum.


 

 

Deze kwajongen staat bij de stokerij Sculte.

Door het stadje vind je allerlei beelden. Het wordt niet voor niets het kunst stadje van het noorden genoemd.


Siepelstad Ootmarsum in Sagenland Twente. Middeleeuwse jonkvrouw. Kerkplein.

Met op de achtergrond de uit de 12e en 13e eeuw daterende R.K.Kerk -een pseudo-basiliek-, ziet u een middeleeuwse jonkvrouw die u als gast van Ootmarsum een ui presenteert. Het Twentse woord voor ui is siepel en Ootmarsum stond vroeger bekend om zijn uitgebreide en uitstekende uienteelt, die een belangrijke bron van inkomsten vormde. De uien of siepels symboliseren in feite de vele facetten van de stadshistorie. De voorraad in de siepelmand geeft de oogst aan waaraan de jaarlijkse siepelmarkten hun naam ontlenen.


De nachtwacht van Ootmarsum. Vanaf het moment dat Ootmarsum een vestingstadje werd, rond 1400, was er een nachtwaker of nachtwacht in gemeentelijke dienst. Deze moest er onder andere op toezien dat de stadspoorten ' s nachts goed gesloten werden, dat onbevoegden niet de stad binnenkwamen en dat het inbrekersgilde zijn ambacht niet kon uitoefenen. Bij brand moest de nachtwacht alarm slaan en de burgerij mobiliseren om gezamenlijk de brand te blussen. Later behoorde ook het opsteken van de (13) stadslantaarns tot de taken van de nachtwacht.

Sjalotje

Een vrouwtje op het land bij de oogst van uien. De uienteelt was vroeger een
belangrijke bron van inkomsten in en om Ootmarsum De ui heet in het dialect
́Siepel ́. De jaarlijkse oogstmarkten worden dan ook ́Siepelmarkten ́ genoemd.
De carnavalsvereniging ́"De Othmarridders" voert ook in haar wapen een siepel als stadssymbool
   


 

Spelende kinderen die 'bok springen'.

Het maakt deel uit van een groep spelende kinderen.

De groep van 5 beelden van spelende kinderen houdt de herinnering aan de bewaarschool, die voorheen op deze plaats stond, levendig. De kleuterschool werd geleid door de zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort.


Het Chronomium en de collectie

Het Chronomium is een centrum voor tijdmeetkunde. Onder meer toont het museum torenuurwerken, carillon- en luidklokken, 16e tot 21e eeuwse klokken en uurwerken uit verschillende landen. Daarnaast bezit het museum een collectie van antieke zak- en tuinzonnewijzers. Helaas is het museum permanent gesloten.

 

We kunnen zeggen dat we van deze paar dagen genoten hebben van ons verblijf in Ootmarsum. Goed hotel, alles binnen Ootmarsum op loopafstand. Een heuse aanbeveling.