zaterdag 29 juli 2017

De Spakenburger Dagen



Woensdag 26 juli zijn Gea en ik naar Spakenburg geweest.

In de krant stond een aankondiging dat de Rederij Eureka een geheel verzorgde vaartocht organiseert naar de Spakenburgse Dagen.
Via internet kon je dan aanmelden voor deze tocht. De auto bij het station Driehuis geparkeerd en verder met de trein naar Amsterdam. Aan de achterzijde van het Centraal Station lag de “Eureka” aangemeerd aan steiger 14.

Om 10.00 uur vertrok de boot richting de Oranje Sluizen het Markermeer op. We werden verwelkomt met een kopje koffie of thee met een plak cake. Mede gelet op de grote van de “Eureka”, gebruikte de kapitein de Prins Willem-Alexandersluis.
Deze sluis is de grootste van het complex.

Prins Willem-Alexander sluis

De grote sluis, de in 1995 toegevoegde Prins Willem-Alexandersluis, heeft een kolk van 24 bij 200 meter en schuifdeuren die over een hydrovoet glijden: een zeer dunne laag water. De sluizen worden bediend vanuit twee bedieningsgebouwen.
Jaarlijks passeren ongeveer 120.000 schepen door de sluizen. Wandelaars en fietsers kunnen over de sluizen het IJ oversteken. Ook is er een vispassage, waar een grote variatie van vissoorten gebruik van maakt.
De Oranje Sluizen kent een rijke geschiedenis.

Schelllingwoude

Na lange discussies ging in 1865 de eerste spade de grond in voor het Noordzeekanaal. Tegelijk werd begonnen met de bouw van de Oranjesluizen. Om de waterstand in het kanaal goed te kunnen regelen, was het noodzakelijk om het IJ aan de oostzijde af te sluiten van de Zuiderzee. Aanvankelijk wilde men dat doen met een dam met slechts één sluis erin en een stoomgemaal. Op aandringen van Amsterdammers en van binnenschippers werd besloten het aantal sluizen te verhogen tot drie, zodat scheepvaart tussen Amsterdam en de Zuiderzee goed mogelijk bleef. Justus Dirks maakte het ontwerp, en De Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij, de onderneming die de bouw van het kanaal leidde, stelde de waterbouwkundige Johannis de Rijke aan als opzichter van de bouw van de Oranjesluizen. Koning Willem III legde op 29 april 1870 de eerste steen. Er was toen al vijf jaar met veel tegenslag gewerkt aan de aanleg van de kistdam die het grootste deel van de afsluiting vormde. Op 25 september 1872 voer het eerste schip door de sluis.
Voor het personeel (sluismeester, ingenieur, kantonnier en sluisknechten) werden in totaal 23 woningen ten noorden van de sluizen (tegen Schellingwoude aan) gebouwd.
Het stoomgemaal aan de noordkant van de sluizen werd al in 1895 vervangen door een nieuw aan de zuidkant. En in 1975 werd dit weer vervangen door een elektrisch gemaal bij de Sluizen van IJmuiden. Op de fundamenten van het eerste stoomgemaal is in 1975 een vispassage gemaakt.
In 1909 werd ten noorden van de sluizen een telegraaf- en hulppostkantoor gericht op binnenvaartschippers (naar ontwerp van rijksbouwmeester Cornelis Peters) gebouwd.
Door toenemende drukte in de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw ontstonden soms gevaarlijke situaties wanneer beroepsvaart en plezierschepen door dezelfde sluis wilden. Bovendien waren binnenvaartschepen sinds 1872 aanzienlijk groter geworden. Daarom werd een aparte sluis gebouwd voor de binnenvaart, de Prins Willem-Alexandersluis. Deze werd in 1995 geopend.
Tussen 1997 en 2000 werd het oude complex ingrijpend gerenoveerd en gemoderniseerd: de fundering werd vernieuwd en de sluizen kregen dubbelkerende deuren. De sluis is nu gereserveerd voor de recreatievaart. Een kunstwerk herinnert aan de renovatie.

De Prins Willem-Alexandersluis gepasseerd hebbende, varen we onder de Schellingwouder brug door over de Zeeburgertunnel in de richting van het IJmeer. 


Schellingwouder brug

Hierbij passeren we Pampus. Omdat we al een afspraak hebben, gaan we niet voor Pampus liggen en wachten op hoog water. Het water heeft genoeg diepte om de “Eureka”  haar tocht te vervolgen. Vanuit het Buiten-IJ varen we op het IJmeer. Aan stuurboord zijde (rechts) kunnen we net het Muiderslot zien. Via de Hollandse Brug komen we in het Gooimeer. Vanaf de Stichtse brug verruilen we het Gooimeer voor het Eemmeer. Achteruit varend meert de “Eureka” bij de haven van Spakenburg.

Hier verlaten we met zo'n 460 passagiers de “Eureke” om ons in de drukte van de Spakenburgse Dagen te begeven. Langs de kramen route was een verscheidenheid aan goederen en vis uitgestald. 

Haven Spakenburg
 
Eigenlijk te veel in een tijdsbestek van 2 ½ uur te kunnen bekijken. 

 
Genoeg hebbende van de drukte hebben we een museum gevonden waar we met onze museumkaart gratis toegang hebben.





 Op een prachtige plaats aan de oude haven en tegenover de eeuwenoude scheepswerf ligt Museum Spakenburg.
In het museum wordt het verhaal verteld van de gemeente Bunschoten. Deze gemeente bestond oorspronkelijk uit drie kernen: Bunschoten, Spakenburg en Eemdijk. Sinds 1974 is de gemeente uitgebreid met een deel van Hoogland: Zevenhuizen. De verschillende kernen hebben alle een rijke historie die in het museum wordt getoond.

 
Stap binnen in de historische oase van het rijke boerenleven, de visserij en oude ambachten en geniet van de prachtige collecties en een grande finale van de mooiste klederdracht.
In het museum staan spannende tegenstellingen centraal. Traditie en vernieuwing gaan hand in hand. Bij onderdeel thema's wordt kort op de verschillende tegenstellingen ingegaan.

Taanpot, voor het tanen van zeilen en netten. 
 











kruidenierswinkel











In Bunschoten-Spakenburg heeft de tijd niet stilgestaan: zowel typische industriële bedrijvigheid als voetbal (blauw en rood) hebben een plek in het museum.
Museum Spakenburg is in 2008 volledig vernieuwd. De combinatie van een prachtige collectie en het gebruik van audiovisuele middelen maken een bezoek tot een verrassende beleving.
Na de bezichtiging van het museum nog even uitrusten in het museumcafé. Daarna is het weer tijd om de “Eureka” weer op te zoeken. 





 fort Pampus



We zijn voornemens om weer een keer terug te gaan naar Spakenburg, maar dan op eigen gelegenheid. Op de zaterdagen worden dan van 10:00 uur tot 17:00 uur de weekmarkten gehouden. Dan zal het wel niet zo druk zijn zoals op Spakenburgse Dagen.

Om half vier is de afvaart gepland, maar dan zijn er toch wel medepassagiers die het voor elkaar krijgen om wat later te komen.

De zelfde route terug geeft ook nog wat andere gezichtspunten. Na de Oranje Sluizen gepasseerd te hebben, staat ons een kleine verrassing te wachten. Daar waar vroeger de vrachtschepen hun lading loste en nieuwe landing inladen, staan nu woningen en kleinschalige bedrijfjes. 



Zo voeren we de Ertshaven en de Entrepothaven rond. Bij het Java-eiland werden we attent gemaakt op de vier doorkijkjes met de kleine grachtjes.







En zo kwamen we dan aan bij pier 14 aan de Ruyterkade, eindpunt van deze dagtocht.

Gelet op de tijd, zou het erg laat worden om te eten eer we thuis zouden zijn. Dus zijn we wezen eten in Amsterdam. De stationsrestauratie 1e Klas heeft een goede keuken en is niet zo duur. Voor ons beide gebakken Gamba's en dan kunnen we voldaan weer naar huis.

De hele dag was het zonnig en droog, maar huiswaarts begon het te regenen. Hebben we toch wel mazzel gehad.