woensdag 21 maart 2012

Vakantie in Tasmanie - zondag 11 maart 2012

Vroeg op, om half acht ontbijten. We gaan vandaag naar Cockle Creek, het einde van Tasmanië.
Als je hier van daan naar het zuiden zwemt kom je op de Zuidpool terecht.


Crockle Creek stond bekend om de walvisvangst. Ter herinnering aan die tijden staat er beeld van een walvisjong. De walvissen waren in die tijd talrijk en zwommen de baai in met hun kalveren.
De jagers schoten hun harpoenen af op de kalveren, welke op hun beurt - door de geluiden van de kalveren - de volwassen walvissen naar de baai lokte.


De baai is nu het domein van de sportvissers. Walvissen worden weinig meer gezien in Cockle Creek.




Een stukje verder kunnen even zitten voor een kopje koffie c.q. thee en a bite to eat. Daar vlakbij liggen de restanten van een zaagfabriek.





Op de terugweg naar Hobart komen in een gebied waar recentelijk een bosbrand heeft gewoed.



Bij een hotel in Southport wordt aangegeven dat het de laatste stop is in Tasmanië.
Het is een hotel en caravanpark met diverse faciliteiten, zoals; een General store (uitgebreide supermarkt), een bar, een afhaalrestaurant, een koffieshop en ze serveren zeven dagen in de week maaltijden.



Onze volgende stop is Tahune Air Walk. Deze is vergelijkbaar met het Boomkroonpad in Drenthe.



De blauwe lijnen geven de route van het pad aan.
In het hoogseizoen kun je met een busje naar het startpunt van de Air Walk gebracht worden.
Vandaag doen we dat op eigen kracht. Het is een hele klim. Het pad loopt nagenoeg langs de Huon River. En het is 1,6 km lang. Het laatste stukje hangt zo'n 48 meter boven de Huon River.


Het is een prachtig gezicht om van deze hoogte de rivier te bekijken.


Speciaal vanaf het laatste stukje. Doordat er mensen op lopen wiebelt hij wel.



Bij Keogh's Creek staat de Australische grootste boom. Ze hebben berekend dat hij 405 ton weegt en 87 meter hoog is. Voor de inslag van het onweer moet hij veel hoger zijn geweest.


En zo komen we in Geeveston. Geeveston heeft een belangrijk deel gehad aan de houtindustrie.
Het Forest and Heritage Centre is grotendeels gewijd aan de houtindustrie. Beelden van hout sieren het centrum.


In het Forest and Heritage Centre staat een model van een vrachtwagen, zoals die bij het vervoer van het hout gebruikt is.


Ik kon de verleiding niet weerstaan om achter het stuur te kruipen.



Deze mevrouw zit te wachten op de bus en hier brak ik ook mijn bril.


Op de weg naar Hobart stoppen we nog even bij een appelmuseum.



Terug in Hobart hebben gegeten bij het Mures restaurant. Fish en Chips. In het appartement hebben  daarna nog even zitten Keezen. Bijtijds naar bed, want we gaan weer op de terugweg naar Delorain.

Vakantie in Tasmanie - maandag 12 maart 2012

8 Uur ontbijt, de koffers ingepakt en we gaan op weg naar Delorain.
Via New Norfolk, waar een Hopmuseum is. Hop is de ingredient voor het maken van bier.


Helaas het museum is gesloten. Het is vandaag Eight Hours Day.
Ik moet nog even uitvogelen wat het voor een dag is. Iedereen heeft vandaag vrijaf.
Eight Hours Day komt voort uit de beweging van begin 1800 voor een 8-urige werkdag. Omdat te kunnen herinneren is in Tasmanie de Eight Hours Day ingesteld.

Dat zal ook wel de reden zijn dat het museum gesloten is. We proberen het verderop. Daar is de kwekerij van Salmon Ponds. Deze is open en we kunnen de forellen van nabij bekijken.


 

Voor een dollar kun je visvoer kopen om deze aan de forellen te voeren.
Bij het voeren kun je pas zien hoe groot ze zijn.


Het museum beschrijft hoe de eitjes van de forel naar Tasmanië zijn overgebracht. In kisten die speciaal waren ingericht, werden de eitjes vervoerd.


Gevuld met ijs en verdere isolatie - om te voorkomen dat het ijs te snel zou smelten - komen de eitjes in Tasmanië aan. Deze worden dan weer uitgezet in het water in de hoop dat ze uitkomen. Vele eitjes overleven het transport niet. Maar met de eitjes die uitkomen werd verder gekweekt. De kwekerij kwam in 1861 tot stand en heeft sindsdien de zalm en de forel in de rivieren van australië en tasmanië gebracht.

Op het terrein is tevens een museum ondergebracht waar men de hengelsport in het beginstadia kan bewonderen.



Ook wordt weergegeven hoe men in dit tijd leefde.



Niet ver van de Salmon Ponds hebben we nog een oude watermolen gezien. In de vallei van de River Derwent is het een en al hop.




Russel Falls, een waterval in Mount Field National Park, heeft sinds 1885 een beschermde status.


Door een bord worden we voor de gevaren in het bos gewaarschuwd.


Tijdens de wandeling zien we een omgevallen boom, die van binnen geheel is uitgehold.
Ik kon er gemakkelijk in staan.


Een waterval blijft facineren.


Tijdens de wandeling kom je, hoe kan het ook, een wallaby tegen.


Het zijn op zich wat schuwe dieren en erg allert. De Russel Falls staat ook op een postzegel van Tasmanië afgebeeld.


We komen bij het plaatsje Kempton. Langs de weg zien we silhouettes van een postkoets en even verderop van een "highway robbery".



Op de heenweg zijn we gestopt bij St. Peters Pass, een parkeerplaats met BBQ accomodaties.
Nu stoppen we er weer en zien dat de State Emergency Service, vergelijkbaar met onze boswachterij, een stalletje heeft neergezet. In dat stalletje bieden zij de reizigers koffie en thee om even tot rust te komen. Even later stopt er ook een auto van de Tasmaanse politie. Zij lusten ook wel a cuppa.





Onderweg halen we nog een oldtimer in.


Thuisgekomen gaat Gerard de BBQ in orde maken. Vanavond komt hun zoon Adrian, zijn vrouw Lana en de kinderen eten. Een gelegenheid voor Gea om de kinderen de kadootjes, die we hebben meegebracht, te geven.



Opa Gerard leest de kleinste voor uit het boek van GEA.


We laten het eten ons goed smaken.


En zo is ook dit weekend weer omgevlogen. Nog drie dagen en we gaan weer opstap.

Vakantie in Tasmanie - vrijdag 9 maart 2012

Vroeg ontbijten, om half negen vertrekken wij richting Hobart. Onze eerste stop is Campbell Town.
Campbell Town is een plaats met een hoog koloniale gehalte. In de hoofdstraat ligt een rij stenen waarin de namen van de veroordeelde zijn ingegraveerd.



De hoofdstraat is erg breed, het lijkt wel een snelweg. De maximum snelheid in een plaats is 50 km/u en daar wordt streng op gecontroleerd. Flitspalen zijn daar onbekend, maar laserguns destemeer.


We komen daar een "ouderwetse" snoepwinkel tegen. Deze verkoopt alleen maar snoep en we vinden daar ook wat bij ons alleen in december tegenkomt.




En nederlands drop.


De winkel heeft een aandoenlijke naam: "A Little Piece of Heaven".


Even verderop staat een beeldengroep die een stuk van de geschiedenis van Tasmanië weer geeft.








Onze volgende stop is het plaatsje Ross.


Een oude "Tearoom" domineerd de hoofdstraat van Ross.


In de zon het terras zeer aantrekkelijk, maar in winterse omstandigheden is het binnen met een open haard ook niet te versmaden.



Het Tasmanian Woolcentre huist een museum waar wol een prominente plaats in neemt.


Rambo kennen we van een film, maar in Ross is het een schaap.


De geschiedenis verteld ook over de periode waar de gevangenen uit Engeland aan het werk werden gezet.


Het wol van de diverse soorten schapen staan in bakken uitgestald.


Zonder woorden.


In Tasmanië vindt je veel monumenten die herinneren aan de 1e wereldoorlog.


Uit de koloniale tijd vinden we een brug die door twee veroordeelde metselaars is geconstrueerd. Met behulp van een groep veroordeelden is de brug gebouwd. In 1836 is de brug geopende door Governor Arthur. De twee metselaars kregen bij de opening een general pardon en konden staan en gaan waar ze wilde. Op een van de stenen van de boog heeft een metselaar zijn gezicht gebruikt om de brug te sieren.



Een oude kerk siert het stadje.