donderdag 25 september 2014

Onze vakantie in Drenthe. 16 september 2014



Dinsdag 16 september 2014.



Na de lunch zijn we naar Stadskanaal gereden. Stadskanaal is één van de grote gemeentes in Drenthe.

Stadskanaal (Gronings: Knoal) is een plaats in de gelijknamige gemeente in de provincie Groningen (Nederland). De plaats heeft anno 2012 bijna 20.000 inwoners en behoort tot de grootste plaatsen in de provincie. De plaats is ontstaan als veenkolonie en uitgegroeid tot een regionaal centrum. De plaats wordt gevormd door een bijna 10 kilometer lang lint langs het gelijknamige kanaal, waaraan ter weerszijden nieuwe woonwijken zijn toegevoegd.


Geschiedenis

In 1765 nemen de burgemeester en de raad van de stad Groningen het besluit om het Stadskanaal te graven. De naam betekent dus letterlijk "kanaal van de Stad (Groningen)". In 1815 was het kanaal al aangelegd tot de plaats waar tegenwoordig de watertoren van Stadskanaal staat en in 1856 werd Ter Apel bereikt. Langs het kanaal kwam steeds meer bebouwing en zodoende ontstond er een lintdorp. Dit lintdorp loopt langs het Stadskanaal vanaf de gemeente Veendam naar de gemeente Vlagtwedde (bij Musselkanaal) over een lengte van 16 kilometer. Ook kwam er industrie waaronder twee aardappelmeelfabrieken , de coöperatieve "De Twee Provinciën" en een fabriek van W.A. Scholten aan het Stadskanaal ten noorden van het Pekelderdiep. Deze laatste draaide voor het laatste een campagne in 1930-1931. Langs het Stadskanaal waren diverse scheepswerven te vinden.
Na de Tweede Wereldoorlog groeide Stadskanaal sterk. Voornaamste oorzaak hiervan was de komst van Philips naar het dorp. Philips stelde hierbij enige eisen aan het gemeentebestuur. Zo moest er onder andere een schouwburg in Stadskanaal komen en een openbare bibliotheek. Hierdoor groeide Stadskanaal uit tot de op een na grootste gemeente van de provincie na de stad Groningen.
Philips heeft lange tijd een eigen vliegveld bij Stadskanaal gehad. Dit vliegveld ligt bij Vledderveen en is nu in gebruik als vliegveld voor ultralichte vliegtuigen. In 2004 maakt Philips bekend haar laatste vestiging in Stadskanaal te sluiten. LG.Philips Displays in Stadskanaal met zestig werknemers bleef wel open. Dit bedrijf was voor 50 procent in handen van Philips. Deze firma sloot de fabriek in midden 2006.




Verspreid over het winkelcentrum staan een aantal beelden.



Dit is een beeld ter herinnering aan de veenkoloniale vrouwen. Het gebied rondom Stadskanaal is een groot veengebied.










Een ander beeld dat herinnerd aan de veenkoloniale tijd zijn de spaden waarmee het kanaal werd gegraven waaraan Stadskanaal haar naam ontleend.


De tekst op de spaden luidt:

Stadspaden. Hier werkten men met man en macht aan een kanaal door ’t veen en spaden staan nu stil bij dat wat grond voor welvaart bracht. Wat je vervoert dat schept je thuis per schip, ter paard soms lopen het voelt hier als een poort naar stad met beide deuren open.






Na wat gewinkeld te hebben, een bakkie bij de Hema, zijn we terug gereden naar Gasselte.



























woensdag 24 september 2014

Onze vakantie in Drenthe. 15 september 2014



Maandag 15 september 2014.

Vanmorgen hebben we het rustig aan gedaan. Vlees en droge worst gehaald bij Karbo en Naadje. http://www.blauwebessenboerderij.nl/boerderijwinkel/





Daarna groente gekocht bij de boer. — in Gieterveen.



Beide maken deel uit van de Oostermoerse agrarische vrouwen.

Dit een groep van 10 enthousiaste agrarische vrouwen uit het Oostermoer gebied in Drenthe, die elk jaar in de maanden mei, juni, juli en augustus markten organiseren met als doel de consument en producent van agrarische producten dichter bij elkaar te brengen. De consument te laten proeven en genieten van de ware smaak van zo’n streekproduct. De markten vinden plaats op een boerenerf, zodat iedereen die interesse heeft, een kijkje kan nemen achter de schermen.

Na de lunch hebben we heerlijk gewandeld, We zijn begonnen bij een oude spoorbrug die ligt tussen Gieten en Gasselte.






De spoorlijn Gasselternijveen - Assen is de voormalige spoorverbinding tussen Gasselternijveen en Assen. De spoorlijn werd aangelegd door de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij en op 15 juni 1905 geopend. 

De lijn maakte als zijtak deel uit van het NOLS-netwerk dat zich uitstrekte van Zwolle tot aan de haven van Delfzijl.

In 1947 is de lijn gesloten voor reizigersvervoer en tussen 1968 en 1972 ook voor goederenvervoer. 

In 1977 werd het spoor ten slotte opgebroken. Grote delen van het tracé zijn nog herkenbaar.


 De volgende stations lagen aan de spoorlijn:

  
Station Gasselternijveen, bouwjaar 1903, NOLS type tweede klasse (gesloopt in 1966)













Halte Gasselte, bouwjaar 1903, NOLS type halte (gesloopt in 1969)










Station Gieten, bouwjaar 1903, NOLS type derke klasse (gesloopt in 1969)













Halte Eext, in 1905 abri, in 1923 vervangen door haltegebouw, uniek ontwerp

 

Stopplaats Anderen, bouwjaar 1905, abri (gesloopt in 1935. 
Voormalig tracé van de spoorlijn Gasselternijveen Assen ter hoogte van Anderen. Rechts lag de het perron van de stopplaats. 

Station Rolde, bouwjaar 1903, NOLS type derde klasse



Station Assen, 1870, vernieuwde versie van standaardtype SS derde klasse. In 1988 vervangen door nieuwbouw

Het pad wat we volgden heet het Brummelpad.





























De blauwe lijn geeft de route aan die we, zo goed als kwaad gevolgd hebben.








GASSELTE – De historische spoorbrug Ravijnzicht bij Gasselte is in oude glorie hersteld. De brug wordt vrijdag 6 juli om 13.30 uur heropend door wethouder Bert Wassink van de gemeente Aa en Hunze.

Uit inspectie bleek dat de brug in slechte staat van onderhoud verkeerde. Daarom sloot de gemeente de brug in februari 2008 voor het verkeer. De nieuwe brug is nu weer te gebruiken door voetgangers, fietsers en bromfietsers.
Door een ravijn
De spoorbrug is rond 1905 gebouwd voor de spoorlijn Assen – Stadskanaal om een verbinding te maken tussen de landbouwgronden aan de oostzijde van de spoorlijn en de boerderijen aan de westzijde van de spoorlijn. Het spoorwegtracé doorsneed tussen Gieten en Gasselte een hooggelegen deel van de Hondsrug, waardoor een doorgraving gemaakt moest worden.
De spoorweg liep hier als het ware door een ravijn. De oude spoorlijn ligt er niet meer. Dit is nu een wandel-/huifkarroute.



Het einde van het pad van spoorlijn brengt ons bij Gieten, de Grote Kamp. Door de nieuwbouw zijn de resten van de spoorlijn grotendeels verdwenen. Een stuk van de spoorlijn staat te boek als de oude spoordijk. Het enige wat nog aan het bestaan van de spoorlijn herinnert is de Stationsstraat.


Deze kleine tijger heeft ons een tijd gevolgd.












De route brengt ons langs bossen en landbouwgrond. De maïskolven zullen waarschijnlijk binnenkort geoogst kunnen worden.











Deze postbussen staan aan een zandpad, geen doen voor de postbode.

Zodoende staan deze op de hoek van de Grensweg en de Verlengde Looweg.


Een blik in de verte laat ons een houtwal zien.

Een houtwal, houtsingel of boomwal is een geheel of gedeeltelijk aan de natuur overgelaten erf afscheiding, vaak ook tussen weilanden, die kan bestaan uit bomen en/of struiken. Ook een houtril of takkenwal van dood hout wordt soms een houtwal genoemd. Wanneer een houtsingel geen kunstmatige aarden wal bevat, wordt ook wel gesproken van een boomsingel of kortweg singel.
Grofweg kunnen twee typen worden onderscheiden: beplantingen die op een kunstmatige aarden wal staan (houtwal) en beplantingen die op dezelfde hoogte staan als het omringende land (houtsingel). Van oorsprong hadden houtwallen als functie het wild buiten en het vee binnen de landbouwpercelen te houden. Daarnaast leverden ze geriefhout en brandhout. De wallen werden aangelegd langs esranden, als begrenzing van landgoederen, rond de kleine percelen bij de dorpen, op de grenzen van beekdalen en dwars in de beekdalen. Vanwege hun rol als natuurlijk prikkeldraad werden vaak struiken met doornen aangeplant. De ouderdom van deze landschapselementen varieert sterk. Ze zijn vaak bij een ontginning aangelegd, in zeldzame gevallen zijn het overblijfselen van grenswallen uit de middeleeuwen.
Houtwallen en houtsingels zijn landschappelijk en ecologisch van bijzondere betekenis en herbergen een grote verscheidenheid aan planten- en diersoorten. De helling biedt variatie in nat/droog en warm/koud. De zonkant is dan vooral interessant voor insecten, amfibieën en reptielen, de schaduwkant voor varens en mossen. De vegetatie onder de bomen wordt vaak gekenmerkt door soorten die buiten de houtsingels niet of nauwelijks in het gebied voorkomen, zoals kamperfoelie, maagdenpalm, bosandoorn, dauwnetel.





En zo zijn we dan weer terug bij de spoorbrug. Naast de spoorbrug is een trap waarmee je op het oude spoor kunt komen. En dat levert dan ook weer leuke plaatsjes op.










dinsdag 16 september 2014

Onze vakantie in Drenthe. 12 september 2014




Vandaag zijn we op weg naar de camping, waar  we drie weken zullen vertoeven. We gaan naar Camping De Berken, waar we bijna elk jaar onze “vakantie” vieren. Dit maal hebben we weer een luxe caravan met alles erop en er aan. Verwarming voor de koude avonden, warm water voorziening voor de douche, een eigen toilet, zodat we niet hoeven te hollen naar sanitairgebouw en een televisie.

http://www.fietsen.123.nl/images/2010-02/museumjourelogo.jpg



http://www.bus-idee.nl/JoureMuseumJoure10.jpg

Onze eerste stop is het Museum Joure, waar onder meer de oude gebouwen van Douwe Egberts hun plek hebben gevonden.



Naast het hoofdgebouw, waar de entree is, is het fabrieksgebouw.



Dit werd gebouwd door de nazaat van Douwe Egberts, C.J. de Jong, in 1989 in de tuin van bedrijfspand aan Midstraat. Hier zijn de collecties op het gebied van koffie en thee ondergebracht.






Allemaal een stukje nostalgie.

Aan de andere kant van de entree is het geboortehuis van Egbert Douwes in 1981 toegevoegd aan het museum. Het huis is steen voor steen overgebracht van Idkenshuizen naar Joure. Egbert Douwes grondlegger van Douwe Egberts, is hierin geboren. Het concern is genoemd naar zijn zoon, Douwe Egberts, geboren in 1755.


Naast het geboortehuis van Egbert Douwes is de koperslagerijwerkplaats van Dijkstra uit Sneek ingericht in het Kadehuis. Dijkstra maakte vanaf de jaren 20 van de vorige eeuw vele koperen geschenkartikelen voor DE.


In het Ambachtengebouw is een werkplaats ingericht voor produceren van Friese klokken. Hier is te zien hoe het uurwerk, de wijzerplaat en de klokkenkast wordt gemaakt. Er is bovendien een zilversmederij ingericht met objecten van Jouster zilversmeden.




Even het bruggetje over en we komen bij het pand van de Metaalwarenfabriek Keverling. Hier is de geelgieterijcollectie met gietmallen en half- en eindproducten van koper te vinden. Tevens is hier de grafische afdeling, waarbij kennis gemaakt wordt met het zet- en drukkersvak.






In het voormalige gebouw van de geelgieterij Keverling hangt de topcollectie Friese klokken. De vele mechaniekjes met o.a. ballonvaart, Bijbelse taferelen en het boerenleven nodigen uit om beter te bekijken.
Aan de Midstraat 99 woonde C.J. de Jong in een statig pand. Waar nu het VVV/ANWB kantoor gevestigd is brandde hij tot hij de fabriek liet bouwen, de koffie. In de naast gelegen tuinkamer is nu het sfeervolle Koffie- en Theehuis.
De museumwinkel de Witte Os is in 1871 aangekocht door de firma Weduwe Douwe Egbertszoon. Vanaf die tijd heeft het als winkel van koloniale waren gediend. Ook nu gaat er nog versgebrande koffie, thee en ouderwets snoepgoed over de toonbank.


Na genoten te hebben van dat alle moois hebben we aan de overkant van de museumwinkel een broodje gegeten en een “molenbrood” gekocht.

(bron: Plattegrond Museum Joure. www.museumjoure.nl)

Daarna op weg naar Gasselte.