Zondag 26 juli 2020
Vandaag zijn we, op uitnodiging van de Historische Kring
Velsen, op bezoek voor een excursie naar het Kasteel Assumburg en kasteeltuin.
Onder
leiding van een gids werden we door de diverse tuinen rondgeleid. De kasteeltuin
kenmerkt zich door een Rosarium, boomgaard, baroktuin en de groente- en
kruidentuin.
De
groente- en kruidentuin bevindt zicht aan de noordzijde van het kasteel. In de
groentetuin worden vooral de vergeten groenten, zoals gele wortelen, blauwe
raapstelen en witte bieten, geteeld. In kruidentuin vindt men o.m. Kardoen, Is nauw verwant aan de artisjok en is
afkomstig uit het Middellands Zeegebied.
Warmoes, een zeer oude groente die al in de 4e eeuw vóór
Christus door Aristoteles werd beschreven. Het
is een snijbiet waarbij je de plant drie a vier keer per jaar kunt afsnijden. Het
blad en de stengels zijn erg smakelijk en is rijk aan vitamine C en calcium,
tevens heeft het een hoog ijzergehalte.
Schorseneren,
de smaak lijkt op asperges
en daarom wordt deze groente ook armeluisasperges genoemd. een andere bijnaam
is; keukenmeidenverdriet. waarschijnlijk omdat het schoonmaken van de groente
veel werk vereist. het zijn lange dunne wortels met een bruine schil. het bleek
crème vruchtvlees heeft een heerlijke smaak.
Het Rosarium kenmerkt zich door de variëteiten van diverse
rozen. Centraal in het Rosarium staat het rozenprieel. Deze wordt veel gebruikt
voor het sluiten van huwelijken.
De Boomgaard. In de boomgaard vindt men fruitbomen, zoals
appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen van rassen die al meer dan 150 jaren
bestaan. Zeer toepasselijk was als eerste boom een Assumerpeer geplant.
De Baroktuin in Frans-classicistische stijl is van 2009
opnieuw aangelegd naar de oorspronkelijke situatie zoals te zien is op gravures
uit 1729. Opvallend zijn de vier “broderies” met geschoren Ilex hulstplanten in
wit grind.
Rond
het jaar 1700 liet een Amsterdamse regent, koopman en bankier, Jean Deutz
(1655-1719) zijn oog vallen op slot Assumburg en liet naast een flinke
verbouwing van het kasteel ook een prachtige symmetrische baroktuin aanleggen
die paste bij zijn maatschappelijke positie en de schoonheidsidealen van die
tijd. In 1729 werd van deze tuin een kopergravure gemaakt die als leidraad is
gebruikt om de tuin weer in oude luister terug te brengen. De tuin heeft
waarschijnlijk niet zo lang bestaan, gezien na de Franse revolutie deze
architectuur verdween om plaats te maken voor andere tuinstijlen, zoals de Engelse
landschapsstijl. Het terrein is tussen 1911 en 1945 vervallen tot
vuilstortplaats. Na de aanleg van het park Assumburg Oud-Haerlem rond het jaar
2000 is in 2008 na sanering van het terrein begonnen met de reconstructie van
de tuin. Op 10 juni 2011 werd de nieuwe kasteeltuin geopend.
Even
een zijsprongetje. Sinds kort heeft men de contouren van het Kasteel Oud-Haerlem
kunnen ontdekken.
In de jaren dertig van de vorige eeuw werden bij het Noord-Hollandse Heemskerk met behulp van luchtfotografie sporen van een oud kasteel herontdekt. Het zogeheten Slot Oud Haerlem werd gebouwd in de dertiende eeuw en in 1351, tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, verwoest. Recent hebben archeologen het terrein met nieuwe technieken onderzocht. Hierbij is een grote nieuwe kasteelstructuur gevonden. Vermoedelijk gaat het om de voorburcht van het complex.
In de jaren dertig van de vorige eeuw werden bij het Noord-Hollandse Heemskerk met behulp van luchtfotografie sporen van een oud kasteel herontdekt. Het zogeheten Slot Oud Haerlem werd gebouwd in de dertiende eeuw en in 1351, tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, verwoest. Recent hebben archeologen het terrein met nieuwe technieken onderzocht. Hierbij is een grote nieuwe kasteelstructuur gevonden. Vermoedelijk gaat het om de voorburcht van het complex.
Na
de rondleiding door de tuin van het kasteel Assumburg werden we bij, wat nu de
ingang is, door een gids van de Historische Vereniging Heemskerk door het Slot Assumburg rondgeleid.
Slot Assumburg is een kasteel in het oosten van Heemskerk.
Het dateert waarschijnlijk oorspronkelijk uit de 13e eeuw, maar werd in 1546 verbouwd,
en is genoemd naar de buurtschap Assum tussen Heemskerk en Uitgeest.
Er wordt wel aangenomen dat bij de bouw is gebruikgemaakt van sloopmateriaal
van kasteel Oud Haerlem, maar dat is niet het geval. De kracht die
het kasteel uitstraalt, is ook meer schijn dan werkelijkheid. Het is
in feite een imitatie van een middeleeuws kasteel. De dunne muren zouden een
beleg niet hebben kunnen doorstaan. Een dergelijk kasteel wordt doorgaans coulissenkasteel genoemd.
Slot Assumburg is gedurende vele eeuwen een
adellijk verblijf geweest. Een groot aantal verschillende geslachten hebben er
gewoond. Na 1867 bleef het slot onbewoond. De betimmeringen en de
gebruiksvoorwerpen werden overgebracht naar kasteel Marquette.
Ook de omgeving raakte haar oude glorie
kwijt: het park rond het slot verdween. Vanaf 1911 tot 15 januari
2016 was het eigendom van het Rijk. Het slot werd voor één gulden
overgedaan aan de staat met de verplichting het slot te restaureren. De
restauratie in opdracht van de Rijksgebouwendienst kwam uiteindelijk
rond 1980 gereed. De in de nabijheid gelegen oranjerie was al rond
1965 gerestaureerd. In 1933 kreeg de Assumburg haar bestemming als jeugdherberg.
De geschiedenis van Slot Assumburg.
Slot Assumburg is gedurende vele
eeuwen een adellijk verblijf geweest. Een groot aantal verschillende geslachten
hebben er gewoond.
Het slot stond in de 13e en 14e eeuw
bekend als Williaems Woninghe van Velsen en ’t werd zoals de naam al aanduidt,
bewoond door de familie van Velsen. Andere bekende families die het slot hebben
bewoond waren Van Assendelfts, de Van Polanens en de Van Renesses.
Rechtspraak in slot Assumburg
In de Middeleeuwen was het
platteland verdeeld in een groot aantal ambachten. Heemskerk was zo'n ambacht.
Het recht om rechtspraak en bestuur uit te oefenen, was in handen van de
ambachtsheer, die dit recht in leen hield van de graven van Holland. De eerste
ambachtsheren waren leden van het geslacht Van Haarlem, bewoners van
Oud-Haerlem, en beleend met zowel het bestuur van Heemskerk als dat van
Castricum. Met de dood van Jan van Bergen, die in 1321 zonder zoons stierf,
vervielen de bezittingen van het geslacht Van Haarlem en daarmee ook de
heerlijkheid Heemskerk aan de grafelijkheid. In 1327 verkocht de graaf het
kasteel Oud-Haerlem, tesamen met de ambachten Heemskerk en Castricum, aan Jan
van Polanen. Leden van de familie Van Polanen mochten zich tot aan het einde
van de 15e eeuw ambachtsheer van Heemskerk noemen. Door het in 1493 gesloten
huwelijk van Aleid van Kijfhoek met Claes van Assendelft kregen leden van het
geslacht Van Assendelft, bezitters van het kasteel De Assumburg, de
heerlijkheid Heemskerk in handen. De lotgevallen van Assumburg werden daardoor
verbonden aan die van Oud-Haerlem. Tot het begin van de 17e eeuw bezaten de
Assendelfts zowel De Assumburg als de heerlijkheid Heemskerk. In later tijd was
de heerlijkheid gedurende langere tijd in het bezit van leden van het geslacht
Van Renesse en de Amsterdamse koopmansfamilie Deutz van Assendelft. De
ambachtsheer bezat het recht om schout en schepenen aan te stellen. De
heerlijke rechten werden bij de staatsregeling van 1798 officiëel afgeschaft.
Aanvankelijk geheel en al, maar het staatsbesluit van 6 juni 1806 betekende een
gedeeltelijke terugkeer naar de oude situatie. Het recht van de heer tot
aanstelling van ambtenaren, zoals schout en secretaris, werd opnieuw ingevoerd,
voor zover de ambachtsheer dit recht voor 1795 bezeten had. In de grondwet van
1814 werden de heerlijke rechten wederom ingevoerd, waarna ze met de grondwetsherziening
van 1848 geheel werden afgeschaft.
In 1669 kocht koopman Johannes
Wuijtiers het kasteel. Toen na diverse eigenaren een zekere mr. Jean Deutz in
1694 het kasteel had gekocht, liet deze de Assumburg aanmerkelijk verfraaien
naar de smaak van die tijd (met een prachtig park met waterpartijen en
plantsoenen).
De laatste Deutz was jhr. mr. Jacob
Maarten Deutz van Assendelft die op het kasteel woonde en er ook stierf (in
1858). Toen zijn vrouw Josina Johanna Willink in 1867 in Amsterdam stierf, was
dat tevens het einde van de Assumburg als aanzienlijk buitenverblijf. Veertien
dagen lang vond er een veiling plaats van de inboedel (oktober 1868).
Plafond schildering met links het wapen
van Deutz van Assendelft.
Ook het landbezit werd van de hand
gedaan. Na een jaar lang verhuurd te zijn geweest aan een gefortuneerde
Engelsman, Hugh Hope Loudon, kreeg het gebouw diverse functies: in 1881 als
hospitaal tijdens een cholera epidemie en later nog als school.
In 1906 liet jhr. mr. Hugo Gevers van
Marquette de betimmering van de grote zaal naar kasteel Marquette overbrengen.
Ook de marmeren schoorstenen en vier deuren met hun omlijsting werden daarheen
gebracht. Nadat het slot niet meer bewoond werd raakte de omgeving ook de oude
glorie kwijt. Het park rond het slot verdween. Sedert 1911 is het in eigendom
van het rijk, het werd voor één gulden overgedaan aan de staat, dit met de
verplichting het slot te restaureren. In 1933 kreeg de Assumburg haar
bestemming als jeugdherberg. Tegenwoordig is er een hostel van Stayokay in de
Assumburg gevestigd.
De grote vijver werd in 1933 gedempt
met onverkoopbare bollen. Omdat de provincie Noord-Holland zo weinig kastelen
telde werd besloten het gebouw te restaureren. Een bestemming als jeugdherberg
waarborgde het sociale nut van het oude slot. Op 15 juli 1933 vonden de eerste
trekkers er onderdak. Tijdens de oorlog van 1940/45 legerden de Duitsers zich
in het kasteel. Na de bevrijding diende het als huis van bewaring voor een
dertigtal politieke gevangenen.
Het beheer over het gebouw wordt door
de Rijksgebouwendienst gevoerd. Vooral sinds 1950 werd het kasteel met stukjes
en beetjes gerestaureerd. De in de nabijheid gelegen oranjerie is rond 1965
gerestaureerd. Na de voltooiing van de restauratie van het kasteel zelf vond de
feestelijke heropening van het hotel plaats in oktober 1980.
Het slot zelf is alleen aan de
buitenzijde zichtbaar. Zelfs op Open Monumentendagen is slechts een zeer
beperkt deel van het slot toegankelijk. Men kan van boven op de muren uitkijken
naar de weilanden in de omgeving.
Slot Assumburg – 1790
Slot Assumburg - 2020
De oorspronkelijke ingang bevond zich
aan de zijkant van het Slot Assumburg. Naast het kleine deur is de bel nog
aanwezig.
Op de pentekening is het bruggenhoofd
en de ophaalbrug te zien.
Het kasteel ligt aan de oostzijde van
Heemskerk. Naast het slot bevindt zich het landschapspark Assumburg dat in 2003
is aangelegd.
In 2009 werd begonnen om de 18e
eeuwse baroktuin in Frans-Klassisistische stijlweer in originele staat te
brengen.
Onder bezielende leiding van hoofd
groenvoorziening van de Gemeente, Nico Brantjes werd een plan gemaakt en de
uitvoering gestart. De nieuwe kasteeltuin werd geopend in 2011, meet
bijna drie hectaren en bevat naast broderies, vijver met fonteinen, een boomgaard
met 150 oude hoogstam fruitrassen (vooral appels en peren), die al vóór 1850
beschreven zijn. Verder een kruidentuin en een rozentuin.
Als sluitstuk werd een wit marmeren beeld geplaatst van Elisabeth
Stienstra, een moderne versie van de mythe van de Sabijnse Maagdenroof, waarvan
in de oorspronkelijke tuin een kopie heeft gestaan.
Bezitgeschiedenis:
Jan van Rietwijk werd in 1322 beleend met de
helft van de Assumburg. De andere helft behoorde toen al aan Barthoud van
Assendelft. Op 17 mei 1328 verkocht Jan zijn helft van de Assumburg aan
Barthoud van Assendelft. Daarna droeg Barthoud (I) de gehele Assumburg op aan
de heer Jan van Polanen (eigenaar kasteel Oud Haerlem), die hem ermee beleende
op 5 juni 1335.
Barthoud was getrouwd met Catharina, dochter van Dirk van den
Wale, hofmeester van graaf Willem III. Dirk van den Wale was een bastaard van
Polanen! Barthoud stierf waarschijnlijk in 1345.
Zijn oudste zoon Dirk (I) verkreeg de
Assumburg, maar is vrij kort daarna kinderloos overleden, zodat zijn jongere
broer Gerrit (II) zich in 1348 op dit kasteel kon vestigen. Deze Gerrit was in
relatie gebleven met de familie van zijn oude leenheren de Van Haerlem's: hij
trouwde met Stevina van Haarlem. Sedertdien hebben de Van Assendelft's het
wapen van de Van Haerlem's in het hunne opgenomen. Hun oudste zoon Barthoud
(II) werd door hertog Willem VI verbannen. Dus betrok broer Dirk (II) van
Assendelft in 1413 de Assumburg en liet zich daarmee zelfs belenen (20 april
1421). De laatste mannelijke Van Assendelft die de Assumburg heeft bewoond was
Gerrit (VIII) (1567-1617) heer van Assendelft (1601), Assumburg, etc. Gerrit
(VIII) bleef ongehuwd.
Na zijn dood ontving zijn zuster Anna (II) de Assumburg in
leen (1618). Ze was getrouwd met Gerrit van Renesse van der Aa. Anna stierf in
1626. Nog enkele tientallen jaren bleven er Renesse's op de Assumburg wonen,
maar in 1669 kocht koopman Johannes Wuijtiers het kasteel. Toen na diverse
eigenaren een zekere mr. Jean Deutz in 1694 het kasteel had gekocht, liet deze
de Assumburg aanmerkelijk verfraaien naar de smaak van die tijd (met een
prachtig park met waterpartijen en plantsoenen). De laatste Deutz was jhr. Mr.
Jacob Maarten Deutz van Assendelft die op het kasteel woonde en er ook stierf
(in 1858). Toen zijn vrouw Josina Johanna Willink in 1867 in Amsterdam stierf,
was dat tevens het einde van de Assumburg als aanzienlijk buitenverblijf.
Veertien dagen lang vond er een veiling plaats van de inboedel (oktober 1868).
Ook het landbezit werd van de hand gedaan.
Na een jaar lang verhuurd te zijn geweest aan
een gefortuneerde Engelsman, Hugh Hope Loudon, kreeg het gebouw diverse
functies: in 1881 als hospitaal tijdens een cholera epidemie en later nog als
school. In 1906 liet jhr. Mr. Hugo Gevers van Marquette de betimmering van de grote
zaal naar Kasteel Marquette overbrengen. Ook de marmeren schoorstenen en vier
deuren met hun omlijsting werden daarheen gebracht. Tenslotte werd het tot
bijna ruïne vervallen kasteel op 18 september 1911 aan het rijk verkocht. De
grote vijver werd in 1933 gedempt met onverkoopbare bollen. Er werd besloten
het gebouw te restaureren. Een bestemming als jeugdherberg waarborgde het
sociale nut van het oude slot. Op 15 juli 1933 vonden de eerste trekkers er
onderdak. Tijdens de oorlog van 1940/45 legerden de Duitsers zich in het
kasteel. Na de bevrijding diende het als huis van bewaring voor een dertigtal
politieke gevangenen.
De huidige ingang was breed genoeg om een koets
door te laten. De arrestant kon dan tot aan de binnenplaats, waar recht werd
gesproken, worden gebracht.
Rechtspraak middeleeuwen
Het
geslacht Assendelft heeft een belangrijke rol gespeeld in de historie. Dirk van
Assendelft schonk het slot in 1443 aan zijn zoon Gerrit van Assendelft. Hij
was Eerste Raad van Keizer Karel V en stond later in bijzondere gunst bij
Koning Philips II en de Landvoogdes Margaretha van Parma. Hij
werd President van Holland genoemd door Hertog Philips. Gerrit diende
meteen een verzoek in om misdadigers te mogen berechten, hetgeen werd
toegestaan. Uit die tijd stamt nog de Vierschaar, die nu nog op de
binnenplaats te vinden is. Hier werd vroeger het recht gesproken. In oude
kronieken staan nog vonnissen vermeld, die hier zijn uitgesproken, waarvan b.v.
deze:
Arend Dick van Oldenzeel ook wel klein Adriaantje genoemd, gehoord hebbende de beschuldiging tegen hem en zijn verdediging wordt als straf een stuk van zijn oor gesneden en gebrandmerkt. Verder wordt hij voor de rest van z 'n leven verbannen uit de Graafschap Holland. Zou hij terugkomen dan wordt hij gedood.
Arend Dick van Oldenzeel ook wel klein Adriaantje genoemd, gehoord hebbende de beschuldiging tegen hem en zijn verdediging wordt als straf een stuk van zijn oor gesneden en gebrandmerkt. Verder wordt hij voor de rest van z 'n leven verbannen uit de Graafschap Holland. Zou hij terugkomen dan wordt hij gedood.
Uit die
tijd stamt ook de gevangenis van het slot die er nu nog steeds in oude staat
is. Ter afschrikking van boosdoeners werd op de zuidoost toren een galg
opgericht. Hiervoor werd de bovenste helft van de toren gesloopt. In 1965 is
deze toren weer in de oorspronkelijke staat opgebouwd.
Een andere Gerrit van Assendelft leefde omstreeks 1500. Hij was de oudste zoon van Nicolaas van Assendelft die in 1485 trouwde met de toen 15 jarige Aleid van Kijfhoek. Deze Gerrit heeft een stormachtige jeugd gehad. Zijn ouders wilden hem een meer intellectuele opvoeding geven. Daarom stuurden ze hem naar 0rléans in Frankrijk om daar te gaan studeren. In 0rléans woonde Katharine de Chasseur. Zij was de dochter van een herbergier. Toen Gerrit in 0rléans studeerde en wel eens een glaasje kwam drinken in de herberg werd hij verliefd op Katrientje. Vader herbergier dwong hem toen om met Katrientje te gaan trouwen. De vader zag dat hier wat te verdienen viel, haalde er een notaris en getuigen bij en zo werd Gerrit gedwongen zijn geliefde te trouwen.
Dit huwelijk was aanleiding tot veel narigheid. Na de trouwdag nam Gerrit de benen of wel het paard en verliet 0rléans. Maar de jeugdige Katrientje reisde hem achterna en schonk hem een zoon Nicolaas. Zij eiste dat Gerrit goed voor haar zou zorgen. Ze kreeg een groot huis in Den Haag, waar zij woonde met twee kamervrouwen, een kapelaan en een page. Gerrit heeft het maatschappelijk ver gebracht. Hij werd zelfs President van het Hof van Holland en Stadhouder van de Lenen (d.w.z. hoofd van de leenkamer).
Toen Gerrit's moeder overleed in 1530 achtte Katrien de tijd gekomen om verhoging van haar uitkering te vragen. Zij deed Gerrit zelfs een proces aan, dat na twee jaar eindigde met een overeenkomst waarbij Katrien een jaargeld van f 600,- werd toegekend. Gerrit zou zich belasten met de opvoeding van zijn zoon Nicolaas. Hij beloofde deze niet te zullen onterven als hij zelf daar geen aanleiding toe gaf.
De uitkering die Katharine van haar man ontving was blijkbaar niet voldoende. Met de hulp van de kapelaan ging zij vals geld vervaardigen, dat in omloop gebracht werd. Al werd het nog zo knap gedaan, het was ook in die tijd verboden geld te maken en het tweetal werd betrapt en gearresteerd. De kapelaan verloor zijn hoofd onder de valbijl en Katrientje werd veroordeeld tot de brandstapel. Op aandringen van Gerrit werd het vonnis veranderd in dood door verdrinking, wat in die dagen humaner geacht werd. Er werd haar door een trechter water in de mond gegoten, tot de dood er op volgde.
Een andere Gerrit van Assendelft leefde omstreeks 1500. Hij was de oudste zoon van Nicolaas van Assendelft die in 1485 trouwde met de toen 15 jarige Aleid van Kijfhoek. Deze Gerrit heeft een stormachtige jeugd gehad. Zijn ouders wilden hem een meer intellectuele opvoeding geven. Daarom stuurden ze hem naar 0rléans in Frankrijk om daar te gaan studeren. In 0rléans woonde Katharine de Chasseur. Zij was de dochter van een herbergier. Toen Gerrit in 0rléans studeerde en wel eens een glaasje kwam drinken in de herberg werd hij verliefd op Katrientje. Vader herbergier dwong hem toen om met Katrientje te gaan trouwen. De vader zag dat hier wat te verdienen viel, haalde er een notaris en getuigen bij en zo werd Gerrit gedwongen zijn geliefde te trouwen.
Dit huwelijk was aanleiding tot veel narigheid. Na de trouwdag nam Gerrit de benen of wel het paard en verliet 0rléans. Maar de jeugdige Katrientje reisde hem achterna en schonk hem een zoon Nicolaas. Zij eiste dat Gerrit goed voor haar zou zorgen. Ze kreeg een groot huis in Den Haag, waar zij woonde met twee kamervrouwen, een kapelaan en een page. Gerrit heeft het maatschappelijk ver gebracht. Hij werd zelfs President van het Hof van Holland en Stadhouder van de Lenen (d.w.z. hoofd van de leenkamer).
Toen Gerrit's moeder overleed in 1530 achtte Katrien de tijd gekomen om verhoging van haar uitkering te vragen. Zij deed Gerrit zelfs een proces aan, dat na twee jaar eindigde met een overeenkomst waarbij Katrien een jaargeld van f 600,- werd toegekend. Gerrit zou zich belasten met de opvoeding van zijn zoon Nicolaas. Hij beloofde deze niet te zullen onterven als hij zelf daar geen aanleiding toe gaf.
De uitkering die Katharine van haar man ontving was blijkbaar niet voldoende. Met de hulp van de kapelaan ging zij vals geld vervaardigen, dat in omloop gebracht werd. Al werd het nog zo knap gedaan, het was ook in die tijd verboden geld te maken en het tweetal werd betrapt en gearresteerd. De kapelaan verloor zijn hoofd onder de valbijl en Katrientje werd veroordeeld tot de brandstapel. Op aandringen van Gerrit werd het vonnis veranderd in dood door verdrinking, wat in die dagen humaner geacht werd. Er werd haar door een trechter water in de mond gegoten, tot de dood er op volgde.
Hierbij
nog wat foto’s van het interieur van Slot Assumburg.
De
schouw is later geplaatst. De oorspronkelijke schouw is met vele onderdelen
overgebracht naar het kasteel Marquette.
Tot
slot hebben een rondgang aan buitenzijde van Slot Assumburg gemaakt Hier konden
we zien welke veranderingen aan het slot door de eeuwen heen hebben
plaatsgevonden.
In
de “speelkamer” vinden we een offering aan Baches.
Duiventil, voor het verzenden van
boodschappen.
En tot
slot om aan te geven wat de protsige eigenaar van het Slot Assumburg aan het
huis toevoegde, was dat hij naast de ingang een kogel liet inmetselen. Het Slot
heeft nimmer een belegering gekend, daar waren de muren te dun voor.