Langs de weg is een open stuk en wordt op een bijzondere wijze de omgeving van Delorain aangegeven. Daarop zijn de bergen te zien die de omgeving van Delorain omsluiten.
Bij een Italiaans restaurant hebben we wat gedronken. Daarna verder gelopen. Het is een betrekkelijk kleine plaats met winkels aan de hoofdstraat.
In de hoofdstraat zijn een serie beeldjes te zien. Deze zijn in 1997 op initiatief van de Arts Delorain en Delorain on the Move, een samenwerkingverband om de kunst en het zakendoen van de stad te promoten.
En na een wandeling is het goed te rusten onder een dak van bladeren.
In Tasmanie staat het openbaar vervoer op een laag pitje. Het spoor wordt voornamelijk gebruikt voor goederenvervoer en dat is dan ook in de nachtelijke uren. Voor het openbaar vervoer is men aangewezen op busverbindingen, maar deze zijn slechts een paar keer dag beschikbaar. In de grote steden, zoals Hobart en Launceston, is het stadsvervoer wel goed geregeld.
Ook de spoorbrug. Maar geen treinen.
Wat nog herinnerd aan de spoorwegdagen is een locomotief bij de oevers van de Meander rivier.
Ter herinnering aan de vroegere leden van het Rode Kruis is in een park vlakbij de Meander rivier een boom geplant met daaronder een ronde bank.
Een van de bergen in de nabijheid van Delorain is de Quamby.
Delorain heeft ook een eigen museum. Het is gevestigd in een cottage dat in 1856 gebouwd is. Voor het museum staat een standbeeld van een racepaard, Malua, welke uitblonk in de Melbourne Cup in 1884.
In het museum, wat eigenlijk een tweetal hoofdexposities tentoonstelt, Wordt een blik in het verleden van het leven en werken van de bevolking van Delorain gegeven.
Diverse ruimtes zijn er ter zien, waaronder een leslokaaltje.
De smidse met z’n vuurblok en aambeeld.
Diverse rijtuigen behoren ook tot de collectie. Van landbouw tot luxe rijtuigen.
In de tuin staat ook een waterorgel, welke door het stromen van water diverse instrumentjes in werking kan stellen.
Het tweede gedeelte van het museum heeft te maken met borduurwerk. Meteen bij de ingang van het museum hangt een wandkleed met daarop aangebrachte stukje die verschillende dingen voorstellen.
In een aparte expositieruimte hangen een viertal kleden, welke de jaargetijden voorstellen. Elk paneel meet 3,4 X 4 meter en meer dan 300 mensen hebben aan dit werkstuk meegeholpen. Er zit ongeveer 10.000 uur werk in. Diverse technieken werden gebruik om dit werkstuk in elkaar te krijgen. Onder andere borduurwerk, weefwerk, patchwork en quilt.
De lente.
De zomer.
De herfst
De winter
Leuk om nog te vermelden is dat wij een reductie op de toegangsbewijzen kregen als gepensioneerden.