woensdag 24 september 2014

Onze vakantie in Drenthe. 15 september 2014



Maandag 15 september 2014.

Vanmorgen hebben we het rustig aan gedaan. Vlees en droge worst gehaald bij Karbo en Naadje. http://www.blauwebessenboerderij.nl/boerderijwinkel/





Daarna groente gekocht bij de boer. — in Gieterveen.



Beide maken deel uit van de Oostermoerse agrarische vrouwen.

Dit een groep van 10 enthousiaste agrarische vrouwen uit het Oostermoer gebied in Drenthe, die elk jaar in de maanden mei, juni, juli en augustus markten organiseren met als doel de consument en producent van agrarische producten dichter bij elkaar te brengen. De consument te laten proeven en genieten van de ware smaak van zo’n streekproduct. De markten vinden plaats op een boerenerf, zodat iedereen die interesse heeft, een kijkje kan nemen achter de schermen.

Na de lunch hebben we heerlijk gewandeld, We zijn begonnen bij een oude spoorbrug die ligt tussen Gieten en Gasselte.






De spoorlijn Gasselternijveen - Assen is de voormalige spoorverbinding tussen Gasselternijveen en Assen. De spoorlijn werd aangelegd door de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij en op 15 juni 1905 geopend. 

De lijn maakte als zijtak deel uit van het NOLS-netwerk dat zich uitstrekte van Zwolle tot aan de haven van Delfzijl.

In 1947 is de lijn gesloten voor reizigersvervoer en tussen 1968 en 1972 ook voor goederenvervoer. 

In 1977 werd het spoor ten slotte opgebroken. Grote delen van het tracé zijn nog herkenbaar.


 De volgende stations lagen aan de spoorlijn:

  
Station Gasselternijveen, bouwjaar 1903, NOLS type tweede klasse (gesloopt in 1966)













Halte Gasselte, bouwjaar 1903, NOLS type halte (gesloopt in 1969)










Station Gieten, bouwjaar 1903, NOLS type derke klasse (gesloopt in 1969)













Halte Eext, in 1905 abri, in 1923 vervangen door haltegebouw, uniek ontwerp

 

Stopplaats Anderen, bouwjaar 1905, abri (gesloopt in 1935. 
Voormalig tracé van de spoorlijn Gasselternijveen Assen ter hoogte van Anderen. Rechts lag de het perron van de stopplaats. 

Station Rolde, bouwjaar 1903, NOLS type derde klasse



Station Assen, 1870, vernieuwde versie van standaardtype SS derde klasse. In 1988 vervangen door nieuwbouw

Het pad wat we volgden heet het Brummelpad.





























De blauwe lijn geeft de route aan die we, zo goed als kwaad gevolgd hebben.








GASSELTE – De historische spoorbrug Ravijnzicht bij Gasselte is in oude glorie hersteld. De brug wordt vrijdag 6 juli om 13.30 uur heropend door wethouder Bert Wassink van de gemeente Aa en Hunze.

Uit inspectie bleek dat de brug in slechte staat van onderhoud verkeerde. Daarom sloot de gemeente de brug in februari 2008 voor het verkeer. De nieuwe brug is nu weer te gebruiken door voetgangers, fietsers en bromfietsers.
Door een ravijn
De spoorbrug is rond 1905 gebouwd voor de spoorlijn Assen – Stadskanaal om een verbinding te maken tussen de landbouwgronden aan de oostzijde van de spoorlijn en de boerderijen aan de westzijde van de spoorlijn. Het spoorwegtracé doorsneed tussen Gieten en Gasselte een hooggelegen deel van de Hondsrug, waardoor een doorgraving gemaakt moest worden.
De spoorweg liep hier als het ware door een ravijn. De oude spoorlijn ligt er niet meer. Dit is nu een wandel-/huifkarroute.



Het einde van het pad van spoorlijn brengt ons bij Gieten, de Grote Kamp. Door de nieuwbouw zijn de resten van de spoorlijn grotendeels verdwenen. Een stuk van de spoorlijn staat te boek als de oude spoordijk. Het enige wat nog aan het bestaan van de spoorlijn herinnert is de Stationsstraat.


Deze kleine tijger heeft ons een tijd gevolgd.












De route brengt ons langs bossen en landbouwgrond. De maïskolven zullen waarschijnlijk binnenkort geoogst kunnen worden.











Deze postbussen staan aan een zandpad, geen doen voor de postbode.

Zodoende staan deze op de hoek van de Grensweg en de Verlengde Looweg.


Een blik in de verte laat ons een houtwal zien.

Een houtwal, houtsingel of boomwal is een geheel of gedeeltelijk aan de natuur overgelaten erf afscheiding, vaak ook tussen weilanden, die kan bestaan uit bomen en/of struiken. Ook een houtril of takkenwal van dood hout wordt soms een houtwal genoemd. Wanneer een houtsingel geen kunstmatige aarden wal bevat, wordt ook wel gesproken van een boomsingel of kortweg singel.
Grofweg kunnen twee typen worden onderscheiden: beplantingen die op een kunstmatige aarden wal staan (houtwal) en beplantingen die op dezelfde hoogte staan als het omringende land (houtsingel). Van oorsprong hadden houtwallen als functie het wild buiten en het vee binnen de landbouwpercelen te houden. Daarnaast leverden ze geriefhout en brandhout. De wallen werden aangelegd langs esranden, als begrenzing van landgoederen, rond de kleine percelen bij de dorpen, op de grenzen van beekdalen en dwars in de beekdalen. Vanwege hun rol als natuurlijk prikkeldraad werden vaak struiken met doornen aangeplant. De ouderdom van deze landschapselementen varieert sterk. Ze zijn vaak bij een ontginning aangelegd, in zeldzame gevallen zijn het overblijfselen van grenswallen uit de middeleeuwen.
Houtwallen en houtsingels zijn landschappelijk en ecologisch van bijzondere betekenis en herbergen een grote verscheidenheid aan planten- en diersoorten. De helling biedt variatie in nat/droog en warm/koud. De zonkant is dan vooral interessant voor insecten, amfibieën en reptielen, de schaduwkant voor varens en mossen. De vegetatie onder de bomen wordt vaak gekenmerkt door soorten die buiten de houtsingels niet of nauwelijks in het gebied voorkomen, zoals kamperfoelie, maagdenpalm, bosandoorn, dauwnetel.





En zo zijn we dan weer terug bij de spoorbrug. Naast de spoorbrug is een trap waarmee je op het oude spoor kunt komen. En dat levert dan ook weer leuke plaatsjes op.