zondag 14 juli 2024

Een paar daagjes er tussen uit in Zutphen


 

 Zondag 23 juni 2024

Van de familie Out hebben we een uitnodiging gekregen om ergens in Nederland een hotelovernachting te boeken, vanwege onze hulp bij het gereedmaken van de nieuwe woning in Beverwijk. Voor de diverse kosten kregen we zakgeld mee.

Onze keus is gevallen op een verblijf in een Fletcher Hotel in Zutphen.

Gelegen tussen de Veluwe en de Gelderse Achterhoek vind je Fletcher Resort-Hotel Zutphen.

Op zondag 23 juni zijn we afgereisd naar Zutphen om in de middag bij het hotel te arriveren.

De kamer ziet er goed uit, jammer dat er naast het bed geen stopcontacten zijn. Je kunt niet alles hebben.

Mede gelet op het feit dat het een Resort-hotel is met diverse sportfaciliteiten, is ook de muziek daarop aangepast.

 




Maar in de lobby was het heerlijk rustig en met een drankje goed te vertoeven.

Op de foto is weliswaar de kachel aan, maar in juni is dat niet nodig. Wel sfeervol.

 

 

We hadden na een lange reis geen puf meer om erop uit te gaan, dus zijn we in afwachting van het diner in het hotel gebleven. Het diner werd geserveerd in het kleine restaurant.


Na het diner zijn we terug naar de kamer gegaan om nog wat te rusten Het ontbijt, zelfservice, werd geserveerd in het grote restaurant. 

 

 

 


 Het diner kent een driegangenmenu.

 

 

 

 

Op maandag 24 juni 2024 zijn we Zutphen gaan ontdekken.  We hebben de auto achter het politiebureau aan de Houtwal geparkeerd. Voor €. 3,00 kun je daar de hele dag parkeren. Het is ongeveer 10 minuten lopen en dan zijn we in het centrum van Zutphen. Onderweg komen we langs leuke plekjes waar we mooie plaatjes kunnen schieten.

 


 Bij de Vispoorthaven zijn de restanten van de Vispoort te zien.

STADSPOORTEN

Nadat Zutphen tussen 1191 en 1196 stadsrechten had gekregen van Graaf Otto I van Gelre mocht de stad ommuurd worden. Alle inwoners moesten meehelpen aan het bouwen van de stadsmuren en poorten. Natuurlijk moesten de poorten die toegang tot de stad gaven wel goed beveiligd zijn. In de 12e eeuw werd gestart met de bakstenen stadsmuur. De stadsmuur en stadspoorten werden gebouwd om de stad te beschermen tegen vijanden, landlopers, dieven en bedelaars van buitenaf.

Eerst werd de noordzijde gebouwd, omdat dat de kwetsbare landzijde van Zutphen was.

Je kon de stad alleen maar binnenkomen via de stadspoorten, die bewaakt werden door poortwachters.

Er waren een veertiental stadspoorten. Berkelpoort, Saltpoort of later Drogenapstoren, Engpoort, Laarpoort, Laarbuitenpoort, Marspoort, Nieuwstadspoort of Diezerpoort, Nieuwe Nieuwstadspoort, Rode poort, Spanjaardspoort of Spaanse Poort, voorpoort van de Nieuwstadtpoort, De Reinmakerstoren en Blanckentoren, Spittaalbuitenpoort (1390-1877), Vispoort, Veerpoort in 1457 werd de Bourgonjetoren hier gebouwd.

Aan het Vispoortplein zien we een gebouw wat waarschijnlijk voor de sloop bestemd is. Het betreft hier de voormalige Vakschool voor Meisjes.

Meteen buiten de historische stadskern van Zutphen ligt de in 1921 gebouwde voormalige ‘Vakschool voor meisjes’, gebouwd naar een ontwerp van architect Willem Leliman. Dit H-vormige complex werd gebouwd op een voor de gelegenheid gedempt gedeelte van de Vispoortgracht. Deze gracht omringde de lunet waar in 1889 het door architect Metzelaers ontworpen gerechtsgebouw staat. De school heeft een prominente ligging en bepaalt het aanzicht van de zuidelijke entree van de oude stad.

Het historische complex heeft geen status als Rijks- of gemeentemonument. Het is echter wel aangewezen als beeldbepalend pand en ligt binnen het ‘Beschermd gezicht Zutphen’. 

De school is al lange tijd uit het gebouw vertrokken en de laatste jaren deed het dienst als culturele broedplaats. Het is recent gekocht door een investerings-combinatie. De intentie is om op deze locatie een zogenaamd tweede fase levensloopbestendig wooninstelling te realiseren.

Voor de nieuwe eigenaar was het van belang om zo vroeg mogelijk in het proces zicht te krijgen in de mogelijkheden die het object bood. Om die reden is al vóór de aankoop van het schooladvies ingewonnen bij diverse partijen. Res nova Monumenten heeft een bouw- en architectuurhistorische verkenning met waardering en aanbevelingen opgesteld, evenals (in samenwerking met Bangert en Van Hagen) de ruimtelijke analyse, inclusief onderzoek naar en waardering van de aanwezige flora.

In het Vispoortplantsoen staat een beeld van de “Dwerg en de eend' van de Nederlandse kunstenaar Erik Buijs (Rhenen 1970). De in de titel van dit kunstwerk genoemde eend is een vogel gemaakt uit vet en vogelzaad die ieder jaar op 21 december opnieuw erbij gezet wordt.


Via de Lange Houtstraat kijken we uit op de Burgerzaal.

In de loop der eeuwen heeft de Burgerzaal dienstgedaan als vleeshuis, schepenbank (rechtbank), gevangenis en boterhal. Tegenwoordig wordt hij gebruikt voor diverse openbare gelegenheden van de gemeente Zutphen. De zaal is onderdeel van het oude stadhuis.

 Zutphen kent vele smalle straatjes, zoals o.m.


 

Raadhuissteeg.   

 

 

 

 


 

 

                                                    Kuiperstraat

 

 

 

 

Op de Houtmarkt is een gebouw te vinden dat het Luxor Theater heet.

Het Luxor Theater neemt als theater in de historische binnenstad een unieke plek in Zutphen in, en dat doet het al meer dan honderd jaar. Opgericht in 1918, is het een van de oudste nog in bedrijf zijnde filmtheaters van Nederland.

Tegelijkertijd is Luxor eigentijds en springlevend.

 

 


De missie van Luxor is:

De filmkunst levend houden en een groot en gemêleerd publiek deelgenoot maken van de kunstzinnige en maatschappelijke zeggingskracht van film. In een wereld waarin bewegend beeld alomtegenwoordig en verkrijgbaar is, onderscheidt het Luxor Theater zich door:

  • Een rijkgeschakeerde programmering van internationaal cinematografisch erfgoed tot de hedendaagse kwaliteitscinema;
  • Een programmering op maat, verankerd in de lokale en regionale context en gericht op een divers publiek;
  • Een gedifferentieerd aanbod op het gebied van film- en media-educatie;
  • Zijn positionering als vitaal onderdeel van het culturele leven van Zutphen.

Op de Houtmarkt is ook het VVV gevestigd. Hier hebben we geïnformeerd naar de adressen van de bezienswaardigheden in Zutphen.

Op ons lijstje stonden de volgende bezienswaardigheden;

·         Stedelijk Museum Zutphen – ‘s Gravenhof 4 7201 DN Zutphen. Toegang met Museum Jaarkaart. Tevens Archeologisch Museum. ‘s Maandags gesloten.

 ·        Koffie en thee, De Pelikaan winkel c.q. restaurant – Pelikaanstraat 9 7201 DR Zutphen.

·         Sint Walburgiskerk – Gravenhof – Kerkhof 3 7201 DM Zutphen. Museumjaarkaart niet geldig. Wel de Vip kaart van Vriendenloterij.

·         De Librije in de Sint Walburgiskerk - Kerkhof 3 7201 DM Zutphen. Museumjaarkaart niet geldig. Wel de Vip kaart van Vriendenloterij. Maandags gesloten. Onder leiding van een gids krijgt u dan een rondleiding van ongeveer 40 minuten door de kerk en Librije.

·         Fluisterboot Zutphen – Rijkenhage 1 7201 LP Zutphen – 75 minuten rondvaart op de Berkel en de Zutphense grachten. Dagelijks om 11.00, 13.00 en 15.00 uur. Losse kaarten; € 8,00 per persoon.

·         Museum Haven Zutphen – Houthaven 14 7202 AK Zutphen. Gratis Toegang.

·         Museumwinkel Het Snoepje – Ravenstraatje 3 7201 DG Zutphen. Aangepaste openingstijden; Maandag gesloten, dinsdag vanaf 13.00 uur tot 17.00 uur., woensdag gesloten, donderdag vanaf 13.00 uur tot 17.00 uur., vrijdag vanaf 13.00 uur tot 17.00 uur., zaterdag vanaf 10.00 uur tot 17.00 uur., zondag vanaf 13.00 uur tot 17.00 uur. Gratis toegang.

·         Museum Boerkip – Oude Touwbaan 24-26 7205 AS Zutphen. Entree €. 4 euro p.p. geopend vanaf 13.00 tot 17.00 uur. Parkeren voetbalveld ZVV De Hoven, Molenweg 36 7205 BD Zutphen.

  • Bakkerij museum Warnsveld – Lage Lochemseweg 25 7731 PK Warnsveld. Toegang gratis. Geopend alleen op de zaterdag van 11.00 tot 16.00 uur.

 

                                                        Stedelijk Museum                                                 

  


                                             Koffie en Theehuis De Pelikaan.

 


Sint Walburgiskerk

  




                                            De Librije in de Sint Walburgiskerk

                                                        Fluisterboot Zutphen.

                                                    Museum Haven Zutphen.

                                                    Museumwinkel “Het Snoepje”.

                                              Museum “Boerkip”.

 

                                                    Bakkerij Museum Warnsveld.

Een paar bezoeken die op ons lijstje stonden, hebben we moeten laten vallen omdat op de eerste plaats onze tijd dat niet mogelijk maakte en op de tweede plaats omdat ze gesloten zijn tijdens ons verblijf.

Maar er waren voldoende mogelijkheden om Zutphen te ontdekken. Aan het einde van de Houtmarkt gaat deze over naar de Zaadmarkt. Via de Drogenapsteeg komen we bij de Drogenapstoren.

De Drogenapstoren, oorspronkelijk de Saltpoort (zoutpoort) genaamd, is gebouwd in 1444-1446 als stadspoort van Zutphen. Hij heeft maar kort als stadspoort dienstgedaan want hij werd in 1465 dichtgemetseld. Nadat de stadsmuzikant Tonis Drogenap het gebouw halverwege de 16e eeuw was gaan bewonen, kreeg het poortgebouw de naam Drogenapstoren.


 

Drogenapstoren

Van 1888 tot 1927 was de toren in gebruik als watertoren. Er werd een watertank van 180 m³ in de bestaande toren gebouwd. Na 1927 besloot het bestuur van Zutphen tot de bouw van een nieuwe watertoren ter vervanging van het reservoir in de Drogenapstoren. In de Tweede Wereldoorlog werd de Drogenapstoren gedeeltelijk opgeblazen, waarbij de Duitsers zonder dat ze het wisten tegelijkertijd een deel van de wapenvoorraad van het verzet vernietigden.

 

 

In de jaren zestig heeft de toren een nieuwe spits gekregen die in originele stijl werd gebouwd. Uit kostenoverweging werden echter de karakteristieke dakkapelletjes, die de spits hiervoor sierden, achterwege gelaten. In 1983 is de Drogenapstoren geschikt gemaakt als woonhuis. 

 

 

 

De huidige naam is ontleend aan de stadsmuzikant en trompetter Tonis Drogenap, die rond 1555 in de toren woonde. Drogenap was zijn bijnaam; waarschijnlijk werd hij zo genoemd omdat hij nogal veel dronk. Een nap is een soort drinkbeker. Een andere theorie is dat hij zo werd genoemd omdat hij heel arm was. 

In 1999 werd besloten bij de toren een standbeeld van Drogenap op te richten. Kunstenaar Oscar Rambonnet koos ervoor om niet de figuur zelf, maar alleen diens kleding in brons weer te geven. Omdat de sculptuur hol is en aan de achterzijde open, kan nu iedereen - letterlijk - in de huid van Drogenap kruipen. De voor Drogenap kenmerkende trompet maakt deel uit van het beeld.



Deze poort geeft toegang tot een kleine binnenplaats van het wachtlokaal van het Corps de Garde.
In de zeventiende eeuw deed het pand dienst als wachtlokaal voor de ruiters van het bereden garnizoen dat in Zutphen in bezetting lag. De naam Kortegaerd is dan ook een verbastering van Corps de Garde; Een korps dat niet werd ingezet voor beveiliging van de stad maar elders haar operaties uitvoerde. Vele panden in Zutphen zijn onderkelderd, echter in Ruiter Kortegaerd is geen onderkeldering. In 1955 werd het pand door het Wijnhuisfonds aangekocht. Het pand heeft in de vorige eeuw dienstgedaan als pakhuis/opslagruimte en er is ook nog een garagebedrijf in gevestigd geweest. In 2002 besloot Wijnhandel Schaapveld zich in het pand te vestigen. Zij hebben met oog voor de monumentale schoonheid het pand door architect Aad Gerts van een passend interieur voorzien. Het pand zelf is door het Wijnhuisfonds in overleg met Monumentenzorg gerestaureerd. De begane grond is het domein van wijnhandel Schaapveld geworden, terwijl op de eerste verdieping een appartement is aangebracht.


 

Proostdijsteeg 5, Proosdij is in eerste instantie het kerkelijke ambt of het territorium van een proost. Daarnaast wordt de term veelvuldig gebruikt voor de woning of de administratie van een proost of proosdij.

De belangrijkste kerkelijke functionarissen die de titel proost voeren zijn ten eerste de plaatsvervanger van een abt in een klooster en ten tweede het hoofd van een collegiaal kapittel. De omvang van de proosdijen was zeer verschillend.

Een eenvoudige proosdij bestond uit onroerend goed, waarvan de opbrengst voor de proost en het kapittel bestemd waren.

Naast de Proostdij staat een gebouw waarop een gedicht te lezen is.


In de jaren 2011 – 2012 was Eke Mannink stadsdichter van Zutphen. Dit inspireerde haar tot het schrijven van 42 gedichten. Ingegeven door wat ze zag, meemaakte of in opdracht.

In Zutphen zijn meerdere muurgedichten te vinden. Van de achttien muurgedichten kun je er veertien in het centrum van de stad ontdekken. Drie strofen zijn op muren in het dorp Warnsveld aangebracht. Het project kwam tot stand in samenwerking met Poëzietheater Vlinderwerk.

 

 

 

In de Pelikaanstraat is het Koffie- en Theehuis “De Pelikaan” gevestigd.

Het verhaal van De Pelikaan begint op 4 juli 1816. Op deze dag verkrijgt Gerrit Jan Garsen, winkelier, geboren te Warnsveld op 6 september 1785, bij legaat het winkelpand F 2329. Dit is dus de eerste telg uit de familie Garsen die zich hier als winkelier vestigt. Voorheen was het pand eigendom van zijn schoonouders. Zijn zoon Albartus Garsen wordt in 1854 eigenaar van het pand F 2329 en staat eveneens te boek als winkelier. Deze Albartus Garsen overleed in 1881 en bij scheiding van de nalatenschap wordt het pand F 2329 toebedeeld aan de Wed. Albartus Garsen, die het in 1889 verkoopt aan haar zoon Garrit Jan Garsen, eveneens winkelier. Garrit Jan Garsen was in 1887 al eigenaar geworden van het naastgelegen pand en hij is dus nu de eigenaar van de twee panden, die in 1904 geheel worden samengevoegd en verbouwd tot een pand, zoals het nu nog steeds onveranderd aanwezig is op de Pelikaanstraat nr. 9.


 


 

 

 

 

 

 

 

 


Koffie geserveerd met een glaasje water, koffielikeur en slagroom.

Naast het restaurant is een winkel waar diverse cadeauartikelen koffie en thee worden verkocht.

Op het gebied van koffie trachten zij een product te leveren dat aan de hoogste kwaliteitseisen voldoet en daarom branden zij de koffie in de eigen koffiebranderij. De koffie wordt ruw aangeleverd uit het land van herkomst en daarna door het personeel  verwerkt. In de koffiebrander wordt of één pure koffiesoort of een speciale huismelange gebrand. De koffie worden gebrand door middel van een slow roastingproces. Dit wordt door de vakman van de Pelikaan met deskundige hand gebrand tot pure perfectie, waarbij het oog van de vakman nog steeds het brandproces bepaalt.

Alle koffiesoorten worden elke week vers gebrand.

Na het bezoek aan de Pelikaan zijn we teruggelopen richting Zaadmarkt. Halverwege vonden we de Oude Bornhof. In dit grootste hofje van de stad geniet je van het groen, de rust en het uitzicht op de imposante Walburgiskerk. Middelpunt van het Oude Bornhof is Huize Borro, het huis van de steenrijke geestelijke Borro. 


 

 

 

 

 

 

Deze weldoener stelde zijn huis beschikbaar voor arme ouderen. De opvallende toegangspoort aan de Zaadmarkt dateert uit 1723 en draagt de wapens van de toenmalige regenten. Boven de poort staan in zandsteen de beelden van een oude man en vrouw. 

Kanunnik Borro was een werelds geestelijke die verbonden was aan het kapittel van de Walburgiskerk in Zutphen. Kort voor 1320 kocht hij van Mr. Johannes Saevus een halve hectare grond met een huis dat lag tussen de Zaadmarkt, de latere Bornhovestraat en de Schupstoel.

 

 

 


Doorkijkje in de Oude Bornhof.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Het hofje heeft hetzelfde idee als het Begijnen hof in Amsterdam. Ook hier vind je de serene rust en kun je genieten van de tuin.

Wij vervolgen onze weg richting Houtmarkt. Het is begin jaren '90 wanneer de gemeenteraad besluit om een door de Rotary afgewezen ontwerp voor een nieuwe fontein van architect Prins, te laten uitvoeren en op de markt te plaatsen. Het betreft een ontwerp van drie zuilen waarlangs water naar beneden stroomt. Het is de fontein die sindsdien op de Houtmarkt staat.

 

Aan het einde van de Houtmarkt komen we bij de Wijnhuistoren.


De Wijnhuistoren in Zutphen is een voorbeeld van een belfort met klokkenspel. De toren werd tussen 1616 en 1642 gebouwd en is een deel van de herberg "to Vreden", waarvan al voor 1326 sprake is. De oudste bouwfase is nog in de kelder aanwezig en dateert van rond 1300. De functie van Vreden of Het Wijnhuis was naast die van herberg, ook stadswaag, onderkomen van de stadswacht en plaats van openbare aankondigingen van het stadsbestuur.

 





Bij het Broederen Kerkhof is de bibliotheek van Zutphen gevestigd. 

Voorheen was het de Nederlandse Hervormde Broederenkerk.

De Nederlandse Hervormde Broederenkerk is een vroeggotische kerk van het in 1293 gestichte Dominicanenklooster, bestaande uit een driebeukig, basilicaal schip, geheel in steen overwelfd met kruisgewelven. Op het dak staat een sierlijke houten, met koper beklede, klokkentoren. Het bakstenen portaal tegen de zuidgevel dateert waarschijnlijk uit omstreeks 1826.

In 1293 schonk Margaretha van Dampierre, de vrouw van Graaf Reinald I, een stuk grond aan de Dominicaner broeders. Haar echtgenoot was op het terrein met een imposant project bezig: hij wilde er een grote zaal neerzetten als tegenhanger van de zaal die zijn neef Floris V van Holland in Den Haag aan het bouwen was. Die zaal staat tegenwoordig bekend als de Ridderzaal. Door onfortuinlijke omstandigheden in de slag bij Woeringen werd Reinald gevangengenomen en moest hij vrijgekocht worden. Daardoor raakte hij bankroet en moest het project om een grote zaal te bouwen worden gestaakt. Margaretha schonk het terrein uiteindelijk aan de monniken. 


Deze monniken bouwden hier de kloosterkerk. De kerk heeft zeer rijke gewelf schilderingen die in de eerste helft van de zestiende eeuw zijn aangebracht. In 1772 is de kerk verrijkt met het poorterstorentje, waarin een klok werd gehangen die luidde als de poorten van de stad gingen sluiten. De klok luidt nog steeds elke avond. 

Het gebouw heeft niet alleen gediend als kloosterkerk. Na de Staatse verovering van Zutphen door prins Maurits werd het gebruikt door de protestantse gemeenschap en later door de Waalse gemeenschap van Zutphen. In 1970 kwam het leeg te staan en in 1980 kocht de gemeente Zutphen het. In 1983 vond de Openbare Bibliotheek er haar onderkomen en ook vandaag de dag wordt het kerkgebouw nog steeds gebruikt als bibliotheek. 

 


Veel van de gewelfschilderingen hebben een verhaal. De afbeeldingen op het plafond van de kerk pasten goed bij de kerk toen het nog een onderdeel van het klooster was. De meeste figuren zijn namelijk Dominicaanse heiligen. Verder zijn er veel familiewapens van vooraanstaande Zutphense families te zien.

Na deze omzwervingen is het weer tijd om het hotel op te zoeken voor het diner.

Woensdag 25 juni 2024, vandaag hebben op z’n minst een tweetal doelen voor ogen;

1.    Bezoek aan het Museum Zutphen;

2.    Bezoek aan de Walburgiskerk en Librije

Na het ontbijt gaan we naar het parkeerterrein aan de Houtwal om daar vandaan te lopen naar het Museum Zutphen.

Alvorens het museum te bezoeken, zijn we in de binnentuin koffie en thee gaan drinken. Je komt bij de musea via een unieke entree: 


De Zutphense schelpenkoepel of schelpengrot. In 1697 liet baron Walraven van Heeckeren deze barokke koepel bouwen door de Zweedse architect J. Horleman. De baron wilde zijn tuin moderniseren volgens de nieuwste mode – met planten en struiken, en ook water- en rotspartijen.

In de koepel werden meer dan 10.000 schelpen, koralen, mineralen en gesteente ingelegd. Die kwamen in Zutphen doordat Hollandse zeelui ze voor de rijke adel meebrachten van hun reizen voor de VOC en WIC. De schelpengrot bij de Musea Zutphen is uniek; er zijn er slechts vier in Nederland – ook bij kasteel Rosendael, bij paleis Het Loo in Apeldoorn en op het landgoed Nienoord in Leek.

Via de Schelpenkoepel uit 1697 betreed je de museumtuin. Deze tuin is ontworpen door Lola Landscape Architects. De geometrische vormen in de tuin kom je overal tegen in de musea. De ontwerper heeft zich hiervoor laten inspireren door de ijskristallen van de wereldberoemde natuurgeleerde J.F. Martinet uit Zutphen – een van de belangrijkste verlichte denkers van zijn tijd.

Het complex bestaat uit drie vleugels van twee verdiepingen plus een zolder en een kelder. In het glazen paviljoen bevinden zich de entree, museumwinkel en een multifunctionele ruimte – het Auditorium. De nieuwbouw, met veel glas en scherphoekige ranke kolommen van staal is als laatste gerealiseerd. Omdat de bouwers maar een halve meter de grond in mochten vanwege de archeologie in de bodem, twijfelden zij aan de gronddruk. Om er zeker van te zijn dat de speciale ronde delen van de glazen gevel niet door eventuele verzakking zouden kunnen scheuren, is besloten de ondergrond extra te wapenen.

Het was niet de enige wijziging waar tijdens de uitvoering werd gekozen. „Niets is recht”, merkte Franken. Een muur in de oudbouw die gesloopt zou worden, bleek monumentaal te zijn en moest toch blijven staan. Grote delen van de houten vloeren en balken moesten worden opgeknapt en sporen van vorige verbouwingen moesten worden weggewerkt. Al bij een verbouwing in de jaren negentig waren delen van de houten vloeren voorzien van stalen profielen. Omdat de museummedewerkers met karretjes met kunstwerken – soms wel 700 kilo – rondrijden, is daarom gekozen om toch extra vloerplaten aan te brengen.

De musea tellen zestien zalen. De gewelvenkelder en de begane grond herbergen het Stedelijk Museum. Op de eerste verdieping bevindt zich Museum Henriette Polak en de zolderverdieping is ingericht met kantoren en een depot. Beide musea delen een vleugel met zalen voor wisseltentoonstellingen. Tussen de beide verdiepingen in deze vleugel is een nieuwe trap gemaakt, die beide zalen voor de tentoonstellingen met elkaar verbindt.

Behalve de musea heeft ook de archeologische dienst van de gemeente Zutphen zijn intrek genomen in het stadspaleis. Daarmee komen geschiedenis, cultuurhistorie, beeldende kunst en actualiteit samen in het historische centrum van de Hanzestad.

De archeologische afdeling in de kelder ondergebracht.


Op de begane grond kan met kennisnemen van de geschiedenis van Zutphen. Meubelstukken, schilderijen, zilverwerk etc.

Het museum kent ook een aantal topstukken.

Op dit familieportret is Barthold van Diemen (1643-1714) als centrale figuur afgebeeld, omringd door, van links naar rechts: zijn dochters Hester, Aleyda met haar zoon Barthold van Hasselt op schoot, schoonzoon Willem van Hasselt, schoonzoon Everard Opgelder, diens zoon Barthold van Diemen Opgelder, zijn dochter Anna Catharina met aan haar voeten en aan haar linkerzijde haar kinderen Alberta Hadewich Opgelder, Gerhard Johan Opgelder en Maria Gerardina Opgelder. De overleden familieleden zijn afgebeeld als engelen: in het midden zijn de twaalf jaar daarvoor overleden vrouw Maria Toll met haar twee overleden kinderen en links en rechts van hen twee overleden kleinkinderen. Barthold van Diemen bekleedde verschillende functies in het stadsbestuur van Zutphen, zo was hij burgemeester van 1674 tot 1714. Ook in dit familieportret worden de onderlinge banden van de belangrijkste Zutphense adellijke families weer getoond.

Een ander topstuk is het zilverwerk.

Een bijzonder Zutphens zilveren voorwerp uit de 18e eeuw is de potpourri. Dit is een bakje met een opengewerkt deksel, dat gevuld met een mengsel (= potpourri in het Frans) van gedroogde bloemen en kruiden gebruikt werd als luchtverfrisser. De meeste exemplaren zijn gemaakt door Zutphense zilversmeden. Dit exemplaar is in 1755 gemaakt door de Zutphense zilversmid Peter Schemkes en bevat de familiewapens van Haesebroek en Weerts.

 

Er zijn tot nu toe ongeveer twintig Nederlandse exemplaren in zilver bekend. Opmerkelijk genoeg zijn verreweg de meeste potpourri’s gemaakt door zilversmeden uit Zutphen of Gelderland. De reden hiervoor is onbekend, maar misschien was er simpelweg sprake van een regionale modetrend en ‘goed voorbeeld, doet goed volgen’?

Het fraaie Zutphense zilver toont de rijkdom van de adellijke elite die in de 17e, 18e en eerste helft 19e eeuw in Zutphen aanwezig was. De adel speelde een belangrijke rol in de economie en de samenleving van Zutphen. Van de 14e tot en met de 19e eeuw hebben Zutphense zilversmeden sier- en gebruiksvoorwerpen gemaakt in opdracht van de adel en rijke burgerij, de kerken en kloosters, het stadsbestuur en stedelijke instellingen zoals het Bornhof en het Oude en Nieuwe Gasthuis. Vooral het Zutphens zilver uit de 18e eeuw is van opvallend hoog niveau. Hoewel soberder van uitvoering, is het Zutphens zilver qua stijl en vormgeving vergelijkbaar met het zilver uit Den Haag. Zutphens zilver is herkenbaar aan de zilvermerken: een stadsmerk in de vorm van een ankerkruis, het persoonlijke meesterteken van de zilversmid en een jaarletter, bestaande uit een letter en een cijfer.

Geldkist ('Consignatiekist') op houten onderstuk met bolpoten. Twee hangsloten met sleutel. Donkergroen geverfd met bonte beschildering. In de vakken een versiering van stadsgezichten, bloemen, wapens van Zutphen, Gelderland en alliantiewapens van de families Schimmelpenninck van der Oye en van Lochteren.

 

 

Na het bezoek aan het museum steken we de straat over naar de Sint Walburgiskerk. We krijgen daar een rondleiding van een gids die ons een en ander vertelde over het ontstaan van de Sint Walburgiskerk. 


De Walburgiskerk, plaatselijk bekend als Walburgkerk of ook Walburgskerk, is een kerk aan het 's-Gravenhof in Zutphen waarvan het oudste deel uit de 11e eeuw dateert. De huidige kerk dateert voor het grootste deel uit de eerste helft van 13e eeuw; sinds de 16e eeuw is het exterieur weinig veranderd.

Hoewel Walburgiskerk verwijst naar Sint Elisabeth van de Walburgis, patrones van de Walburg, is het duidelijk dat de kerk al bestond ten tijde van de omwalling van de nederzetting (vanaf dan Walburg) Zutphen. Daarom zal de oorspronkelijke benaming van de kerk dan ook de Walburgkerk zijn geweest.

 

    

  

Naast de Sint Walburgkerk in Zutphen staat een beeld van de naamgeefster. Walburg was een van de weinige vrouwen die in de voetsporen van Bonifatius vanuit Engeland naar Nederland kwam voor de verkondiging van het evangelie. Zoals u ziet was het een krachtige vrouw die respect afdwong. Walburg was de dochter van een Engelse koning.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 

Raadskapel. Deze plek heet de Raadskapel omdat de vroegere burgemeester en wethouders, de schout en schepenen, hier bijeenkwamen voordat ze in het stadhuis gingen vergaderen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kaarsenkroon, in het smeedijzer zijn allerlei figuren te vinden: dansende mensen, jachthonden, herten en zelfs een eenhoorn. Die staat symbool voor Jezus.

 

 

 

Henrick Baderorgel, uit 1643 is een van de fraaiste orgels uit de wereld. De akoestiek van de kerk, die zich uitstekend leent voor orgelmuziek, draagt bij aan de uitzonderlijke klanken.

De geschiedenis van het Baderorgel in de Walburgiskerk te Zutphen begint in 1643 als Henrick Bader een orgel oplevert, dat boven de ingang van de Mariakapel is gesitueerd. Het is een 2-klaviers orgel met vrij pedaal en 24 stemmen. In de daaropvolgende eeuwen vindt er regelmatig onderhoud plaats maar pas in 1815 gebeurt er echt iets. Orgelbouwer Timpe krijgt dan de opdracht het orgel te restaureren en uit te breiden en er wordt besloten het orgel in zijn geheel te verplaatsen naar het koor. Timpe breidt het orgel uit met een bovenwerk en de dispositie wordt ingrijpend gewijzigd en uitgebreid. Het totaal aantal stemmen komt op 39.

Bijna 100 jaar zal het orgel in het koor staan tot 1906, als in het kader van een algehele restauratie van de kerk o.l.v. architect Cuypers besloten wordt het orgel in zijn geheel te verplaatsen. Orgelbouwer Spit krijgt de opdracht het orgel een plek te geven voor de toren onder het eerste gewelf.

In 1996 voert orgelbouwer Reil een algehele restauratie uit, waarbij met behoud van het door Timpe aangebrachte bovenwerk de situatie van 1643 uitgangspunt is. Het orgel is nu met zijn 38 stemmen, verdeeld over 3 klavieren en pedaal misschien wel het mooiste orgel uit de late Renaissance dat we in Nederland hebben.

Dit rijk versierde grafmonument voor Evert van Heeckeren en Maria Torck bevat veel symbolen voor de dood, zoals te twee doodshoofden en zandlopers.

Evert (Everard) van Heeckeren werd op 14 februari 1613 in Lochem gedoopt en overleed op 23 april 1680 in Zutphen. Hij was de enige zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader Walraven met Walburg van Lynden; hij had twee halfzusters uit diens eerste huwelijk. 

Maria Torck was de enige dochter van Lubbert Torck en Jacoba van Arnhem; zij werd in 1622 geboren in Wageningen en overleed in Zutphen op 21 februari 1690. De invloedrijke Lubbert Adolf Torck van Rosendael was haar oom. Het echtpaar Van Heeckeren-Torck kreeg elf kinderen, tien zoons en één dochter. Twee zoons stierven jong, vier zoons sneuvelden tijdens diverse krijgshandelingen. Alle huidige Van Heeckerens stammen af van deze Evert van Heeckeren en Maria Torck. Naast de Nettelhorst bij Lochem en Enghuizen bij Hummelo bezaten zij de Hof van Heeckeren aan de Kuiperstraat in de stad Zutphen. Men woonde ’s zomers buiten en ’s winters in de stad. De meeste kinderen uit het gezin Van Heeckeren werden in Zutphen geboren. De drie gevels van Kuiperstraat nummer 9, 11 en 13 zijn rond 1670 verbouwd; dat is tijdens de periode dat dit echtpaar daar woonde. Het huis bestaat nog vrijwel geheel.

 

Librije.

Deze zestiende-eeuwse librije is de oudste bibliotheek van Nederland. Binnen worden eeuwenoude boeken bewaard. De Librije is een openbare leeszaal uit 1564, opgericht door twee kerkmeesters van de Walburgis-kerk te Zutphen, Conrad Slindewater en Herman Berner. De leeszaal was bedoeld voor de hele stad, het kapittel en de kerk en beschikte over een zeer divers aanbod aan boeken.

 


Omdat er regelmatig boeken verdwenen werd al snel besloten de boeken aan de ketting te leggen, het werd een “kettingbibliotheek”.

Na een periode van vergetelheid werd de bibliotheek aan het eind van de negentiende eeuw herontdekt. Nu is het een monument van wetenschap en geschiedenis.

Sinds 1984 wordt de Librije beheerd door de Stichting Librije Walburgiskerk Zutphen.

 

 

 

Op de pilaren zijn afbeeldingen aangebracht.

De Heilige Walburgia.
 

De vier pilaren in de Librije zijn gehakt en beschilderd door meester Wilhelm de Beelden-snyder. Op elke pilaar staan acht afbeeldingen, vier op de hoeken en nog vier daarboven (zogenaamde kraagstenen).

 

 

 

 

Vanaf de ingang zien we (van west naar oost): de Walburgapilaar; de Barbarapilaar; de Christuspilaar; de Petrus en Pauluspilaar.

Door de vaste attributen is duidelijk welke heilige is afgebeeld. Bij elke pilaar wordt aangegeven welke heilige het is en welke de attributen zijn.


 

 

 

 

 


 

De kansel dateert uit ca 1670. Aan de kuip een gotische lezenaar. De voet is uit de19e eeuw.

 




Dat de doopvont in de Zutphense Sint Walburgiskerk nog steeds redelijk intact is, is het gevolg van een goed ingrijpen door de kerkmeesters in 1597. De Spanjaarden roofden vee en burgers weg. Door de Spanjaarden een stuk kerkeland ter verpanding aan te bieden bleef de vont gespaard als object voor roof. Dat neemt echter niet weg dat de vont later alsnog ontdaan werd van ornamenten en beeldjes.

De vont bestaat uit een op zes liggende leeuwen rustende geprofileerde voet die, via een ronde stam met vier tegen de schacht aangebrachte Evangelisten-beeldjes overgaat in een geprofileerd bekken.

Op het bekken rust het aan een smeedijzeren hefkraan opgehangen deksel met torenvormige bekroning die eindigt in een gedraaide knop, waarop een pelikaan als symbool van de goddelijke liefde. Het oudste schriftelijke gegeven over de vont levert het rondschrift op het deksel waarin de opdrachtgevers en de maker worden genoemd, die in 1527 de Walburgskerk met de vont verrijkten:
“Wij kercmesteren Jan Aessack ende Franssen de Wit hebben doen maken binnen onsen levene dese metalen vonte verstaet wel dit als men screef vijftien hondert twintich en sueven te Meclen van mij gielies van Eijnde ghedaen en mijne loen dr af ontfaen”. 

Dank zij dit opschrift is in elk geval de naam van de maker bekend; van wie verder geen ander gesigneerd werkstuk voorhanden is. Pogingen om iets over Gielis van Eynde aan de weet te komen zijn tot op heden op niets uitgelopen. Ook de Belgische literatuur geeft geen nadere bijzonderheden. Gielis van Eynde blijft helaas in duister gehuld. Van de gietersfamilie heeft zijn zoon Jan bekendheid verworven. Zijn naam is verbonden aan het koperen traliewerk in een van de koorhekken van de Jacobikerk in Utrecht. Beide werkstukken van vader en zoon hebben gemeen dat bepaalde onderdelen typische renaissance vormen vertonen. Dit geldt bij de doopvont voor de verbindingsdelen tussen de buitenste fioelen en de steunberen rondom het paviljoen.
In dat gotische paviljoen staat een beeldgroep, voorstellend de doop in de Jordaan. Johannes de Doper maakt een loos doopgebaar en de engel houdt vergeefs het gewaad van de Gedoopte, want de Christusfiguur ontbreekt al sinds onheuglijke tijden.

Ofschoon incompleet is het een plastische groep die teruggaat op een iconografisch cliché dat al bekend is van de mozaïeken in de vroeg-Christelijke baptisteria en van de oudste miniaturen van het Avondland. Rondom deze geschonden, door het ingewikkeld koperen bouwwerk aan het oog onttrokken hoofdgroep staan in twee kransen de kleine beeltenissen van de twaalf apostelen, door grijpgrage handen helaas ook niet meer op volle sterkte. Op de bovenste trans is nog plaats voor zes heiligenbeeldjes, waarvan er ook een is verdwenen en een ander verminkt.

Woensdag 26 juni 2024.

Na het ontbijt hebben we uitgecheckt en mede gelet op het warme, zeg maar zeer warme weer, hebben we besloten de rondvaart met de fluisterboot in Zutphen over te slaan en weer huiswaarts te keren. Met zo’n open boot en de brandende zon zou er van het genieten niets overblijven.

We hebben erg genoten van het bezoek aan Zutphen en mogelijk dat we in toekomst Zutphen weer eens aan zullen doen.