maandag 22 juni 2015

Een weekje Gaasterland.

Deze week zijn we er niet alleen een weekje tussenuit, maar vieren we ook Gea's verjaardag. 



 Dinsdag 2 juni 2015

Vandaag zijn  we op weg naar Oudemirdum, Friesland. De bedoeling was om bij het Kasematten museum te Kornwerderzand te stoppen, maar info leerde ons dat het museum alleen maar op woensdag en zaterdag is geopend. Dus bewaren dit bezoek maar bij de terugtocht op zaterdag.
Als alternatief rijden we door naar Bolsward. Een  stadje met een rijk historisch verleden en dat is ook wel te zien aan het stadhuis.



In het centrum vindt je de Marktstraat. Aan de overkant van het water is de Appelmarkt. Beide straten worden geflankeerd door alle huizen met oude geveltjes.






We wisten niet dat Iris er nog een baantje bij heeft.





Zoals Wikipedia het omschrijft:
Bolsward is ontstaan op een drietal terpen, waarvan in ieder geval de oudste (waar de Sint Maartenskerk op staat) dateert van voor het begin van de jaartelling. De Broerekerk, op 8 mei 1980 door brand verwoest en nu als ruïne geconserveerd, is het oudste gebouw van de stad en dateert deels uit het eind van de 13e eeuw. Ook uit de middeleeuwen stamt het Mariabeeld Onze-Lieve-Vrouwe van Sevenwouden, tegenwoordig bewaard in de Sint Franciscuskerk aan de Dijlakker.
Bolsward kreeg van Filips de Goede in 1455 stadsrechten mede dankzij de redenaar pater Brugman. Bolsward was een van de Hanzesteden.

Het stadhuis van Bolsward dat gebouwd werd rond 1615, staat symbool voor de bloei van de stad in de zeventiende eeuw. Het werd in 1765 vergroot en verfraaid in de rococostijl. “
In de tweede helft van de achttiende eeuw liep het inwoneraantal van Bolsward achteruit van 2.878 inwoners in 1748 naar 2.500 inwoners. De plaatselijke textielindustrie had zwaar te lijden onder de buitenlandse concurrentie; de boter- en kaasmarkt van de veepest, die op het Friese platteland woedde.

Dat van die redenaar Brugman vindt ook zijn oorsprong in het gezegde: “Praten als Brugman”.










Plattegrond Bolsward  



De Marktstraat met in het midden de gracht waar de schaatsers van de Elfstedentocht door Bolsward rijden.








De Wipstraat met "It Gijsbert Japicxhûs.


Gysbert Japicx 1603 - 1666
Gysbert Japicx, schoolmeester en Fries dichter en schrijver, gebruikte de Friese taal voor zijn gedichten. In die tijd was er geen Friese schrijftaal meer. Hij schreef in het voorwoord van zijn boek dat twee jaar na zijn dood gedrukt is: Kom met kritiek maar wel met opbouwende want ik heb mijn eigen taal moeten leren schrijven.
Hij schreef: "Doe het niet met de vuile gierpen van Momus".
 











Niet alleen Amsterdam wordt gekenmerkt door dit soorten gevels, maar in Bolsward zijn ook huizen met verschillende gevels te vinden.






















Gelet op de gevelsteen zal hier vroeger wel een kapper hebben gewoond.





















Dat de Elfstedentocht niet alleen op de schaatsen gereden wordt, laten de borden duidelijk zien. 

De Fietselfsteden tocht is al meer dan 100 jaar een jaarlijks evenement  op Pinkstermaandag met rond 15.000 deelnemers. Zij fietsen de 235 km, lange elfstedentocht in één dag vanuit de strat- en finishplaats Bolsward.


Een broodje bij de Hema en we konden er weer tegen. Met behulp van de navigator hebben we een route binnendoor uitgestippeld naar het hotel in Oudemirdum.
Van Bolsward naar Exmorra, plaatsjes waar je nooit eerder van gehoord hebt. De volgende op de route was Allingawier. Vandaar naar Ferwoude. Dan via Workum, Hindeloopen, Molkwerum, Warns, Laaxum naar Oudemirdum.


In Oudemirdum hebben we voor komende vijf dagen onderdak gekozen in Hotel Boschlust.

Voor de komende dagen hebben we  o.a. Sloten, Franeker en Hindeloopen op het programma staan.



woensdag 3 juni 2015


Vandaag hebben we een rondje Zuid-Friesland gemaakt.


Vanuit Oudemirdum zijn we via Sondel naar Sloten gereden. Sloten is een van de 11 steden waar, als het extreem heeft gevroren, de Elfstedentocht wordt gehouden. 

De kaart van Sloten uit 1616 


















Een pittoresk stadje met leuke geveltjes.







Dit is Heerenwal 53, herenhuizen, anno 1671 en 1674.






Na een wandeling in het stadje zijn we in “De Zeven Wouden” een bakkie gedronken.






De Gelagkamer:
Vroeger haalden de schutters van Sloten na een felle strijd hier hun gelag.



Schuin aan de overkant is in het voormalig Stadhuis het museum “Stedhûs Sleat” gevestigd. Zij hebben o.m. een collectie van toverlantaarns. Een oud-inwoner van Sloten heeft een enorme collecties opgebouwd en deze geschonken aan het museum. 


Voorts wodrt daar de geschiedenis van Sloten tentoongesteld. 
















Op de eerste verdieping is in de vertrekzaal een kopie van de kaart van Nicolaas van Geelkerken uit 1616 waarmee deze geschiedenis wordt gevisualiseerd.

De gleuven in de wand verbergen kleine theaters met voorwerpen. Zij vertellen bijzondere verhalen uit de geschiedenis van de stad Sloten.


Daarbij staat ook een maquette van Sloten opgesteld.


De maquette is gemaakt door de laatste tolgaarder van Sloten, laat de stad zien anno 1953. Pieter van der Hei was tot 30 december 1950 degene die de tol tot de stad Sloten inde. 



In de secretarie is een tijdelijke tentoonstelling "Beperkt en beknot".

‘Beperkt en geknot’, zo omschrijft dominee Karres van de Nederduitse Hervormde Gemeente van Sloten het dagelijks leven tijdens de bezetting. Want ook al wil je graag je gewone leven voortzetten, de oorlog is wel degelijk zeer tastbaar aanwezig, iedere dag, iedere nacht.


 Een jurk gemaakt van stof van een parachute.

Ingewikkeld

Het leven is ingewikkeld, maar de schaarste maakt de mensen ook inventief: als je bijvoorbeeld geen nylon kousen hebt, teken je ‘naden’ op je benen. Diezelfde inventiviteit zie je terug als mensen toch uitdrukking willen geven aan hun overtuiging: ze maken sieraden met vaderlandslievende symbolen of verspreiden spotprenten van Hitler.












Een fiets voor het opwekken van elektriciteit.

Bedreigend en vol dilemma’s

Behalve ingewikkeld is het leven ook bedreigend. Er kan bijvoorbeeld zomaar een uit koers geraakte V2 op je huis neerkomen. En welke keuzes durf je te maken? Lever je wel of niet je radio in? En wat doe je als je ziet dat je buurvrouw bonnen koopt? Kijk je de andere kant op of geef je haar aan bij de politie?
Deze tentoonstelling  laat aan de hand van voorwerpen, foto's en verhalen zien hoe mensen daarmee omgingen. Wat u ziet, is voor het merendeel afkomstig van mensen uit Sloten en omgeving.

Hierna zijn we langs diverse plaatsen, zoals Sint Nicolaasga, Langweer, Oudega en Workum weer richting Oudemirdum gegaan. 





Langweer








 Oudega
 







Donderdag 4 juni  2015

Vandaag vieren we Gea’s verjaardag. Ons doel is Franeker. Daar willen we het Planetarium van Eise Eisinga bezichtigen en het museum Martena. In tegenstelling tot het Planetarium, is in museum Martena gratis toegankelijk met de museumkaart.

Alvorens naar Franeker af te reizen, gaan we in Oudemirdum naar.het bezoekerscentrum Mar & Klif. Naast het VVV-kantoor is een expositieruimte waarin aandacht wordt besteed aan de natuur. Ook is een kleine tentoonstelling over de 2e Wereldoorlog.

 




Links de tentoonstelling over de natuur en rechts de heemtuin van het bezoekerscentrum.











Daarna op weg naar Franeker.Echter.....................

Een groot probleem blijkt het parkeren te zijn. Je kunt er om en nabij het centrum maar 2 uurtjes parkeren. Er wordt ook veel aan het wegennet gewerkt, waardoor je ook niet bij het station kan komen. 

Ons alternatief is Harlingen geworden. Op een plek vlakbij het centrum kun je maximaal 5 uren parkeren. Dus zo gezegd, zo gedaan. Geparkeerd in de Brouwersstraat gaan naar het centrum. De Voorstraat is de voornaamste winkelstraat. In vroeger jaren werd deze gescheiden door een gracht die doorliep tot aan Grote Breedeplaats.


Kaart Harlingen 1664                


In de Voorstraat is de Raadhuistoren te bewonderen en ook te beluisteren, want het heeft een mooie carillon. 


De raadhuistoren werd in 1933 grotendeels vernieuwd. Na een brand in 1974 werd de toren in 1975 herbouwd. De toren heeft een gevelsteen (afkomstig van de in 1896 afgebroken Westerkerk) met eveneens een afbeelding van de aartsengel Michaël. Er hangen klokken van onder meer Jacob Noteman en Petrus Overney.



Via de  Voorstraat lopen we naar de haven.Bij de haven staat een opmerkelijk gebouw. Het "Havenmantje".


Het voormalige kantongerechtsgebouw aan het Havenplein te Harlingen, thans kantoor van de Belastingdienst, is in 1884 gebouwd naar ontwerp van architect W.C. Metzelaar (1848-1918), Rijksbouwmeester voor Justitie, in een stijl die elementen gebruikt van het Traditionalisme en het Waterstaatsclassicisme. De bouw is aanbesteed voor het bedrag van f 14.768,-. Het pand wordt in de volksmond het "Havenmantje" genoemd. Het kantongerecht werd gebouwd op het terrein waar voorheen een kazerne heeft gestaan, die ten behoeve van de bouw van het nieuwe kantoor is afgebroken. De voorgevel van het pand is naar het zuiden georiënteerd, richting Havenplein; de achtergevel naar het noorden, richting Oude Buitenhaven. Het plein is recent herbestraat: de nieuwe bestrating benadrukt de loopgang naar de ingang van het gebouw. In 1927 is het gebouw voorzien van sanitaire voor- zieningen en is de waterleiding aangelegd. 


 



De haven wordt gedomineerd door de aanlegsteiger van de veerboot naar Terschelling en Vlieland.




De oude Buitenhaven.

 




Vlakbij de aanlegsteiger is het station Harlingen Haven. Van hieruit kan men per trein naar Leeuwarden.



De Harlinger vuurtoren.

In de Voorstraat is het Hannamahuis. Dit is het centrum  voor Harlionger Cultuur en historie. Hier maken we kennis met de rijke historie van Harlingen. Een speciale ruimte is ingericht ter ere van de in Harlingen geboren schrijver; Simon Vestdijk.

 
















 Links is het gipsmodel dat in het Hannamahuis in de kamer van Simon Vestdijk staat en rechts het beeld dat op de brug bij de Voorstraat staat.












 














Tijdens werkzaamheden onder de vloer van de expositieruimte van het Hannemahuis werd in 2000 een fundament van een jeneverstokerij gevonden. Al snel bleek het te gaan om de restanten van het bedrijf dat vanaf het midden van de achttiende eeuw tot circa 1856 in bezit van de familie Hannema was.In het fundament tekenen zich rondingen af waar voorheen de ketels stonden. De stookplaatsen eronder zijn ook te onderscheiden. Daarnaast bestaat het fundament uit een wirwar van gootjes en putten, die met elkaar de productie van jenever mogelijk maakten. 

Leendert Hannema (1825-1910) sloot het bedrijf omstreeks 1856 omdat hij veel ellende zag die door alcoholmisbruik werd veroorzaakt. De jeneverstokerij is bij de herinrichting in 2008 met behulp van hedendaagse presentatie-technieken weer tot leven gebracht.

In het museum komt ook de geschiedenis van de scheepvaart aan de orde. Bij de ingang van het museum is een kamer ingericht als kunsthandel. In virtuele omgeving worden de schilderijen aangeprijsd. Kunsthandelaar Baur en zijn zoon spelen hierbij een belangrijke rol.



In de historische binnentuin worden veel tentoonstellingen gehouden van beelden. Daarnaast geeft de tuin door middel van de bomen aan dat de tuin al erg oud is.











In de binnentuin is een beeld van paard dat zijn weerspiegeling ziet in de spiegel die hij tussen de voorbenen houdt.









Het poppenhuis in het museum.


Het poppenhuis dat 2,5 m hoog, 2 m breed en 80 centimeter diep is, is eigenlijk een miniatuurhuis, en is vervaardigd door de schenker Daan Hensens. Hij bouwde vanaf 1990 tien jaar lang zeer minutieus aan dit miniatuurhuis en vervaardigde alle onderdelen zelf. Het geheel is in de traditie van de oudere kunstkabinetten en het is dan ook niet bedoeld als speelgoed.


Voor we teruggaan naar de auto lopen we nog even een rondje in de winkelstraat.



Aan het einde van de gracht is een nieuwe steiger te zien. Zo te zien hebben ze er vandaag er de laatste hand aan gelegd.
Misschien iets voor de aankomst van Sint Nicolaas? Het moet gaan dienen als stadspodium.






"Walle Geertje", een bekende koopvrouw, die hier tot de Tweede Wereldoorlog haar winkeltje had.Jammer dat het zo besmeurd is.

 











 





Lopend naar de auto kwamen wij dit opmerkelijk huis tegen. We zijn er nog niet achter gekomen of zij in onze stamboom voorkomen. We weten wel dat een tak van de familie Pais uit Harlingen vandaan komt.

 

Tijd om Uit Harlingen te vertrekken en ons hotel op te zoeken voor ons diner. Via de toeristische route kwamen dit bord tegen. Zou Gerard Depuit dan ook nog banden hebben met Friesland. Dit is in Koudum. Opgezocht op het internet blijkt dat deze winkel extra aandacht van Gea gaat krijgen. Een oase vol met allerlei hobby artikelen: http://www.g-h-h.nl/.





















Vrijdag 5 juni 2015

Vandaag zijn we naar Hindelopen geweest. Vorig jaar december waren we al eens in Hindelopen, maar toen waren de meeste winkels en bezienswaardigheden nog in winterslaap.








Kaart van Hindeloopen 1664.









Uiteraard wilde Gea nog even naar het winkeltje waar ze al eens stof voor een blouse had gekocht. En ook dit keer heeft ze weer een lapje stof uitgezocht.


 










Vlakbij het stoffenwinkeltje is de chocolaterie van Kolderwijn. We durfde het aan om wat van die heerlijke chocolade mee te nemen. Was trouwens ook warm weer.





Bij het 1e Schaatsmuseum (http://www.schaatsmuseum.nl/home/) eerst even gestopt voor een bakkie. Daarna Hindelopen verkend. 



Het Sylhús is de monumentale sluiswachterswoning gelegen aan 't Oost 12 in Hindeloopen.

De in de 17e-eeuw gebouwde sluiswachterswoning kreeg in 1785 aan de dijkzijde een zogenaamde "leugenbank". Deze bank fungeert als ontmoetingsplaats voornamelijk voor de oudere manlijke inwoners van Hindeloopen. De bank bevindt zich onder een overkapping die rust op houten kolommen. In de voorgevel onder deze overkapping bevindt zich het ingemetselde stadswapen van Hindeloopen met het jaartal 1619. Op de nok van het pand is een open houten klokkentoren met spits geplaatst.
 

 










Het gebouw heeft dienst gedaan als visafslag. Boven de bank is een reliëf aangebracht met een afbeelding van de wonderbaarlijke visvangst door Petrus en andere discipelen. Dit reliëf werd in 1905 gemaakt door T.Gerlsma.






Dit huis heet ’t Hûs fan Ham.

Hindeloopen en het Huis van Ham

Hindeloopen is een  eigenwijs, bijzonder stadje met nog geen 900 inwoners, eigen schilderwerk en klederdracht en notabene een eigen taal, het Hylpers genoemd.Temidden van het pittoreske Hindeloopen (Hylpen), omringd door water en kronkelweggetjes, treft men het Hylper Huis aan, voor de Hinde-loopers het huis van Ham. Dit huis is van oudsher (18e eeuw) een Hindelooper Kapiteinswoning.
Ham, de laatste eigenaar van dit mooie huis, was jarenlang de locale kruidenier. Men kwam in zijn  kleine winkeltje (aan de voorzijde van zijn huis) van alles en nog wat tegen.

Hindelopen heeft een leuk, klein museum. Daar wordt de rijke geschiedenis van Hindelopen tentoongesteld. Leuk is een animatie over een zeilreis naar St. Petersburg. Blikvanger op de eerste verdieping is de audio-visuele ruimte in de vorm van een groot zeilschip. Kinderen, maar ook volwassenen, kunnen in het knusse interieur van het schip een filmpje bekijken over de reis van een Hindelooper handelsschip naar St. Petersburg. 


In dit vertrek wordt een jaar uit het leven van de Hindelooper grootschippers aan het begin van de 18e eeuw verteld: het vertrek naar hun verre bestemming (lente), de handel in de landen rond de Oostzee (zomer), de terugkomst in de haven van Amsterdam (herfst). 

Het huiselijke leven (winter) vindt u terug in het Hindelooper huis.
Grote wanddoeken met afbeeldingen van St. Petersburg en Amsterdam en twee hoorspelen versterken de sfeer.
Er zijn een aantal "showkamers" waarin aandacht wordt besteed aan de klederdracht en de kamers uit vervlogen tijd.

 




Naast de eigen schilderkunst, is ook de klederdracht voor Hindeloopen van belang. Het stoffen winkeltje is daarbij een voorbeeld van.
In het Museum Hindeloopen krijgen ook de stoffen met de Hindelooper motieven aandacht. 







Museum Hindeloopen is ontstaan op initiatief van het echtpaar Hidde en Adriana Nijland-Volker. Hidde Nijland, geboren in 1853 te Leeuwarden, was een verwoed kunst- en antiekverzamelaar. Reeds op jonge leeftijd was hij begonnen met het verzamelen van
Hindelooper voorwerpen. Zijn collectie groeide zo sterk, dat hij in 1896 in zijn huis in Dordrecht een complete Hindelooper kamer kon inrichten. In 1917 bood hij zijn verzameling aan de gemeente Hindeloopen aan, op voorwaarde dat deze tentoongesteld zou worden in het oude stadhuis uit 1683. Na een voorbereiding van twee jaar werd het Museum Hidde Nijland Stichting op 16 juli 1919 geopend. Hiermee werd het een van de oudste musea van Friesland. De collectie werd tentoongesteld in enkele ruimtes op de eerste verdieping van het gebouw. 

 


















Vlakbij het museum is de Grote Kerk. De kerk dateert uit de middeleeuwen en wordt al vermeld op de kaart van Schotanus (1644).


 
In de kerk is het orgel, wat gebouwd is in 1813 door het Leeuwarder bedrijf L. van Dam & Zn, te bewonderen. 



















Het ingangsportaal aan de zuidzijde werd in 1658 gemaakt door Claes Lykles voor de zuidelijke beuk. In het fries staat de tekst

"Des Heeren Woordt met
Aendacht hoort komt
daartoe met hoopen
als hinden loopen"













In het fronton erboven het wapen van Hindeloopen en het jaartal 1658. Bij de verbouwing van 1892 werd deze toegang verplaatst naar de nieuwe zuidzijde van de kerk. Boven de toegang aan de noordzijde bevindt zich een fries met de afbeeldingen van de Hoorn des overvloeds en van een wijnkan. Ook hier is in het fronton een afbeelding van het stadswapen van Hindeloopen aangebracht.
 In de kerk hangen twee naamborden met de namen van de predikanten vanaf 1580 tot 2010. Van de kroonluchters dateert één exemplaar uit 1668.

















De kerk is erkend als rijksmonument onder meer vanwege de markante ligging, de visuele waarde, de ouderdom, de waardevolle onderdelen van het interieur en de architectonische vormgeving.


Bij het 1e Schaatsmuseum is ook een restaurant verbonden. Hier hebben we onze lunch gehad. 

Nog wat foto's van de huizen in Hindeloopen.

 













Na nog wat te hebben rondgewandeld, is het weer tijd geworden om het hotel op te zoeken. Ons laatste diner en dan morgen inpakken en wegwezen. 

Aangekomen in ons hotel hebben een geweldig diner voorgeschoteld gekregen. Na het eten zijn we op het terras gaan zitten. Overdekt, dus droog konden we de stortbui bekijken.

 





















Zaterdag 6 juni 2015


De koffers zijn gepakt om na het ontbijt weer op weg naar huis. Middels het internet zijn te weten gekomen dat de Kasematten op zaterdag geopend zijn, dus binnendoor op weg naar Kornwerderzand.

 
Vanaf Friesland is er een parkeerplaats voor de auto's. Maar om bij het museum te komen moet je via een soort kruipdoor-sluipdoor aan de andere kant van de brug komen.









De Kazematten

De Stelling Kornwerderzand bestaat in totaal uit 17 zware kazematten, waarvan 9 in de 1e linie. Commandokazemat IV met o.a. het vertrek van de commandant, zijn observatiepost, de telefooncentrale en een mitrailleur in binnen opstelling. 2 Kanonkazematten II en VI voorzien van 5 cm kanonnen. De keuken/luchtdoel-remisekazemat XIV met keuken, magazijn, munitiekamer en verblijven. Zoeklichtkazemat VII. Met behulp van spiegels kon men met een zwaar zoeklicht in binnen opstelling de dijk beschijnen. 9 Mitrailleurkazematten met 1 mitrailleur in binnen opstelling en 3 mitrailleurs in buiten opstelling. Aggregaat/Verbandplaatskazemat III onder het stuurhuis van de brug en drie kleine Aggregaatkazematten A,B,C.


De Bouw

In 1921 wordt besloten tot de bouw van de Afsluitdijk. Het departement van Oorlog wil versterkingen voor de Vesting Holland. Besloten wordt tot het bouwen van vestingwerken

Het ontwerp is van de Genie en bestaat uit verspreid liggende kazematten met elk een aparte functie. De vuurrichting is naar alle kanten vooral naar de Friese kust.
De norm van het beton is W21-W28 d.w.z. dat men een beschieting kon verdragen met een kaliber van 21 tot 28 cm.

De buitenmuren bestaan uit 2,8 m dik monoliet gegoten gewapend beton. Binnenmuren zijn 1,5 m dik. De bouw is op staal gefundeerd met extra betonpalen tegen het verzakken als gevolg van granaatvuur en bommen.De ingangen zijn laag tegen scherfwerking en voorzien van sleuven voor een waterkering. De mitrailleurkazematten hebben een betonnen borstwering met daarin uitsparingen voor mitrailleurs in buiten opstelling.

Een kazemat heeft altijd twee uitgangen met deuren van staal. Op de kazematten ligt een zandbed van 1 m.De geschiedenis van de Kasematten wordt weergegeven  middels de expositie en draait om de weerstand die men in 1940 heeft geleverd om de Duitsers te verhinderen dat zij via de Afsluitdijk Noord-Holland konden benaderen.
De kanonneerboot Hr. Ms. Johan Maurits heeft daarin ook een aandeel geleverd.
Diverse bunkers zijn zodanig  ingericht dat men het gevoel krijgt dat men terug is in de tijd.

Wat impressies van de Kasematten.

 































 Er is veel meer te zien, maar dan adviseren wij iedereen om zelf maar eens kijkje te nemen.




Terug naar de auto moesten wij nog even wachten voor de brug. Vanuit de Waddenzee kwamen er wat zeilboten richting IJsselmeer varen.































Normaliter gaan we meestal over de snelweg richting huis, doch ditmaal gaan we het proberen om via Hippolytushoef via Anna Paulowna en Schoorl terug te rijden naar huis.. 








 


In Hippolytushoef is het tijd om even te stoppen voor een versnapering. Bij restaurant ’t Plein vinden we een heerlijk terras in het zonnetje. Vandaar weer verder door het Noord-Hollandse landschap. En zo via Alkmaar, Heiloo, Limmen, Castricum en Heemskerk komen we in de buurt van IJmuiden.







Alvorens te kijken hoe of thuis is, gaan we onze “vakantie” af sluiten met een etentje bij de Siam Thai Restaurant. En dan weer thuis. In september hebben we voor drie weken geboekt bij de “Berken” in Gasselte, zo weer iets om naar uit te kijken.