Woensdag
26 juli zijn Gea en ik naar Spakenburg geweest.
In
de krant stond een aankondiging dat de Rederij Eureka een geheel verzorgde
vaartocht organiseert naar de Spakenburgse Dagen.
Via
internet kon je dan aanmelden voor deze tocht. De auto bij het station Driehuis
geparkeerd en verder met de trein naar Amsterdam. Aan de achterzijde van het
Centraal Station lag de “Eureka” aangemeerd aan steiger 14.
Om
10.00 uur vertrok de boot richting de Oranje Sluizen het Markermeer op. We
werden verwelkomt met een kopje koffie of thee met een plak cake. Mede gelet op
de grote van de “Eureka”, gebruikte de kapitein de Prins Willem-Alexandersluis.
Deze
sluis is de grootste van het complex.
Prins Willem-Alexander sluis
De
grote sluis, de in 1995 toegevoegde Prins Willem-Alexandersluis, heeft een kolk
van 24 bij 200 meter en schuifdeuren die over een hydrovoet glijden: een zeer
dunne laag water. De sluizen worden bediend vanuit twee bedieningsgebouwen.
Jaarlijks
passeren ongeveer 120.000 schepen door de sluizen. Wandelaars en fietsers
kunnen over de sluizen het IJ oversteken. Ook is er een vispassage, waar een
grote variatie van vissoorten gebruik van maakt.
Schelllingwoude
Na
lange discussies ging in 1865 de eerste spade de grond in voor het
Noordzeekanaal. Tegelijk werd begonnen met de bouw van de Oranjesluizen. Om de
waterstand in het kanaal goed te kunnen regelen, was het noodzakelijk om het IJ
aan de oostzijde af te sluiten van de Zuiderzee. Aanvankelijk wilde men dat
doen met een dam met slechts één sluis erin en een stoomgemaal. Op aandringen
van Amsterdammers en van binnenschippers werd besloten het aantal sluizen te
verhogen tot drie, zodat scheepvaart tussen Amsterdam en de Zuiderzee goed
mogelijk bleef. Justus Dirks maakte het ontwerp, en De Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij,
de onderneming die de bouw van het kanaal leidde, stelde de waterbouwkundige
Johannis de Rijke aan als opzichter van de bouw van de Oranjesluizen. Koning
Willem III legde op 29 april 1870 de eerste steen. Er was toen al vijf jaar met
veel tegenslag gewerkt aan de aanleg van de kistdam die het grootste deel van
de afsluiting vormde. Op 25 september 1872 voer het eerste schip door de sluis.
Voor
het personeel (sluismeester, ingenieur, kantonnier en sluisknechten) werden in
totaal 23 woningen ten noorden van de sluizen (tegen Schellingwoude aan)
gebouwd.
Het
stoomgemaal aan de noordkant van de sluizen werd al in 1895 vervangen door een
nieuw aan de zuidkant. En in 1975 werd dit weer vervangen door een elektrisch
gemaal bij de Sluizen van IJmuiden. Op de fundamenten van het eerste
stoomgemaal is in 1975 een vispassage gemaakt.
In
1909 werd ten noorden van de sluizen een telegraaf- en hulppostkantoor gericht
op binnenvaartschippers (naar ontwerp van rijksbouwmeester Cornelis Peters)
gebouwd.
Door
toenemende drukte in de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw ontstonden soms
gevaarlijke situaties wanneer beroepsvaart en plezierschepen door dezelfde
sluis wilden. Bovendien waren binnenvaartschepen sinds 1872 aanzienlijk groter
geworden. Daarom werd een aparte sluis gebouwd voor de binnenvaart, de Prins
Willem-Alexandersluis. Deze werd in 1995 geopend.
Tussen
1997 en 2000 werd het oude complex ingrijpend gerenoveerd en gemoderniseerd: de
fundering werd vernieuwd en de sluizen kregen dubbelkerende deuren. De sluis is
nu gereserveerd voor de recreatievaart. Een kunstwerk herinnert aan de
renovatie.
De
Prins Willem-Alexandersluis gepasseerd hebbende, varen we onder de
Schellingwouder brug door over de Zeeburgertunnel in de richting van het
IJmeer.
Schellingwouder brug
Hierbij passeren we Pampus. Omdat we al een afspraak hebben, gaan we
niet voor Pampus liggen en wachten op hoog water. Het water heeft genoeg diepte
om de “Eureka” haar tocht te vervolgen.
Vanuit het Buiten-IJ varen we op het IJmeer. Aan stuurboord zijde (rechts) kunnen
we net het Muiderslot zien. Via de Hollandse Brug komen we in het Gooimeer.
Vanaf de Stichtse brug verruilen we het Gooimeer voor het Eemmeer. Achteruit
varend meert de “Eureka” bij de haven van Spakenburg.
Hier
verlaten we met zo'n 460 passagiers de “Eureke” om ons in de drukte van de
Spakenburgse Dagen te begeven. Langs de kramen route was een verscheidenheid
aan goederen en vis uitgestald.
Haven Spakenburg
Eigenlijk te veel in een tijdsbestek van 2 ½
uur te kunnen bekijken.
Genoeg hebbende van de drukte hebben we een museum
gevonden waar we met onze museumkaart gratis toegang hebben.
Op
een prachtige plaats aan de oude haven en tegenover de eeuwenoude scheepswerf
ligt Museum Spakenburg.
In het museum wordt het verhaal verteld van de gemeente Bunschoten. Deze gemeente
bestond oorspronkelijk uit drie kernen: Bunschoten, Spakenburg en Eemdijk.
Sinds 1974 is de gemeente uitgebreid met een deel van Hoogland: Zevenhuizen. De
verschillende kernen hebben alle een rijke historie die in het museum wordt
getoond.
Stap
binnen in de historische oase van het rijke boerenleven, de visserij en oude
ambachten en geniet van de prachtige collecties en een grande finale van de
mooiste klederdracht.
In
het museum staan spannende tegenstellingen centraal. Traditie en vernieuwing
gaan hand in hand. Bij onderdeel thema's wordt kort op de verschillende
tegenstellingen ingegaan.
Taanpot, voor het tanen van zeilen en netten.
kruidenierswinkel
In
Bunschoten-Spakenburg heeft de tijd niet stilgestaan: zowel typische
industriële bedrijvigheid als voetbal (blauw en rood) hebben een plek in het
museum.
Museum
Spakenburg is in 2008 volledig vernieuwd. De combinatie van een prachtige
collectie en het gebruik van audiovisuele middelen maken een bezoek tot een
verrassende beleving.
Na
de bezichtiging van het museum nog even uitrusten in het museumcafé. Daarna is
het weer tijd om de “Eureka” weer op te zoeken.
fort Pampus
We
zijn voornemens om weer een keer terug te gaan naar Spakenburg, maar dan op
eigen gelegenheid. Op de zaterdagen worden dan van 10:00 uur tot 17:00 uur de
weekmarkten gehouden. Dan zal het wel niet zo druk zijn zoals op Spakenburgse
Dagen.
Om
half vier is de afvaart gepland, maar dan zijn er toch wel medepassagiers die
het voor elkaar krijgen om wat later te komen.
De
zelfde route terug geeft ook nog wat andere gezichtspunten. Na de Oranje
Sluizen gepasseerd te hebben, staat ons een kleine verrassing te wachten. Daar
waar vroeger de vrachtschepen hun lading loste en nieuwe landing inladen, staan
nu woningen en kleinschalige bedrijfjes.
Zo
voeren we de Ertshaven en de Entrepothaven rond. Bij het Java-eiland werden we
attent gemaakt op de vier doorkijkjes met de kleine grachtjes.
En
zo kwamen we dan aan bij pier 14 aan de Ruyterkade, eindpunt van deze dagtocht.
Gelet
op de tijd, zou het erg laat worden om te eten eer we thuis zouden zijn. Dus
zijn we wezen eten in Amsterdam. De stationsrestauratie 1e Klas heeft een goede
keuken en is niet zo duur. Voor ons beide gebakken Gamba's en dan kunnen we
voldaan weer naar huis.