vrijdag 7 oktober 2016

Muziek en Cultuurreis Wenen augustus 2016. Deel 6




Muziek en Cultuurreis Wenen augustus 2016. Deel VI

Donderdag 18 augustus 2016.

Vandaag gaan we op excursie naar het Wienerwald. We bezoeken o.a. het Helenental en het jachtslot Mayerling.

Het Wienerwald is een dicht bebost gebied dat zich uitstrekt over de Oostenrijkse deelstaten Niederösterreich (Neder-Oostenrijk) en Wenen. Het wordt gevormd door een noordoostelijke uitloper van de Alpen. Voor vele Weners is het hun favoriete plek om zich te ontspannen.
Het Helenental is onderdeel van Schwechat Tales in Wienerwald in Neder-Oostenrijk in Baden bij Wenen . Strikt genomen alleen het onderste gedeelte, is vandaag de dag inbegrepen het Schwechattal te Mayerling.
De romantische vallei is een bekend recreatiegebied voor de nabijgelegen Wenen en Baden spa gasten en is een beschermd natuurgebied. "High Lindkogel - Helenental" Onder de bijzondere bescherming van de regering van Neder-Oostenrijk
Mayerling is de naam van het jachtslot, in de buurt van Alland, in Neder-Oostenrijk, waar op 30 januari 1889 kroonprins Rudolf van Oostenrijk, de enige zoon van keizer Frans Jozef en keizerin Elisabeth, om het leven kwam.
Onze eerste stop is bij het klooster van Heiligenkreuz. Het Stift Heiligenkreuz is een klooster van de cisterciënzer (OCist) bij Heiligenkreuz in Wienerwald ( Neder-Oostenrijk ). Er is geen onderbreking sinds haar oprichting in 1133, waardoor het - na Rein -. De tweede 's werelds oudste, continu sinds de oprichting van de cisterciënzer, klooster bestaand.
 
Het Courtyard: Hier vindt u twee monumenten van Giovanni Giuliani, een kunstenaar diep verbonden met Heiligenkreuz. De Holy Trinity Column staat in het centrum van de binnenplaats; St. Joseph's Fountain is aan de andere kant. Beiden werden gemaakt aan het begin van de 18e eeuw. De Holy Trinity Column toont de Hemelvaart van de Maagd Maria (u kunt zien haar stijgen, in het midden van de kolom); de kleinere panelen rond St. Joseph's Fountain tonen scènes uit de Bijbel.
 
Klooster: Het klooster werd gebouwd tussen 1220 en 1240: dit was een tijd van stilistische overgang van Romaans naar Gotisch. Daarom kunt u een combinatie van de twee stijlen hier in het klooster te vinden. Vergelijk bijvoorbeeld de bogen die het rode marmeren zuilen verbinden. Oorspronkelijk werd het klooster gebouwd als een verbinding tussen de kerk en de sacristie.
De monniken gebruikten het ook voor het gebed en studie. De grafstenen op de muur behoren tot de leden van adellijke families die schenkingen aan de abdij gaf. De oudste daarvan zijn uit de 14e eeuw.
Deze inscriptie herinnerd aan het bezoek van Paus Benedikt XVI op 9 september 2007 aan het klooster.

Ons volgend bezoek is aan Slot Mayerling.
Het kasteel Mayerling was tot 1889 jachtslot in Mayerling in Alland in Neder-Oostenrijk , zuid-westen van Wenen . Vandaag herbergt de Karmel van St. Joseph van de Ongeschoeide Karmelieten nonnen .
Jachthuis van kroonprins
De sinds 1550 in het bezit van het Stift Heiligenkreuz woning gelegen is in 1886 overgenomen door kroonprins Rudolf en verbouwd tot een jachtslot. In de nacht van 30 januari 1889 overleed hier de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger, kroonprins Rudolf , samen met zijn geliefde Mary Vetsera .
De omstandigheden zijn nog onduidelijk, omdat de Weense hof belangrijke documenten vernietigd en had gepleegd getuigen het zwijgen opgelegd. Volgens de huidige stand van het onderzoek van het lijden aan depressie Rudolf schoot eerst zijn geliefde, de bijna 18-jarige Baron Vetsera; Vervolgens doodde hij zichzelf door headshots. In tegenstelling tot zijn wil Rudolf was niet samen met Maria van Vetsera op de begraafplaats in de naburige Stift Heiligenkreuz begraven, maar in de Keizerlijke crypte in Wenen begraven waar hij samen met zijn ouders Franz Joseph I en keizerin Elisabeth rust.
Mary Vetsera werd in Heiligenkreuz begraven.

Karmel St. Josef
Op initiatief van keizer Franz Joseph I van Oostenrijk-Hongarije werd het jachtslot nog in 1889 door Heinrich Schemfil en Josef Schmalzhofer een klooster voor karmelietessen herbouwd. Voor de wederopbouw en het onderhoud van de Karmelieten, die moeten bidden speciaal voor de zielen van Rudolph, bouwde de keizer een stichting met een kapitaal van 140.000 gulden.

De reconstructie was zo gepland dat op het punt van de dood van kroonprins Rudolf, het hoogaltaar staat in de nieuw gebouwde kerk. Naast de kerk van de aan St. Joseph gewijde kapel en het koor van de nonnen om een jachthuis waren bij het hervormen van sacristie , de poorten met spreekkamers , een slaapzaal met cellen en een examen Muur toegevoegd.
 
Helaas gesloten. Dat betekende evenwel dat we hadden besloten het slot niet te gaan bezoeken.

Ons volgend reisdoel is Baden Bei Wien.
Baden bei Wien (ook Baden) is een gemeente in de Oostenrijkse deelstaat Neder-Oostenrijk, gelegen in het district Baden, in het uiterste oosten van het Wienerwald. De gemeente heeft ongeveer 24.500 inwoners.
Baden is een kuuroord met geneeskrachtige zwavelhoudende warmwaterbronnen. Deze bronnen waren al bij de Romeinen bekend; zij noemden de plaats Aquae Pannonicae. Beethoven kwam dikwijls kuren in Baden en hoopte er genezing voor zijn doofheid te vinden. In de 19e eeuw vertoefden de Habsburgers er vaak in de zomer, wat een bloeiperiode voor de plaats betekende.
Josefsplatz, tevens eindstation van de Wiener Lokalbehnen – Baderner Bahn.
De Mülhbach in Baden bei Wien.
In de Middeleeuwen werd de Mülhbach gebruikt als een water barrière voor steden en kastelen (de twee districten Baden Weikersdorf en Leesdorf beschermen Tribuswinkel en Traiskirchen ). De leeftijd van Mühlbach is ongeveer 900 jaar is 13,2 kilometer lang en stroomt in Laxenburger Schlosspark opnieuw in de Schwechat. Hij runde eens 33 molens.
De molens voor de exploitatie van een uniforme hoeveelheid water en een manier om te reguleren. Een rivier als de Schwechat, met regelmatige overstromingen, was daarvoor niet geschikt. Zelfs de molen zou zijn bedreigd in Schwechat. Daarom is de Mühlbach voor de economische ontwikkeling van deze regio is van groot belang, dat is vastgelegd in een groot aantal documenten en verhalen  die men heeft overhandigd. Het onderhoud van Mülhbach, de instandhouding en het landschap planning lijkt over gedocumenteerd en daardoor zijn zo veel geschillen ontstaan.
Tot Gea’s verrassing en ook tot mijn verrassing komen een stratenplan van Baden bei Wien tegen waarop de Perger Strasse vermeld wordt.
En we zijn daar ook niet zo ver van verwijderd.  In het verlengde van de Mülhbach, ongeveer waar het verkeersbord op de foto is, begint de Perger Straße. Het is ook niet ongewoon dat er in Baden straten vernoemd zijn naar plaatsen in het gebied van Wenen.
Perg is links op de kaart en schuin onder Wenen is Baden Bei Wien.
Het Bürger Hospital in Baden bij Wenen werd opnieuw gebouwd in de woon- en zorgcentrum de 16e eeuw, die tot het midden van de 19de eeuw in de nog bestaande gebouwen, Heiligenkreuzergasse 4, werd opgericht.
Een prachtig plantsoen in het Gutenbrunnepark.

Hygieia - godin (personificatie) van de gezondheid, hygiëne en sanitaire voorzieningen (in Baden bei Wien in Oostenrijk)

Wie maakt nu van wie een foto?
En dan is het weer tijd om in de bus te stappen en terug te keren naar het hotel in Wenen.
Morgen zijn we overdag vrij en kunnen we op eigen gelegenheid Wenen verkennen. ’s Avonds staat er een  concert in het Paleis Schönbrunn op het programma.

Muziek en Cultuurreis Wenen augustus 2016. Deel 5

Muziek en Cultuurreis Wenen augustus 2016. Deel 5

Woensdag 17 augustus 2016.

Vandaag staat een bezoek aan Schönbrunn, het Kunsthistorisch Museum en een diner in de Donauturm op het programma.

Het Schönbrunn Paleis is het voormalige zomerpaleis van de keizerlijke familie. Vanaf het moment dat het voltooid was in 1780 tijdens de regeerperiode van Maria-Theresia was het de favoriete verblijfplaats van de Habsburgse monarchen.

Het Kunsthistorisch Museum in Wenen is een van de belang-rijkste musea ter wereld voor Europese schilderkunst. Meer dan anderhalf miljoen mensen bezoeken het jaarlijks. Het werd in 1891 geopend. In de wandelgangen wordt het vaak ΚΗM genoemd.

De Donauturm is een uitkijktoren in Wenen. De toren staat in het midden van het Donaupark. De toren is van 1962 tot 1964 gebouwd voor de Wiener Internationale Gartenschau. Met zijn 252 meter is de toren het hoogste gebouw van Oostenrijk.

We zijn onderweg met de bus naar Schönbrunn. Het bezoek betreft tevens een bezichtiging van het paleis. Alleen fotograferen is ten strengste verboden. Dus zijn we afhankelijk van de foto’s die op het internet te vinden zijn.

Schloss Schönbrunn in Wenen is een van de belangrijkste culturele erfgoederen van Oostenrijk. Het is sinds de jaren 60 een van de drukstbezochte bezienswaardigheden in de hoofdstad.

Het paleis ligt in het westen van de stad in de wijk Hietzing. Tot 1642 stond hier de Katterburg, een landgoed van de Weense burgemeester. De naam Schönbrunn zou teruggaan naar keizer Matthias, die hier tijdens de jacht een mooie bron gezien zou hebben. Tegenwoordig telt het paleis 1441 kamers in alle soorten en grootten.

In 1996 werden paleis en tuinen door de UNESCO tot Werelderfgoed verklaard.

Geschiedenis

In 1559 liet keizer Maximiliaan II een klein jacht-slot bouwen dat in de tijd die volgde meerdere malen afbrandde en uiteindelijk in 1683 tijdens het Beleg van Wenen door de Turken verwoest werd. Dit was reden voor keizer Leopold I om de beroemde architect Johann Bernhard Fischer von Erlach opdracht te geven tot de bouw van een nieuw paleis. In 1688 had Fischer von Erlach zijn plannen klaar en tussen 1692 en 1713 werd het, zij het in gereduceerde vorm, uitgevoerd. Van deze bouw zijn slechts de slotkapel en de Blaue Stiege met een dakfresco van Sebastiano Ricci behouden.

Keizer Karel VI was niet geïnteresseerd in Schönbrunn. Zijn dochter Maria Theresia maakte er echter de zomerresidentie van de Habsburgers van, wat het tot 1918 zou blijven. In haar regeerperiode zou het, onder leiding van Nikolaus von Pacassi ingrijpend worden verbouwd. Von Pacassi leidde ook de verbouwing van de Hofburg. Ook het overgrote deel van de inrichting van het paleis stamt uit deze periode en geldt als enige voorbeeld van de Oostenrijkse rococo.

In 1765 neemt Johann Ferdinand Hetzendorf von Hohenberg, een vertegenwoordiger van het vroege classicisme, de bouwleiding. Zijn meeste bijzondere werk is de Gloriette. Tussen 1817 en 1819 wordt de façade van het paleis in zijn beroemde Schönbrunn-geel geschilderd. Een kleur die in de daaropvolgende honderd jaar een kenmerk zal zijn voor Oostenrijk-Hongarije, en een voorbeeld zal blijken voor veel stations- en regeringsgebouwen.

In een zijvleugel bevindt zich het beroemde Slottheater. Naast optredens van Joseph Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart is het theater bekend als kweekvijver voor nieuw talent.

In 1945 werden het hoofdgebouw en een deel van de Gloriette door geallieerde bommen beschadigd. Tijdens de bezetting van Oostenrijk, door de vier geallieerde machten, werd het slot hoofdkwartier van de Britten. Destijds begon ook de restauratie.

In 2004 volgde een renovatie van de zuidzijde.

Tuin


Bij Schloss Schönbrunn bevindt zich de Gloriette, een bouwwerk dat de slottuin afsluit. Ook veel gebouwen in het slotpark zijn van de hand van Hetzendorf, zoals de bijzonder Romeinse ruïne, de eerste kunstmatige ruïne van dit type. De sculpturen in het park zijn grotendeels van Wilhelm Beyer en enkele van Franz Anton Zauner en Johann Baptist Hagenauer.

Van grote betekenis voor de aanleg van de tuinen van Schönbrunn is de Leidse hovenier Adriaan Steckhoven geweest. Deze werd in 1753 - waarschijnlijk op aanraden van de eveneens uit Leiden afkomstige dr. Gerard van Zwieten (leerling van de beroemde Boerhaave), die de lijfarts was van keizerin Maria Theresia van Oostenrijk, benoemd tot directeur van de tuinen van Schönbrunn.

Neptunus Fontein

Een van de hoogtepunten van Schönbrunn is de Neptunus Fontein (Neptunbrunnen), de meest monumentale fontein in het park. Het werd in 1780 gebouwd door Franz Anton von Zauner, een Oostenrijkse beeldhouwer. De barokke beeldengroep beeldt een mythische scene uit waarin de zeegodin Thetis aan Neptunus vraagt te garanderen dat haar zoon Achilles een veilige doortocht naar Troje zou krijgen.

Hierna volgt de bezichtiging van Schönbrunn. De te bezichtigen kamers zijn gelegen op de eerste verdieping. Gelet op het feit dat in het Slot niet gefotografeerd mag worden, heb ik de gegevens aan de hand van het boekje Schönbrunn Palace en de Nederlandse beschrijving van de rondtour zoveel mogelijk van het internet overgenomen.



1             Kamer van de lijfwacht
1A          Visgraatkamer
1B           Buro van de vleugeladjudant
2             Biljartzaal
3             Walnotenhouten kamer
4             Werkkamer van Frans Jozef I
5             Slaapkamer van Frans Jozef I
6             Westelijk balkonkabinet
7             Stiegenkabinett
8             Toiletkamer
9             Gemeenschappelijke slaapkamer
10           Salon van keizerin Elisabeth
11           ,,Marie Antoinette“ kamer
12           Kinderkamer
13           Ontbijtkabinet
14           Gele salon
15           Balkonkabinet
16           Spiegelzaal
17           Grote Rosakamer
18           Tweede kleine Rosakamer
19           Eerste kleine Rosakamer
20           Lantarenkamer
21           Grote galerij
22           Kleine galerij
23           Ronde Chinese kabinet
24           Ovale Chinese kabinet
25           Carousselkamer
26           Ceremoniezaal
27           Paardenkamer
28           Blauwe Chinese salon
29           Vieux-laque-kamer
30           Napoleonkamer
31           Porseleinkamer
32           Miljoenenkamer
33           Gobelinsalon
34           Werkkamer van aartshertogin Sophie
35           Rode salon
36           Oostelijk balkonkabinet
37           Rijke kamer
38           Werkkamer van aartshertog Frans Karel
39           Salon van aartshertog Frans Karel
40           Jachtkamer


3e vertrek Walnoten kamer
De kostbare lambrisering van walnotenhout, die met zijn versieringen van bladgoud en de wandtafeltjes nog horen tot de originele rokoko-inrichting uit de tijd van Maria Theresia, geeft zijn naam aan dit vertrek. De kroonluchter stamt uit de 19de eeuw. Hier hield Frans Jozef audiëntie. Men kwam naar de keizer, om hem te bedanken voor een onderscheiding, om een verzoek in te dienen, of om zich voor te stellen, nadat men een officiële aanstelling had gekregen. Frans Jozef ontving zo'n 100 personen op een ochtend. Hij was bekend om zijn opmerkelijk geheugen - nooit vergat hij een naam of een gezicht, dat hij een keer had gezien. De audiënties, die door de keizer met een licht knikken van het hoofd werden beëindigd, duurden normaal slechts enkele minuten.
4e vertrek werkkamer van keizer Frans Jozef I
Frans Jozef besteeg al op 18-jarige leeftijd de troon van het Keizerrijk Oostenrijk. Zijn dagelijkse werktaak was enorm - zijn werkdag begon al voor 5 uur ‘s ochtends en hij bracht de hele dag door aan zijn schrijftafel, die u rechts ziet staan; hier bestudeerde hij de dossiers en liet hij zijn ontbijt en middageten serveren. Zo speelde zich het leven van de “eerste ambtenaar van de staat" grotendeels af aan deze schrijftafel. De keizer vond een kostbare inrichting van zijn privé vertrekken niet belangrijk, hij nam genoegen met portretten en foto’s van zijn familie en met geschenken van zijn kinderen en kleinkinderen.
Eén van de beide grote portretten toont ons Frans Jozef op 33-jarige leeftijd, het andere zijn gemalin Elisabeth, de, onder haar bijnaam "Sisi" tot mythos gewordene, keizerin.
9e vertrek Gemeenschappelijke slaapkamer
In 1854 trouwde Frans Jozef met zijn nicht Elisabeth, die toen net 16 jaar oud was. Dit vertrek werd, naar aanleiding van hun huwelijk, als gemeenschappelijke slaapkamer ingericht. Frans Jozef heeft zijn vrouw zijn leven lang verafgood - of deze gevoelens op gelijke wijze werden beantwoord, moet helaas worden betwijfeld.
Elisabeth keurde van begin af aan de strenge hofetiquette af en ontwikkelde zich in de loop der jaren tot een zelfbewuste vrouw. Zij leidde een eigen, onafhankelijk leven met lange reizen en was nog nauwelijks in Wenen aan te treffen. In september van 1898 werd de keizerin op 61-jarige leeftijd in Geneve met een vijl vermoord door de Italiaanse anarchist Luigi Lucheni.
11e vertrek “Marie-Antoinette” kamer
Dit vertrek diende als zaal voor maaltijden in familiekring. De familiediners volgden de strenge hofetiquette - de tafel was altijd feestelijk versierd, in het midden stonden vergulde opzetstukken, versierd met bloemen, fruit en pralines. Bij officiële diners werden Franse gerechten geserveerd; bij familiediners gaf Frans Jozef de voorkeur aan gerechten uit de Weense keuken, zoals wiener schnitzel, rundvleesgoulash, tafelspitz of de beroemde kaisersch-marren. Om de gerechten altijd vers en warm te kunnen serveren, werden ze vanuit de hofkeukens in verwarmde kisten naar de desbetreffende vertrekken gebracht en in een aangrenzend vertrek met kolen - later op gasrechauds - warm gehouden. De keizer zat in het midden van de tafel, tegenover hem, indien aanwezig, de keizerin. Omdat Elisabeth echter vaak een vastenkuur volgde, om haar slanke figuur te houden, nam zij slechts zelden aan deze gemeenschappelijke maaltijden deel. Familiediners begonnen meestal om 6 uur ‘s avonds en bestonden uit 3 tot 6 gangen. Het servies op deze tafel, die waarheidsgetrouw is gedekt, is in bruikleen van de voormalige “Hoftafel- en Zilverkamer" in de Weense Hofburg, waar ook nu nog een grote verzameling aan kleinoden van porselein en zilver van de toenmalige keizerlijke huishouding tentoongesteld wordt. Behalve het persoonlijke serviesgoed van keizerin Elisabeth vindt u daar ook het gouden privéservies van Maria Theresia en nog veel meer.
16e vertrek Spiegelzaal
De spiegelzaal diende onder Maria Theresia als zaal voor festiviteiten in huiselijke kring, o.a. voor kleine concerten Hier speelde in 1762 de 6-jarige Mozart zijn eerste concert in bijzijn van de keizerin. Na het concert - schreef aldus de trotse vader – is ,,Wolferl op de schoot van Hare Majesteit gesprongen en heeft haar omhelsd en uitbundig gezoend.“
21e  vertrek grote galerij
De grote galerij, het hart van het slot, werd door de keizerlijke familie benut voor bals, ontvangsten en galadiners. Met een lengte van meer dan 40 meter en een breedte van bijna 10 meter vormde de grote galerij de ideale omlijsting voor feesten aan het
hof. Dankzij de spiegels van kristal, de vergulde stucversieringen en de fresco’s aan het plafond is de zaal een pronkstuk van de rococo. De fresco’s, een loflied op de heerschappij van Maria Theresia, stammen van de Italiaanse schilder Gregorio Guglielmi. In het middelste zitten Frans Stefan en Maria Theresia op hun troon, omringd door personificaties van de deugden van een heerser. Rondom deze centrale groep zijn de kroonlanden met hun rijkdommen afgebeeld. De beide grote, vergulde luchters van houtsnijwerk waren elk voorzien van 70 kaarsen , voordat in het paleis in 1901 elektrisch licht werd geïnstalleerd. Sinds het einde van de monarchie wordt de grote galerij ook gebruikt voor concerten; in 1961 vond hier de historische ontmoeting plaats tussen de presidenten Kennedy en Chroestjov.
26e vertrek Ceremoniaal
ln deze zaal vonden onder Maria Theresia kleine ceremoniële plechtigheden, naar aanleiding van een doop of een huwelijk, plaats. De schilderijencyclus aan de muren laten de feestelijkheden, naar aanleiding van het huwelijk van haar oudste zoon en opvolger, Jozef ll met de Bourbonse prinses, Isabella van Parma, zien. Het grootste schilderij, links, toont de intocht van Isabella met een gevolg van 98 koetsen, waarbij alle aanwezige gasten - de gehele Europese hoge aristocratie - te herkennen zijn aan hun familiewapens op de koetsen Tussen al deze schilderijen hangt het, misschien wel, bekendste portret van Maria Theresia. De ,,eerste dame van Europa“ presenteert zich hier in een kostbaar gewaad van Brabants kant.
28e vertrek Blauwe Chinese kamer
De blauwe, Chinese salon werd aan het begin van de 19de eeuw ingericht met de huidige wandbekleding van , met de hand beschilderd rijstpapier, uit de 18de eeuw. U bevindt zich hier in een, historisch gezien, zeer belangrijke zaal: hier werden de verhandelingen gevoerd, die ertoe leidden, dat op 11 november 1918 de Iaatste keizer, Karel I, afstand moest doen van zijn regeringsbevoegdheid. De dag erop werd de republiek uitgeroepen en daarmee kwam een einde aan de heerschappij van de Habsburgers, die meer dan 600 jaar had geduurd. Karel wilde echter niet afdanken en werd uiteindelijk met zijn gezin verbannen. Hij stierf in 1922 , pas 35 jaar oud, op Madeira; zijn vrouw Zita stierf in 1989 en werd als laatste keizerin van Oostenrijk bijgezet in de keizerlijke crypte in Wenen.
29e vertrek Vieux-laque-kamer
De vieux laque kamer werd na de plotselinge dood van haar geliefde gemaal, Frans Stefan, in 1765, door Maria Theresia tot herdenkingskamer omgebouwd. Zwarte lakpanelen, die uit Peking stammen, werden in de notenhouten lambrisering aangebracht en voorzien van vergulde omlijstingen. Maria Theresia heeft vanaf dat tijdstip alleen nog maar rouwkleding gedragen. In haar gebedenboek vond men na haar dood een brieje, waarop zij de gelukkige tijd van haar huwelijk tot aan het aantal uren heel nauwkeurig had genoteerd. Let u op de portretten, die door Maria Theresia speciaal voor deze herdenkingskamer in opdracht werden gegeven. In het midden ziet u Frans I Stefan, geschilderd door Pompeo Batoni. Van dezelfde schilder stamt ook het dubbel portret van Jozef ll en zijn broer Leopold, dat in 1769 in Rome tot stand kwam. Jozef staat naast de tafel, waarop een exemplaar van Montesquieu's ,,L'esprit des |Lois“ ligt, één van de belangrijkste werken van de Verlichting, en dat de beslissingen van de jonge keizer sterk beïnvloedden.
32e  vertrek Miljoenenkamer
U staat nu in het kostbaarste vertrek van het paleis, de zogenaamde miljoenenkamer. Het heeft deze naam te danken aan de lambrisering van zeer zeldzaam rozenhout, waarin lndo-perzische miniatuurtjes zijn aangebracht Deze miniatuurtjes laten scènes zien uit het privé- en hofleven van de Mogulheersers in India in de 16de en 17de eeuw. Ze werden door Ieden van de keizerlijke familie in stukken gesneden en in een soort collage tot nieuwe composities verwerkt. Aan weerskanten van het vertrek zijn spiegels van kristal geplaatst, zodanig, dat zij de illusie van oneindigheid “voorspiegelen".
35e vertrek Rode Salon
De portretten in dit vertrek tonen ons keizers vanaf het einde van de 18de eeuw : Maria Theresia’s zoon Leopold ll, die Jozef II opvolgde; naast hem zijn zoon Frans, de laatste keizer van het Heilige Roomse Rijk. In 1806 werd hij, ten gevolge van de Napoleontische oorlogen, gedwongen, dit rijk te ontbinden en het Keizerrijk Oostenrijk uit te roepen. Zo werd uit Frans lI, de laatste Rooms-Duitse keizer, Frans l., de eerste keizer van Oostenrijk. De Habsburgse traditie volgend, huwelijkte Frans ll/I zijn eerste dochter, Marie Louise, uit aan Napoleon; zijn tweede, Leopoldine, aan de keizer van Brazilië. Op de schildersezel ziet u een portret van haar. De volgende portretten zijn die van keizer Ferdinand I. en zijn gemalin Maria Anna. Ferdinand was de oudste zoon van Keizer Frans en werd in de volksmond Iiefdevol ,,Ferdinand de goedmoedige“ genoemd. Hij leed aan epilepsie en was niet in staat om te regeren. De eigenlijke heerser van de Oostenrijkse monarchie in deze periode was Staatskanselier Metternich, ook de “koetsier van Europa" genoemd, die met veel behendigheid en diplomatie de Europese politiek leidde.
Met de bezichtiging ten einde gaan we richting bus.
Onze volgende stop is het Kunsthistorisch Museum.
De collectie, van het Kunsthistorisch Museum,  schilderijen richt zich op de oude meesters uit de vroegrenaissance, hoogrenaissance, noordelijke renaissance, maniërisme en barok van de 15e tot de 18e eeuw, en volgt grotendeels de persoonlijke smaak van de Habsburgse verzamelaars. Sterk vertegenwoordigd zijn de Venetiaanse schilders zoals Titiaan, Veronese, Tintoretto en Canaletto. Daarnaast zijn er werken van 16e-eeuwse Vlaamse schilders zoals Pieter Bruegel de Oude (één derde van al zijn schilderijen) en Duitse schilders uit dezelfde periode, zoals Dürer. Er is ook een uitmuntende verzameling van Vlaamse en Nederlandse schilders uit de Barok zoals Rubens en Van Dyck. Ook heeft het museum diverse schilderijen van Diego Velázquez.
De schilderijen zijn grofweg ingedeeld naar regionale scholen of stijlen, hoewel de categorieën elkaar soms ruim overlappen.
Maria-Theresien-Platz is een groot openbaar plein in Wenen , Oostenrijk, dat de naden Ringstraße met het Museumsquartier , een museum voor moderne kunst gevestigd in het voormalige keizerlijke stallen. Tegenover elkaar aan de zijkanten van het plein zijn twee bijna identieke gebouwen, het Naturhistorisches Museum (Natural History Museum) en het Kunsthistorisches Museum (Art History Museum). De gebouwen zijn in de buurt identiek, met uitzondering van de beeldhouwwerken op hun gevels. gevel van het Naturhistorisches 'heeft standbeelden beeltenis personificaties van Afrika, Azië, Europa en de Amerika's. Het Kunsthistorisches gevel is voorzien van beroemde Europese kunstenaars, zoals de Nederlandse Bruegel, onder anderen. Het Naturhistorisches Museum en het Kunsthistorisches Museum en het plein aangrenzende ze werden gebouwd in 1889. In het midden van het plein staat een groot standbeeld beeltenis van keizerin Maria Theresa , naamgever van het plein.
Een enorme trap, met een rode loper, domineert het museum. Het leidt ons naar de eerste verdieping. Vandaar krijgen we een kijkje naar het ronde plafond.
En dat geeft weer een doorkijk naar de tweede verdieping.
Een levensgrote “kast” ter aankondiging van de Tentoonstelling van de Verjaardag van het Kunsthistorisch Museum (KHM).
Viering!
125 jaar - de Tentoonstelling van de Verjaardag
In 2016 viert het Museum Kunsthistorisches zijn 125Th verjaardag. Om deze verjaardag te herdenken ontvangen wij (KHM) een belangrijke speciale tentoonstelling op vieringen en festiviteiten met kunstwerken van al onze inzamelingen evenals belangrijke leningen van nationale en inter-nationale inzamelingen, onder hen „Gallinaciega van La“ van Goya van Prado, en een ontwerper-uitrusting door Alexander McQueen van het Museum V&A in Londen.
De tentoonstelling concentreert zich op vieringen en hoe zij in tijd evolueerden; het bekijkt diverse aspecten van Europese festiviteiten van de Renaissance tot de Franse Revolutie - bij hof, in steden en steden, en in het land. De festiviteiten merken altijd een staat van uitzondering waarin de normale regels tijdelijk niet van toepassing zijn. Het hoofse banket met zijn praal en omstandigheid, die het dansen en muziek omvatten, vormt het centrum van de show; andere secties kenmerken uit-van-deurenvieringen aan tekenkroningen, huwelijken of geboorten maar ook opgevoerd tijdens Carnaval, kerkmarkten of op marktdagen.
Is dit nu ook een selfie????!!!!!

Op de tweede verdieping worden de schilderijen tentoongesteld. Majestueuze trappen, een hele klim.

Een kunstenares maakt een schilderij van een schilderij.
Nooit geweten dat het vak van een toerist zo vermoeiend zou zijn. Of misschien zijn de schilderijen slaapverwekkend.



 














Martelaarschap van het Tienduizendtal, bij bekende Duitse als Zehntausend Marter der Christen, is een beeld van de schilder Duitse Albrecht Dürer (Albrecht Dürer). Het werd gemaakt in 1508 . Het is een olieverfschilderij op doek , het meet van 99 cm hoog en 87 cm breed. Het wordt bewaard in het Museum van de Geschiedenis van de Kunst in Wenen , Oostenrijk .
Frederik de Wijze heeft opdracht gegeven dit werk voor de ruimte waarin de vermeende behouden overblijfselen van de tienduizend martelaren in Wittenberg . Het beeld in eerste instantie geeft de indruk van een foto boek met een aandoening van gekleed en naakt cijfers. Ook het landschap met bomen en gedraaide vormen van een soortgelijke jungle vegetatie, is ongebruikelijk in Dürer.
Wat de tienduizend martelaren vertegenwoordigd, wordt opgemerkt dat kan verwijzen naar twee verschillende episodes van martyrology Roman . De 18 maart dood wordt gevierd Nicomedia tienduizend martelaren als een gevolg van de vervolging van Diocletianus . Zijn oorsprong is in een oude martyrology Griekse , vertaald door kardinaal Sirleto ( 1514 - 1585 ) en gepubliceerd door Henricus Canisius . Er is een tweede groep van 10.000 martelaren. De 22 juni dood van tienduizend soldaten herdacht gekruisigd door Koning Perzische Shapur II op de berg Ararat in de tijd van de Romeinse keizers Hadrianus en Antoninus Pius . De oorsprong is een legende die zegt dat vertaald van een Grieks origineel onbekende vandaag Anastasio de Librarian in de negende eeuw.
Dürer werk lijkt te verwijzen naar dit tweede legende, met elementen orientalizantes in de beulen , niet Romeinen.
In de tabel van 140 cijfers, iets zeer zeldzaam in Dürer, wiens samenstellingen veel lager aantal tekens. Deze mensen worden onderworpen aan verschillende vormen van marteling en executie . In een gebied bergachtig , Perzen gooien christenen vacuüm. Elders, ze doden een christelijke neersteken een participatie in het lichaam. Aan de linker kant zie je een ander zal worden uitgevoerd snijden zijn hoofd met een kromzwaard .
Spanningen in het centrum van de compositie, de zelf - portret door Dürer, die in de handen een soort banner draagt, dat is eigenlijk een cartellino waarop het werk gesigneerd en gedateerd: "Dit werk werd in 1508 gedaan door Albrecht Dürer , Duits ". Zijn metgezel is geïdentificeerd als humanist Conrad Celtis , waardoor het overbrengen van het idee van gelijkheid tussen beeldende kunst en intellectuele activiteit van denkers als Celtis wordt neergezet.
Mihály Munkácsy
In Parijs schilderde hij 1886-1890 en de 100-square-foot plafondschildering voor het trappenhuis van het Kunsthistorisches Museum ( "Apotheose van de Renaissance") die vóór verzending naar Wenen Parijs (Ere 50.000 gulden) werd uitgegeven, en 1891-1893 de plafondschildering "Hongaarse verovering" voor het Parlement van Boedapest (1896 deelname aan de lokale Millennium viering).
Munkácsy Apotheose van de Renaissance lijkt een Renaissance -gebouw met een koepel die opent naar de hemel. In een loggia is paus te zien, met inbegrip van Michelangelo , Leonardo da Vinci en Raphael . Titiaan gegeven schilderlessen, op een steiger is Paolo Veronese getoond staan tijdens het schilderen. In zweven gepersonaliseerde voorstellingen van eer en glorie van de kunsten - Fama en Gloria.
Een kijkje vanaf de galerij naar het restaurant.


En zo eindigen we dit bezoek aan het museum en hebben toch nog wel wat cultuur opgedaan.
 
Vanaf het Kunsthistorisch Museum gaan we op weg naar de Donauturm. De Donauturm staat in het Donaupark, ontstaan door de kanalisatie van de Donau.
De Donauturm is een uitkijktoren in Wenen. De toren staat in het midden van het Donaupark. De toren is van 1962 tot 1964 gebouwd voor de Wiener Internationale Gartenschau. Met zijn 252 meter is de toren het hoogste gebouw van Oostenrijk.
Uitzichtterras


Op 150 meter hoogte hangt rondom de toren een uitzichtsplatform dit terras is dankzij een snelle lift in 8 seconden bereikbaar. Vanaf het platform is het uitzicht over Wenen en de omgeving bij een heldere dag waanzinnig.  Het terras is elke dag tot 24.00 uur geopend, want ook ’s avonds is het uitzicht een absolute highlight. Het terras is trouwens rondom voorzien van een glazenwand, zodat het terras ook bij slecht weer toegankelijk is.
Gezicht op UNO-City. Stad van de Verenigde Natie bestaat in werkelijkheid uit drie gebouwen in Y-vorm, ontworpen door de architect Johann Staber. Zij opende hun deuren in 1979. Wenen is een van de vier steden met vestigingen van de VN-kantoren, een eer die wordt gedeeld met New York, Genéve en Nairobi.
De kerk aan de linkerkant van de Reichsbrücke is de St. Franciscus van Assisikerk. Ietwat rechts daarvan is het pretpark de Prater. In de Donau liggen de River-cruise boten te wachten voor hun plezierreizen.
Een vergezicht over de stad aan de kant van de Oude Donau. De Alte Donau is een hoefijzermeer van de Donau in Wenen . Het is orografische links (noordoosten) van de Donau main stream en de Nieuwe Donau en wordt niet langer direct verbonden met hen, maar gescheiden door een dam. Het bestaat uit twee verschillende delen die aan elkaar zijn verbonden. The Upper Old Donau strekt zich uit van de Floridsdorf Bridge naar de Kagraner brug die Lower Old Donau van Kagraner brug naar de Prater Bridge . Aan het noordwesten einde is de Floridsdorfer waterpark. Net over de Alte Donau is een stuk agrarisch gebied dat over enkele jaren duizenden wooneenheden gebouwd gaan worden.
Genieten van het eten en mooie uitzicht vanaf de toren. 
Met rechts de Brigittenauer Brücke. In het midden van het vergezicht is de toren van de stadsverwarmingcentrale, ontworpen door Hundertwasser.
Met deze prachtige zonsondergang gaan we met de supersonische lift naar beneden.
Twee high-speed liften vervoeren passagiers naar de toren uitkijkplatform op 150 meter (490 voet). Elke lift, het dragen van maximaal 14 passagiers, duurt slechts 35 seconden om de observatie-platform te bereiken. Bij sterke wind, de liften reizen dan op slechts halve snelheid vanwege de mogelijke schommelingen van de toren: de beweging van de liftkabel kan gevaarlijk zijn. Door te lopen ongeveer 779 stappen (775, volgens de architecten Lintl), kan het platform ook te voet worden bereikt. De trappen zijn echter meestal alleen toegankelijk tijdens de jaarlijkse Donauturm run, of in geval van nood.
Weer op weg naar het hotel. Een dag vol van belevenissen en dankzij het mooie weer een dag waarvan wij hebben genoten.
Morgen wacht ons een excursie door het Wienerwald.