zaterdag 18 juni 2016

Een dagje Brederode - 11 juni 2016




Terug in de tijd.

Zaterdag 11 juni 2016 zijn we, in het kader van het Brederode jaar, met de groep van de NGV-afd. Haarlem op bezoek in en bij de ruïne van Brederode in Santpoort.
Deze dag is mede uitgekozen omdat op zaterdag 11 en zondag 12 juni de re-enactment groep ‘De Compagnie van Brederode’ de ruïne weer laten leven.
  • Op het kasteelterrein staan middeleeuwse tenten.
  • Er wordt middeleeuws gekookt op de plek waar vroeger de keuken was.
  • Ambachtslieden laten hun vaardigheden zien.
  • Marktlui prijzen hun waren aan.
  • De kruidenvrouw heeft van alles voor uw kwalen.
  • De viltster zorgt voor bescherming van uw lichaam tegen de kilte.
  • De touwslager, volgens hemzelf de belangrijkste man van de middeleeuwen, vertelt u over zijn vak en zet de kinderen aan het werk.
  • Soldaten lopen rond en trainen voor de naderende strijd.
  • Er wordt op de boogbaan geoefend door de longbow- en kruisboogschutters (ook u mag dit proberen).
  • In de verhaaltent zal worden verteld over de geschiedenis van de Brederodes.
  • De wapenkamer wordt weer gevuld, en hier zal de wapenmeester u wegwijs maken in de krijgskunst.
  • In de Donjon zal de adel u ontvangen en vertellen over de gebruiken uit deze roerige tijd.
Terug in de tijd betekend dat de omgeving van de ruïne de sfeer ademt zoals deze rond 1500 bestond.
Hierna volgt een beschrijving van de Ruïne van Brederode:


Vanaf de weg loopt de bezoeker door de houten poort (H) en ziet dan links in de slotgracht (S) een ronde muur (D). Deze muur is niet, zoals vaak gedacht, het restant van een dertiende-eeuwse of nog vroegere voorganger van het huidige kasteel maar vermoed wordt dat het hier gaat om een grondkeringsmuur, waartegen het puin van het kasteelterrein, dat in 1464 werd opgeruimd, gestort kon worden. Daarna komt men langs de zuidzijde van het kasteel en bereikt men uiteindelijk op het terrein van de buitenburcht (F).

 

De weg buigt dan om en via de oostzijde van het kasteel bereikt men de brug, (E) die het buitenterrein met de voorburcht verbindt en betreedt deze via een poortgebouw (12). Aan de rechterkant van de poort bevindt zich de tegenwoordige beheerders-woning (13).
Aan de overzijde van de volgende brug is de binnenpoort (1) met rechts daarvan de middentoren (2) en daarachter, op de noordoostelijke hoek, een grote en sterk uitspringende toren (3) met een traptoren in de zuidwest hoek. Het is de meest prominente toren van het kasteel en daarom wordt deze ook wel de donjon genoemd.


Aan de noordzijde sluit op de middentoren een keldervertrek aan dat aan de zuidzijde twee ovens (O) heeft. Het gaat hier dus stellig om de voormalige keukens (4).
De ruimte hierboven, 6,5 meter hoog, was wellicht de kapel vanwege de hooggeplaatste vensters, de hooggeplaatste kaarsnissen en de vrijwel blinde oostmuur, later zou de ruimte verbouwd zijn tot grote zaal. De kapel zou, na 1464, zijn verhuisd naar de zuidwestelijke toren (6). Veel zekerheid omtrent dit alles bestaat er echter niet.





Aan de westzijde van het keuken- en zaalblok sloot een rechthoekig vertrek (5) aan dat, samen met de langgerekte ruimte (7) langs de westzijde van de binnenhof, waarschijnlijk als grote zaal moet worden geïnterpreteerd aangezien een dergelijke indeling vrij kenmerkend is voor kastelen.

De zuidwestelijke toren staat bekend als de Thetburga-toren (9). De tegenhanger van de Thetburga-toren in de zuiddoostelijke hoek heette de Sivaertstoren (10).


Het kleine vertrek was dat van de heer, de grote zaal had verschillende functies. Hier werd bezoek ontvangen, werden bestuurlijke en juridische zaken afgehandeld en werd gegeten, geslapen en gewoond. Hoe de vierkante ruimte in de zuidoosthoek (8) werd gebruikt is onbekend. In de negentiende eeuw zag men hierin een  ‘kemenade’, een verwarmd vertrek dat voor de vrouwen bedoeld zou zijn geweest; de mannen verbleven in de killere grote zaal. Dit idee berust echter op een romantische fictie en heeft met de historische realiteit weinig van doen.




Deze namen komen voor het eerst voor op een pseudo-middeleeuwse plattegrond van kasteel Brederode, die volgens het uitgebreide bijschrift gemaakt zou zijn op instigatie van Yolande de Lalaing. Dat is niet zo, want de kaart is duidelijk rond 1800 tot stand gekomen en hoe onbetrouwbaar deze is, blijkt wel uit het feit dat de Thetburga-toren rond wordt weergegeven terwijl de plattegrond vierkant is.






Thetburga was, volgens Brederode-kroniek die Jan van Leyden in opdracht van Yolande de Lalaing schreef, de echtgenote van Syfridus of Sicco, de tweede zoon van graaf Arnold, die de stamvader van de heren van Teylingen en Brederode zou zijn geweest.
Tot slot is er het binnenplein (11) dat aan de noord- en westzijde omsloten wordt door woonvleugels.
 






Het lag in de bedoeling om, vooraf gaande het bezoek dat de voorzitter van de NGV-afd. Haarlem een inleiding zou houden over de geschiedenis van de Brederodes. Echter vanwege beperkte ruimte in de ruïne en het feit dat men op zaterdag en zondag een speciaal weekend met ridders e.d. had georganiseerd, zal deze inleiding op een later tijdstip worden gehouden.
En op die manier konden we het slot op eigen wijze bekijken en meemaken wat men voor de bezoekers in petto hebben.




Op het voorhof waren er enkele kraampjes geplaatst waar met hun waren te koop konden aanbieden. Tevens was daar ook het kampement op gesteld van de ridders.
Een gedeelte was ingeruimd voor het houden van een ridder gevecht. 







 

Dit alles met medewerking van de Compagnie van Brederode. Zij vertolken de rol van ridders, jonkvrouwen  en het volk dat dagelijks de nederzettingen van de kastelen vulden.








Een stempel maker, zoals deze vroeger de zegelring maakte.
Een ridder gevecht, het verdedigen van de eer van de heer van Brederode, staat ook het programma. Het “aankleden” van de ridders vergen nogal wat voorbereidingen. Het gewicht van het harnas is rond de 35 kilo. Veiligheid staat daarom dan ook voorop. Het is niet de bedoeling om elkaar de hersens in te slaan.
 



 












De tegenstander is verslagen. De heer van Brederode’s eer is weer gered.


 

Er is van alles te beleven. Op het binnenplein kunnen de aspirant schutters hun kunsten vertonen met boogschieten. Sommige kunnen zelfs de pijl in de roos raken.


In een van de kamers staat een “gedekte” tafel met daarachter een jonkvrouw die o.m. uitleg geeft over de eetgewoontes in de tijd van de Brederodes. Men at met een mes en een lepel. De vork in de huidige vorm was uit de boze. Men voerde aan dat de vork verwant zou zijn aan de drietand van de duivel.






 



In de traptoren wordt uitleg gegeven over de diverse wapens waarop men toentertijd kon beschikken.




















Om de zoveel tijd werden de bezoekers opgeschrikt door een hevig geknal. Bij de ruïne stond een kanonnier opgesteld met een meer-kanonloop en werd het buskruit tot ontploffing gebracht.




Naast de boogschutterij was een tent neergezet, waar een verhaal werd verteld over de Brederode familie. Het verhaal wat verteld wordt is terug te vinden in de folder die de Stichting Heerlijkheid Brederode uitgeeft.

Over de Ruïne van Brederode.

De Ruïne van Brederode is het allereerste Rijks-monument (1862) van Nederland en heeft een historie van ruim 730 jaar.


In 1282 wordt de Hoge Heerlijkheid van Brederode in het leven geroepen en het eerste kasteel gebouwd.

Het kasteel wordt tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten tweemaal belegerd, in 1351 en in 1426. Na het beleg van 1351 wordt het kasteel volledig gesloopt, maar vanaf 1354 ook weer volledig op de bestaande fundamenten herbouwd. Het kasteel wordt gedurende het beleg van 1426 gedeeltelijk verwoest, het resterende noordelijke deel wordt vanaf 1464 weer bewoonbaar gemaakt.

Tijdens de opstand van het Kaas- en Broodvolk in 1492 wordt het kasteel geplunderd door Duitse soldaten. Vanaf circa 1511 is het kasteel niet meer bewoond, al verblijft er wel een rentmeester op het terrein.

Na het kinderloos overlijden van Hendrik ll van Brederode – de eerste leider van de Nederlandse Opstand tegen Philips ll - in 1568, vervalt de Heerlijkheid van Brederode aan de Staten van Holland.

In 1573 verliezen de Watergeuzen de Slag op het Haarlemmermeer en moet Haarlem zich na een beleg overgeven aan het Spaanse lager, waarna Lancelot van Brederode - een halfbroer van Hendrik lll en één van de leiders van Haarlem - door hen wordt onthoofd en
het kasteel geplunderd en in brand gestoken. Vervolgens valt de Ruïne gedeeltelijk ten prooi aan het oprukkende stuifzand van de duinen.

In 1579 krijgt een zijtak van de Brederodes de Heerlijkheid weer van de Staten van Holland in leen, totdat in 1679 Wolfert van Brederode zonder nakomelingen overlijdt en de familie daardoor in mannelijke lijn uitsterft, waarbij de heerlijkheid definitief vervalt aan de Staten van Holland. Van 1795, bij de vorming van de Bataafse Republiek, tot 15 januari 2016 was ook de Ruïne eigendom van de Staat.

Hierna volgt een impressie van de activiteiten in en rondom de Ruïne van Brederode.




















De maquette van kasteel van Brederode.























                                          Van eigen brouwerij.





 





 De Jonkvrouwe van Brederode.

 












De Weersteen met de gebruiksaanwijzing.

 

















De moderne keuken anno 1450. Met behulp van penningen kon men de nodige versnaperingen kopen.

























Het houtvuur voor de soep, die nooit zo heet wordt gegeten als zij wordt opgediend.